s s ^fb^^rsei^vss a
32
de ouderbijdrage te verhogen om het bestaan van de peuterspeelzalen te kunnen verze
keren.
Mevrouw ELSEMAN moet zeggen die peuterspeelzalen toch wel een goede zaak te vinden.
Van het begin af aan heeft haar fractie ervoor geijverd dat zij er kwamen. Zij herinnert
zich nog de discussies, waarbij de heer de Jager destijds zich daarin mengde toen de
peuterspeelzalen in het leven werden geroepen. Peuterspeelzalen zijn niec meer weg te
denken uit de samenleving van deze tijd. Als men de krant opslaaü ziet men iedere^
keer weer hoe zelfs in de kleinste Horpen een peuterspeelzaal weer in het leven is
geroepen. Dat vindt zij ook terecht. De gemeenschap heeft ook de zorg voor de peuters.
Door iedereen wordt er betaald voor de kleuters, voor de leerplichtigen, voor u.e stu
denten en waarom zou men dat dan niet voor de peuters doen.
In de commissie is al gezegd, dat dit eens aangekaart zou moeten worden m Den Haag
en wie weet wat daar ooit nog eens uit zal komen.
De heer VAN DER STOEL meende uit de woorden van de heer Muller te mogen begrijpen, dat
deze meent dat de verhoging van de ouderbijdrage samenhangt met de verhoging van de
kosten in de komende jaren. Hij vindt het een beetje moeilijk om nu al te zeggen: dat
vinden wij persé ook. Elk jaar komt er een begroting en dan kan ook ieder jaar op
nieuw bekeken worüen, in hoeverre de gemeente aan de kostenstijgingen tegemoet kan
komen en wat de ouders daarvan moeten betalen.
Hii heeft even bekeken hoe van de peuterspeelzalen gebruik wordt geraaaK,.
De meeste peuters maken daar t dag-deel per week gebruik van en dat kost per maand
17.50. Men kan er dan over gaan discussieren of dit veel of weinig is.
Hij wil daaraan toevoegen, dat men een goed verschil moet maken tussen alle voorzie
ningen die er zijn voor kleuters en peuters. Dat een peuterspeelzaal in geval
geen crSche is, waar moeders die werken of om welke reden dan ook hun kinderen niet
kunnen opvangen, daar dan kunnen deponeren. Bii peuterspeelzalen is er wel wat
meer aan de hand. Voor sommige mensen - dat heeft hij uit de rapportage van de stich
ting ook wel kunnen halen - is het meer dan noodzakelijk, gezien de behuizing en e
woonomgeving en al dat soort dingen. Ook bij kinderen van buitenlandse werknemers is
het belang vaak des te groter, dat men in contact komt met leef .ydsgenootjes en
daar dan de nodige kennis opdoet van zaken die men thuis meu kan opaoen.
Daarom is het een belang geworden. De heer de Laet zei dan terecht: hoort he - nu y
enderwijs of bij het sociaal kultureel werk. CRM houdt het voorlopig nog op sociaal
kulturele voorzieningen waarschijnlijk omdat zodoende voor het ryk daar de minste kus-
Si vastzitten. Sen in or nog niet over uitgestudeerd, of net
voorziening moot worden of niet. Het ie °ve-ieens «1 *o, als het een
voorziening zou worden, de gemeente de circulaires wei wvt iu
rüiïï ïft ministerie daaS heel sterk in is. Het zal dan wel een ernstige Haper-
king betekenen voor het werk van die peuterspeelzalen. A-thans, die nd. uk heeft y
Het is inderdaad min of meer een probleem, dat de gemeente voor de koeten ko.ib te
lieu is muej-Lutctu u. ,,a+PI1 <ie bidrage aan de gemeente bevro
staan. Zoals sommige raadsleden wel zullen weten,
10-70 woo vfif Borz^n op Zoom nog niot zo uoo^ wa.%#
ron op het niveau wat er in 1976 was. Toen za*c J
dan some, zoaLe in dit geval, sen woïdHsTt nkt al te lek.
ziih oS. 5 diksoort "voorzieningen moeten afvragen of de bedrage van do
deelnemers verhoogd kan worden, gezien het nut wat er is en gezien e rempe
da£ eventueel in lou kunnen leggen.
^Sn,eoïdSeSet bkaald geen ïuxe is. Hie indruk wil Mi «1 1didel«k gemaakt zien,
n.l. dat een peuterspeelzaal geen luxe is»
Een antwoord dc vraag van de hoer Broos, die dan niet aan hem werd gesteld en die
dan ook niet zo tot hom i3 doorgedrongen, kan hij eigenlijk moeilü-c gevoi
De heer BHOOS zou toch wel graag zien dat de huidige wethouder daar eens aandacht
En zou besteden, waarbij hjj net de oude-pouter-wethouder niet kwaluk neemt dat h„
daar niet toe gekomen is.