5
y. Schrijven van de Pacifistisch Socialistische Partij, Afdeling Bergen op Zoom,
dd. 14 maart 1982 inzake de plaatsing van kernwapens op Bergs grondgebied.
z. Brieven van Wijkcommissie "Fort-Zeekant" en Wijkcommissie "Meilust" tc Bergen
op Zoom van respectievelijk 30 maant 1982 en 2 april 1982 inzake tijdelijke
blokkering vacature opbouwwerker.
aa. Jaarverslag 1981 van de Stichting Vakantie Spel te Bergen op Zoom.
bb. Jaarverslag 1981 van de Vrouwen-Advies-Commissie voor de woningbouw te Ber
gen op Zoom.
cc. Diverse processen-verbaal van kasopnamen in het 4e kwartaal 1981 en het 1e
halfjaar 1982.
dd. Staat aangevende de stand van zeiken met betrekking tot goedgekexirde kapitaal
kredieten per 1 april 1982.
De VOORZITTER heeft zoveel omhooggeheven vingers gezien en ook zoveel letters
horen noemen, dat het naar zyn mening het verstandigst zal zijn dit agendapunt in
alfabetische volgorde af te werken.
Bij punt b wil de heer VAN DE WATER opmerken dat het schrijven van de Raad van State
bij de stukken lag. Hij betreurt het, dat het betreffende raadsbesluit ter verduide
lijking er niet bij lag. Hij denkt dat het voor veel mensen toch een stuk herhaling
was van datgene wat toen is beslist.
De Raad van State zegt, dat dat raadsbesluit vernietigd moet worden.
Hyi zou dan aan het college voor willen stellen, om met een nieuw voorstel in de
raad te komen, waar de fouten die door de Raad van State zijn geconstateerd, zyn
hersteld.
De VOORZITTER meet zeggen, dat bekend mag worden verondersteld, dat het een fout
is van administratief juridische aard, die materiëel geen betekenis heeft.
Hij denkt dat het een wat bureaucratische aandikking is en geen verandering, geen
materiële verandering in het standpunt met zich niee zal kunnen brengen.
Deze zaak op orde brengen kost een paar ons papier of zo, maar materiëel zal dat
weinig cp kunnen leveren, denkt hij.
De heer VAN DE WATER meent, dat het gewoon een stuk genoegdoening zal zijn, als
een raadsbesluit wat vernietigd is, daarvoor dan in de plaats een goed voorstel
komt.
Naar zonder materiële konsekwenties, moet de VOORZITTER dan toch vragen,
ïïij weet niet of dat hier in Bergen op Zoom te doen gebruikelyk is. Als het nu be
langrijke materiële verschillen met zich mee zou brengen zou hy het graag van gan
ser harte met de heer van de Water eens zijn. Nu gaat het echter over het verschil
tussen "niet—ontvankelyk" en "ongegrond" en dat is een juridische zaak.
Vanzelfsprekend kan hier dan een nieuw voorstel met besluit voor worden gemaakt
waarbij de term "ongegrond" dan gewijzigd is in "niet-ontvankelijk".
Dat kost dan een aantal vellen papier maar het haalt materiëel verder niets uit.
De heer VAN DE WATER wil nog even wijzen op de AROB-wet, artikel 8, waarin sprake
is van beslissingen tegen algemene beschikkingen.
Nu is maar de vraag, welke beschikkingen hier worden bedoeld.
Zyn vraag aan het college blijft, of het met een nieuw raadsvoorstel wil komen.
Mocht het antwoord daarop negatief zijn, dan zou hij aan de raad willen vragen,
gezien ook alle discussies die hieraan vooraf zyn gegaan, of het niet terecht zou
zijn als er een nieuw en goed voorstel zou komen.
De heer MASTENBROEK wil dan de heer van de Water vragen, of het dan zijn bedoeling
is om wederom een AROB-procedure te starten tot de Raad van State. Hij denkt n.l.
dat het daarom dan gaat.
Als er geen fouten in het voorstel zitten zeker niet, kan de heer VAN DE WATER
daarop antwoorden.
De VOORZITTER meent, dat daar dan natuurlijk een ander administratief-rechterlijk
beginsel geldt, ne bis in idem, dat er niet 2-maal in hetzelfde geval een uit-