11
Hij meent dan, dat het college er van overtuigd is, dat deze materie deze avond
in de raad aan de orde is gekomen en dat het college dan juist correct heeft ge
handeld, door vanavond met de raad te discussiëren, wat de 'raad nu middels de
interpellatie aanhangig heeft willen maken.
Hij denkt niet dat het dan noodzakelijk is, da,t het college middels de krant gaat
reageren op krantenartikelen. Althans, dat is niet de stijl van dit college tot
nu toe
I-Iet college wenst een interpellatie normaal in een raadsvergadering af te hande
len.
Het is v/el meer gebeurd, meent de heer VAN HEIJST, dat het college middels een
perscommuniqué reageert, omdat er in een krant verkeerde voorstellingen van zaken
wordt gegeven.
Be VOORZITTER sprak over "dit college", dus daarover heeft hy geen misverstand
laten ontstaan.
Be heer WESTERHOF zou willen zeggen: het woord is nu aan de echte minister van
financiën.
Be heer NIJPELS krijgt nu zo langzamerhand de indruk dat er een beetje ruzie is
binnen het CBA.
Be VOORZITTER wil nu maar wat beter de termijnen in acht gaan nemen. Hij denkt dat
er nu al zé veel interrupties zijn geweest en dat er zé veel verlangen bestaat bij
de raad om iets over het financiële gedeelte te horen
Be heer BROOS wil nu toch weer even interrumperen. Be heer van de Water is n.i.
nog niet aan het woord geweest. De eerste termijn is nog niet om.
Be VOORZITTER had het ook niet over een in werking treden van een 2e termijn.
Be raad is echter in eerste termijn er zé vaak ingesprongen en kennelijk is dat
toch te wijten aan liet ongeduld waarmee iedereen vanavond aan deze vergadering is
begonnen, dat die eerste termijn nu al zo lang duurt.
Misschien gebeurt dit maandag a.s. ook wel, meent de heer SITTROP
Bat weet de VOORZITTER niet, maar het zou inderdaad misschien een aardige binnen
komer kunnen zijn.
Rat de financiën betreft, denkt hij dat het niet noodzakelijk is om daar uitputtend
op in te gaan. Wanneer er gesproken is over zaken die naar de algemene dienst toe
vloeien, denkt hy dat het dan correct is om op te merken, dat er een rekening
courant verhouding is tussen de algemene dienst en het woningbedrijfmaar dat
dat niet betekent, dat middelen die bij het woningbedrijf binnenkomen, dus huur
penningen, zonder meer verdwijnen in de algemene dienst; doch wel degelijk benui>
v/orden ten behoeve van het woningbedrijfn.l. voor aflossingen van leningen die
zijn aangegaan, voor stortingen in het onderhondsfonds, voor stortingen in de alge
mene bedrijfsreserve en wat dies meer zij.
En v/eet de directeur van het woningbedrijf dat dan niet, wil de heer WESTERHOF
vragen.
Be VOORZITTER denkt dan dat het vcor de heer Westerhof voldoende zou moeten zijn,
dat, wanneer het collega vanavond hier heeft gezegd dat het zich van die uitla
ting-en wil distanciëren
En dat de raad zich daarover mag verwonderen, wil de heer WESTERHOF daarbij dan
toch opmerken.
En de raad mag zich daarover ook verwonderenkan de "VOORZITTER daaraan toevoegen,
maar de raad heeft dat ook al ruimschoots gedaan, dacht hij.
Wat het financiële gedeelte betreft, zou hij het hier op dit moment toch bij willen
laten. Hy denkt n.l. dat verder inzicht hierin middels het onderzoek wat op dit
moment gaande is zichtbaar zal kunnen worden voor de raad.
Voor zover daaraan behoefte is, wil hij nu, maar dan wel graag erg kort, gelegen
heid geven voor een 2e termijn.