5
Dat bedoelt deze motie en zij wil daaraan toevoegen, dat deze 4 landen, die nu zijn
genoemd, 4 van de 17 in totaal betrokken landen zijn. Door deze werkgroep worden
deze 4 landen aan de kaak gesteld. Zij wil daarbij nog opmerken, dat het CDA, landelijk
en in het openbaar deze zaak heeft onderschreven.
Dat is bekend, meent de heer G0ERIS3EN, op landelijk niveau.
En waarom zou dat dan hier in de raad veer eens opnieuw herhaald moeten worden,
wil de heer VAN HEIJST daarbij opmerken. Dat snapt hij dan niet zo goed. Dat is nu
politiek.
Dit kan niet genoeg herhaald worden, meent mevrouw VAN DE PUTTE.
De heer SITTROP zou de heer van Eeijst dan maar willen adviseren om daar te gaan
wonen waar men het nu over heeft, dan denkt spreker, dat de heer van Heijst daar
in die staten niet eens wat kan doen.
En neem dan in deze motie ook Polen op, wil de heer VAN HmiJbT daarvan zeggen.
Dat is nu toch wel het meest schrijnende voorbeeld. Dat wordt echter niet genoemd.
De heer SITTROP heeft al gezegd, dat hij geen bezwaar zou hebben om een oost-euro
pees land in de motie op te nemen. Daar gaf de heer van Eeijst toen geen antwoord
op.
Daar moest de heer VAN HEIJST eerst nog eens even over nadenken. Dat mag toch wel,
is zijn vraag?
De VOORZITTER vil de raad verzoeken, om de discussie centraal te houden al begrijpt
hij wel, dat raadsleden zo over en veer ook wel van gedachten willen wisselen over
dit punt.
Hij zou eerst de motie inhoudelijk met de raad willen behandelen en daarna pas zijn
gedachten over artikel 168 van de Gemeentewet aan de raad willen toever brouwen»
Zich overigens bereid verklarend, dit nog eens met leden uit de raad nader te be
spreken wanneer nu wel of niet als raad van Bergen op Zoom over dit soort zaken
een oordeel moet worden uitgesproken.
Hy denkt dat dit soort staatsrechterlijke opmerkingen de inhoudelyke discussie die
zo-even aan de gang was al te zeer zou onderbreken en ophouden. Vandaar dat hij de
raad eerst maar uit heeft willen laten spreken en nu het woord wil geven aan de
heer Vesterhof.
De heer WESTBRHOP wil nog graag even duidelijk stellen, dat het overgrote deel van
zijn fractie geen enkele moeite heeft met de inhoud van de motie, zelfs nie* zonder
enige toevoeging, maar dat men vindt, dat dit niet in een gemeenteraad thuis hoort.
Het doel is goed en de inhoud van de motie is voor zijn fractie inhoudelijk helemaal
aanvaardbaar. Hij zou echter zo nog wel een 25 onderwerpen kunnen aanvoeren, die
ook allemaal verschrikkelijk belangrijk zijn en goed zijn, maar dat kan toch rnet alle
maal via moties in een gemeenteraad behandeld worden. Dat is nu eenmaal nieo de
taak van een gemeenteraad. Dat is de mening van zijn fractie.
De heer SITTROP denkt, dat dit inderdaad het standpunt is geveest en nu dit stand
punt erg in discussie is in den lande gaat het meer speciaal om de vraag: welke
taak heeft een gemeenteraad dan wel in deze.
Die discussie is er. Zijn fractie wil heel duidelijk, vooruitlopend op die discussies
zeggen, dat men inderdaad vindt, dat als er dan al 25 onderwerpen zyn waar men zien
ook over zou moeten uitspreken: wat let ons dan om dat ook te doen.
De heer WESTERHOF denkt dan, dat de raad des avonds om een uur of 11 aan de agenda
zal kunnen beginnen, als op deze weg wordt doorgegaan. Dan blijft de eerste taak
van een gemeenteraad gewoon liggen.
En zou de raad het werk van het parlement allemaal nog eens dunnetjes over moeten
gaan doen, denkt de heer VAN HEIJST.
En de VOORZITTER begrijpt dan, dat de heer van Heijst daar geen behoefte aan heeft.
Hii zal daar straks ook een enkele aanvullende opmerking over maken maar hij vindt
dat de raad zich vooral moet uitspreken over datgene wat in de raad besproken aien
te worden en waarover in de raad besluiten moeten worden genomen.