54 Als aan gevraagd sou worden: maar waar halen we het geld dan veer vandaan, hy heeft al vaker gezegd, dat als het gaat voor welzijn cm 2.000.-, dan moeten er blijkbaar uren over gepraat worden en wanneer het gaat om miljoenen in andere sec toren dan schijnt ae hamer van de voorzitter nog sneller te zijn als dat men een vinger op de knop krijgt. Dat zijn nu eenmaal vaststaande gegevens. Hij vil dus gewoon de raad vragen, dat in dit geval vordt gezegd: geef hen een startsubsidie met een aantal voorvaarden erbij, die er gerust mogen zijn. Als de raad dan sou zeggen: daar is geen geld voor, hij vreet nog een fondsje, n.l. de Cargill—bijdragedie nog steeds bestaat, ondanks dat de vorige burgemees ter v/eg is. Hij sou dan ook villen vragen, om uit dit fonds te putten als het gaat om deze eenmalige start—subsidie voor die Kindertelefoon te verstrekken. De heer VAR DER STOEL ontdekte 2 centrale punten in de commentaren van de raad. Aan de ene kant vordt er gevraagd: kan de Kindertelefoon niet worden aangehaakt bij de bestaande voorzieningen. Eet tweede punt v/as: moet nu over 2.000.— weer zoveel stampei worden gemaakt en zou er niet een fonds voor kannen komen. ."at het eerste punt betreft en het gat in de markt, denkt hij dat de heer van Kemenaae daar gelijk in heeft. Hij heeft ook in de commissie al gezegd: zelfs al is men ertegen, dan moet men niet proberen het probleem weg te praten, want het pro bleem ligt er nu eenmaal. Hij denkt verder, dat de suggestie, die ook al tegen de initiatiefnemers is ver woord, best wat meer aandacht mag verdienen, ken stond er echter op, en dat ziet rnen natuurlijk vaak bij nieuwe initiatieven, dat men het in eigen hand kon houden. Dat hoeft dan voor een gemeente niet een voldoenae argument te zijn. De gemeente zou gerust bij bestaande instellingen kunnen gaan vragen, of daar aan- dacht aan gegeven zou Icunnen worden. Hij denkt verder, dat bestaande instellingen ook bereid zouden moeten zyn, om bij zo'n nieuw initiatief zich af te vragen: is er inderdaad behoefte aan waar wij niet aan tegemoet komen momenteel en hoe zouden wij daar aan wel aan tegemoet Icunnen ko men. Hy zegt ook eerlijk in alle openbaarheid, dat hij het best wel prettig zou hebben gevonden, als een van de instellingen die zich daarmee bemoeien eens naar het col lege sou zijn gekomen of naar de initiatiefnemers was toegegaan en had gezegd: wij villen toch wel graag eens met jullie praten en souden jullie niet met jullie vrijwilligersbestand, die daar speciaal voor getraind zijn, bij ons mee kunnen doen; laten we dan maar eens kijken wat daarvan kan komen. Zover hij het nu weet, is dat niet gebeurd maar hij wil het voorstel wat zovel de heer van Kemenade als de heer Baden hebben gedaan, best overnemen en dat inioiatiex dan zelf wel weer eens nemen, om met de bestaande instellingen te praten, oi er van aansluiting geen sprake kan zijn en eens te kijken, wat dat dan aan kwaliteit zou kunnen opleveren en wat dat dan sou moeten gaan kosten. De 2e hoofdmoot die hij heeft aangeduid is de kwestie van het ionds, waar wethou der Dekkers dan naar hij denkt wel op zal willen reageren. Hy moet dan wel zeggen en dan praat hy misschien wel alleen namens zichsell dat hij wel gevoelig is voor fondsvorming op dit terrein, niet omdat men daarmee dan onder alles uit is en men dan maar met geld zou kunnen gaan strooien, maar omdat gewoon geconstateerd moet worden, ook al zijn er plannen - dat is bij het Sociaal Kultureel Plan gedaan - dat het dan prettig is om een fonds achter de hand te hebben voor incidentele dingen. Die zou men dan nog verder Icunnen omschrij ven. Op zich is het aanwezig zijn van zo'n fonds dan een mogelijke oplossing, als er zich iets voordoet wat zich nil voordoet; een nieuw initiatief. En als men daarvan dan zou vinden: dat zou toch eigenlijk moeten Icunnen maar het geld is al verdeeld, terwijl er bij andere punten van de begroting dan die ruimte wel is, zou dat dan toch uitkomst kunnen bieden. Feit blijft, dat het geld natuurlijk wel op tafel moet komen, en daar zal wethouder Dekkers dan nog wel op terugkomen. De raad zal dan voor de begroting 1983 uitdruk kelijk moeten zeggen, dat er een paar duizend gulden opzij gelegd kan worden voor zo'n fonds. De vraag betreffende het Cargill-potje, dat is in beheer bij de burgemeester.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1982 | | pagina 106