Er is een plan Steenovenweg; er is een plan De Linie.
De wethouder en in deze wil hij best wel een compliment geven aan de heer van
Kaam, die ondanks zijn 2 petten dat toch allemaal moet doen - heeft voor en nar-
mens Bergen op Zoom toch wel een goed beleid gevoerd, al was het vaak moeilijk.
Er is een kamp Steenovenweg met 20 standplaatsen en er is plan De Linie.
Wat betreft het schrijven van het college aan de gemeente Halsteren, dat kan zyn
fractie ook volkomen ondersteunen, omdat hij vindt, dat er afspraken zijn gemaakt.
Die afspraken dienen nagekomen te worden, ook door kleinere gemeenten.
De zinsnede, als zou Bergen op Zoom zijn woonwagenproblematiek op Halsteren willen
afschuiven, daar moet hij toch wel even bij glimlachen omdat dat n.l. helemaal niet
juist is.
Hij denkt dat Halsteren steeds maar weer probeert om door het ermee bezig zijn om
een woonwagenlokatie te vinden en dat ook uit te voeren, om inderdaad een aantal
woonwagenbewoners en dat wordt nog eens bevestigd door de brief van een aan
tal. woonwagengezinnen die gevraagd hebben aan Halsteren: mogen we daar komen staan,
maar zij hebben dat niet gedaan omdat er geen zekerheid werd gegeven of er tegelij
kertijd ook een sloopterrein zou komen - in die gemeente een plaats of een terrein
te geven.
Wat nu betreft de toekomst? Hij denkt dat zijn fractie heel duidelijk kiest voor geen
uitbreiding van het plan De Linie. Vandaar dat men in zyn fractie ook blij is, dat
dit raadsvoorstel werd ingetrokken. Hij vindt dat het plan De Linie in zijn oor
spronkelijke opzet een goed plan is. Dat betekent, dat zijn fractie kiest voor een
derde lokatie voor woonwagenbewoners, waar inderdaad dan een aantal mensen bij el
kaar zal kunnen wonen.
Hy zou het college willen vragen, om dat op zeer korte termijn te realiseren.
De VOORZITTER zou met de beantwoording namens het college willen beginnen.
Het college betreurt het, evenals dat door de heer Gorrissen onder woorden is ge
bracht en door de heer Sittrop nog een3 werd onderstreept, dat over deze aangele
genheid kennelijk met het gemeentebestuur van Halsteren via het Brabants Nieuws
blad en De Stem van gedachten moet gewisseld worden.
Het is het college gebleken, dat dit een aangelegenheid is, die met het college
van B.& W. van Halsteren, in het gesprek wat daar op 22 april j.l. mee heeft
plaatsgevonden, een onbespreekbare zaak is en het college van Halsteren had dat
Bergen op Zoom enige dagen daaraan voorafgaand laten weten.
Het is bij die gelegenheid dan ook niet ter sprake gekomen, zy het, dat er natuur
lijk wel allerlei entree's waren om dit wel degelijk ook aan de orde te stellen,
al was het alleen maar het verslag van de bespreking, die een jaar daaraan voor
afgaand was gehouden en waarin Halsteren aan Bergen op Zoom tal van beloften had
gedaan, om dan thans tot een spoedige en dan spreekt hy niet over 1982 maar
over 1981 en als hij het dossier nakijkt en ziet wat daarover al is gezegd in de
jaren 1980 en 1981, maar ook al in 1979» al heeft hij niet het hele dossier daar
op meer nageplozen oplossing van dit probleem te kunnen geraken.
Het spijt het college van Bergen op Zoom dan ook zeer, dat dat op 22 april j.l.
een onbespreekbare aangelegenheid bleek te zyn.
Een betreurt het, en hij herhaalt dat nog eens, dat het college dan kennelijk,
en door de nood gedwongen moet men daar thans aan meedoen, via de pers met Hal
steren van gedachten moet wisselen.
Dat betreurt men des te meer, omdat het Woonwagenschap een gemeenschappelijke en
een solidaire oplossing van het probleem voorstaat.
Hij denkt dat dan thans moet worden geconstateerd, dat daarvan, met name van die
solidariteit in liet vinden van een oplossing en in het zoeken naar een oplossing,
niets is gebleken.
Het college heeft met erg veel genoegen aangehoord, dat de raad waardering uit
spreekt - dat is zowel door de heer Gorrissen als nog eens onderstreept door
de heer Sittrop gedaan voor het lid van dit college, wethouder van Kaam voor
de vele initiatieven en de taaie volharding die deze toont bij het vinden van en
het zoeken naar oplossingen voor deze problemen.
Achtereenvolgens zullen wethouder van der Velden en tenslotte wethouder van Kaam
verder op dit onderwerp ingaan.
In het college was afgesproken, dat over de algemene bestuurlijke zaak spreker nar»
mens het college datgene wat hij heeft gezegd, onder de aandacht van de raad zou
