35 Hij weet .niet in hoeverre de burgemeester daar self op wil of kan antwoorden, maar spreker denkt wel, dat beschikken daarover in ieder geval overleg zal beteke nen met de gever daarvan, misschien dat dat een mogelijke oplossing kan betekenen. Han is men natuurlijk echter alleen nog maar bij een nieuw initiatief, waarbij ge zegd zou worden: men moet hen een kans geven en na een jaar moet dan maar eens nadrukkelijk bekeken worden, waar men aan toe is. daarmee is hij eigenlijk al een beetje beland bij het intussen haast beruchte onder soek, waarvan hijself destijds via het ondersteunen van een motie al aantoonde, dat dat toch eigenlijk wel noodzakelijk sou zijn. Hij heeft inderdaad, om het nu maar kort te houden, een groot aantal argumenten genoemd, die het moeilijk maken oa juist op dit terrein iets te gaan meten, omdat, als men bij de hulpverlening iets wil gaan meten, dat ontzettend moeilijk is. ids de raad die nuancering dan wil onderkennen nu, wil hij wel proberen, als het kan in eigen beheer en als het niet kan met behulp van een andereen inventari satie op touw te zetten. Hij haalt die nuancering daar expres bij aan, omdat men bij andere activiteiten veelal veel gemakkelijker iets kan meten, lien kan kijken naar aantallen en zo. Hat ligt hier wat moeilijker want het gaat natuurlijk ook altijd om kwaliteit van de hulp die gevraagd wordt en die gegeven wordt Dat is dan een oordeel wat de raad op een gegeven moment zal moeten vellen aan de hand van zo'n notitie. Hoe vinden wij de kwaliteit van de diverse instellingen? Kan dat betekenen dat er verschuivingen plaats moeten vinden? Koet er soms geld af of moet er soms hier of daar wat bij? Als men dat zó genuanceerd wil bekijken en dan niet verwacht dat zo'n onderzoek dus een complete duidelykheid op zal leveren, die op andere terreinen wel opge leverd zou leunen worden, onder die voorwaarden is hij best bereid om zich daar nog maar weer eens over te gaan buigen en te kijken, ol de gemeente daar zelf aan kan beginnen; als dat niet zo zou zijn, of dan iemand anders daarbij ingeschakeld zou kunnen worden en of dat relevant materiaal op zou kunnen leveren en wat dat dan zou moeten gaan kosten. Daar zal hij dan mee in de raad terug kunnen komen. gat die fondsvorming betreft, lijkt dat een aantrekkelijke gedachte, wil de heer DZKKEHS opmerken, maar hij denkt ook dat de raad zich bewust moet zijn van het feit, dat, wanneer tot fondsvorming zou worden overgegaan, dat toch zal betekenen dat er in de jaarlijkse begroting toch een bepaalde post moet worden gecreëerd, die daarmee dan weer andere zaken sou blokkeren, omdat middelen al een bestemming hebben geleregen, al is het dan maar om in een fonds gestopt te worden. Dn dan waarschijnlijk ook met het gevolg, dat er ieder jaar een bepaalde storting in gedaan zou moeten worden, al kan men uiteraard een limiet aan een bepaald fonds stellen. Vandaar dat er by het college van enige terughoudendheid sprake is en vooralsnog is het college niet zo "in" voor die fondsvorming, hoewel daar inderdaad met de raad over gediscussieerd sou kunnen worden, zoals wethouder van der dtoel ook al heeft aangegeven. Datzelfde geldt dan voor het probleem van de startsubsidie. Hij meent waar toch ook iets over te moeten zeggen. Hij denkt n.l. dat, als een raad overgaat tot het ver lenen van een startsubsidie, een bepaald project inderdaad wel kan starten, maar dat dat ook tot gevolg kan hebben, dat voor volgend jaar een hernieuwde aanvraag zal worden ingediend. Hij sou dan toch willen wijzen op de konsekwenties die dat met zich mee kan brengen om daar dan weer een eind aan te moeten maken, gezien de verwachtingen die dan toch min of meer zouden worden gev.'ekt met het geven van een startsubsidie. Zowel dus ten aanzien van de fondsvorming als ten aanzien van een startsubsidie denkt hij, dat men uiterst voorzichtig tewerk zal moeten gaan, selcer in de situa tie dat het zaak is om op de kleintjes te letten. De heer SITTilOP heeft de voorzitter nog niet gehoord over het Cargill-potje maar misschien weet deze nog niet precies wat dat inhoudt. De VOOHZITTDH moet zeggen, daar alles van te weten. Dan is de voorzitter wel snel geinformeerd, moet de heer SITTKOP dan toch zeggen. Misschien kan hij daar dan straks nog iets over zeggen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 107