15
3. dat met name de taxaties van enerzijds de woningen en anderzijds de overige be
lastbare eigendommen zeer willekeurig en naar de mening van bovengenoemde per
sonen zeer ondeskundig zijn gedaan;
4. dat de bedoeling van de her-taxatie van het onroerend goed vooral was, een jui
ter en rechtvaardiger verdeling van de lasten te bewerkstelligen;
5, dat het resultaat van de taxaties voor de o.g.b. 1981 de onrechtvaardigheden
veeleer vergroten dan verkleinen;
6, dat, om uit deze impasse te geraken, om grote financiële konsekventies voor
de gemeente te voorkomen, en om het vertrouwen in het gemeentebestuur te her
stellen, het gewenst is dat de raad een oplossing vindt voor deze problematiek
Deze mensen stellen nu voor, om na afloop van de openbare vergadering van heden
avond, in een besloten zitting over te gaan en dan een aantal concrete voox'stel-
len van deze personen te behandelen.
De heer BROOS wil hier alleen maar aan toevoegen, het hiermee eens te zijn.
De heer VAN KEMENADE kan zeggen, dat ook zijn fractie daarmee akkoord gaat.
De VOORZITTER moet zeggen, dat hij als voorzitter van het college van B.& V. en
geen kennis dragende van wat de raad dan in besloten vergadering wenst te behan
delen, tem/ijl de raad in een vorige vergadering heeft aangedrongen op een openba-
ra commissie-vergadering om deze problematiek te bespreken, zich nu hogelijk ver
baast over het verzoek, ora nu in een besloten zitting over de onroerend-goedbe-
lasting te gaan praten.
De heer VAN DE WATER denkt dan, om mogelijke oplossingen te kunnen bespreken.
De VOORZITTER meent dan, dat het voor het publiek, in zo grote getale aanwezig
vanavond en waarschijnlijk ook wel belangstellend naar deze materie, toch wel pret
tig zou kunnen zijn, dat het ook kennis zou kunnen nemen van de oplossingen die
deze mensen dan kennelijk hebben ontdekt.
De heer VAN HEIJST wil dan, als de voorzitter om een oplossing vraagt, hem wel
or zijn wenken bedienen en dan best wel met een suggestie komen.
Hij vindt dan, dat, als iemand een verhoging krijgt, ook al is dat dan misschien
een reële bijstelling vanwege her-taxatie, van meer dan 30/> dan vindt hij dat in
deze tijd ontoelaatbaar. Daarom zou hij de suggestie willen doen. om diegenen die
bezwaar hebben aangetekend en die kunnen aantonen dat zij meer dan 30>0 verhoogd
zijn, hun bezwaarschriften tot maximaal 3Ct verhoging terug te draaien.
De VOORZITTER meent dan, dat door deze woorden van de heer van liefst de eerste
termijn van het debat over deze kwestie is ingegaan.
De heer BROOS vindt het best, als een meerderheid van de raad daarin mee kan
gaan, om deze zaak in het openbaar verder te behandelen. Daar heeft hij geen enke
le moeite mee. Hij had dit liever niet willen doen, gelet op het feit dat slechts
met een aantal raadsleden hierover is gesproken. Dat heeft de heer Westerhof dan
op een juiste wijze verwoord. Als deze dan goed vindt dat het verder openbaar be
handeld wordt, kan spreker zich daar volledig bij aansluiten.
De heer WESTERHOF heeft geen enkel bezwaar om het in het openbaar te behandelen.
De meerderheid van de fracties vond het echter zinniger om het besloten te doen,
Voor hem hoeft dat echter niet persé.
Voor de heer BROOS ook niet.
De heer SITTROP sou tot de voorzitter willen zeggen: u ziet hoe snel uw populari
teit kan wisselen. U krijgt zelfs applaus deze keer.
Daar gaat het nu echter niet om.
De PvdA-fractie heeft helemaal geen bezwaar, nu de voorzitter zegt: laat het dan
maar in de openbaarheid komen, om de heer Westerhof te steunen en de suggesties
die door de door hem genoemde personen zijn opgesteld nu in het openbaar te be
handelen.
De heer VAN KEMENADE kan zeggen, dat ook zijn fractie uiteraard geen bezwaar heeft
tegen een openbare behandeling. De achterliggende gedachte bij zijn fractie voor
een besloten behandeling wasdat er een aantal suggesties gedaan zouden worden