28 gebieds—typering geen mogelijkheden om milieubelastende bedrijven te weren. Zijn fractie ondersteunt voorshands het voornemen van het college, het bestemmingsp an als het ware milieu-bewust te maken zodra hiertoe de jurisprudentie de mogelijkheid geeft. In feite het voorstel Westerhof, zoals geformuleerd in de betreffenue aante keningen. Tot dat tijdstip zal men zich richten op het gronduitgilte-beleid, dat nog mogelijkheden biedt een verdere milieu-belasting te voorkomen. Zou er op korte termijn geen duidelijkheid komen óf de situatie hiertoe aanleiding ge ven, dan acht zijn fractie het noodzakelijk, dat de raad de verantwoordelijkheid neemt en nadere invulling van dit bestemmingsplan ter hand neemt. Zovel net milieu, de woonomgeving als de werkgelegenheid zijn gediend met duidelijkheid. Wat het beleidsvoornemen 5, of beter gezegd a betreft wil hij opmerken dat, om het huidige bestemmingsplan Theodorushaven ongewijzigd te laten, dat zyn fraciie niet juist voorkomt. Hij vindt het geen logische gedachtengang nó de analyse m hooldstuk 5 van de nota over de reeds bestaande situatie. De argumentatie, dat het terrein voor ca. 80% is uitgegeven en de bestaande bedrijven geen herziening mogelijk maken, deelt zijn fractie niet. Uitgegeven grond betekent niet dat die dan ook tot dat percentage is volgebouwd. Hij pleit derhalve voor een herziening van dit bestemmingsplan, waari de nieuwste inzichten op planologisch- en milieugebied worden gehanteerd, uiteraard met inachtneming van de realiteit en indien nodig een goede overgangsregeling. Alle andere argumenten heeft hij in de vorige raadsvergadering reeds genoemd. Overigens heeft hij nog wel de vraag, of het mogelijk is om bewust het voornemen te hebben een herziening van het bestemmingsplan op grond van ar^®1 33 van de -l p de Ruimtelijke Ordening te negeren. In 1981 bestaat deze wet Lelijke vexplicL tmg. Hij wil het antwoord van het college en de discussie in de raad even afwachten om te bezien hoe het met dit bcleids-voornemen verder zal gaan, of dienaangaande een wy. - Zijn'fracti^wi^zich gaarne aansluiten bij de complimenten die de minister van milieu heeft gegeven aan de Werkgroep De Generaal. Al te gemakkelijk wordt dit soort groepe ringen in een hoek gezet dia niet terecht is. De stelling dat yveraars voor een goed ÏÏlieu per definitie de werkgelegenheid zouden schaden berust vaak op vooroordeel en misverstanden. Hij is van mening, dat dergelijke groepen juist oen onmisbare bijdra ge leveren aan een goede werkgelegenheid en een goed milieu. Ook de heer V/ESTERHOF dacht, dat deze nota in de vorige raadsvergadering al uitvoerig aïi de orde is geweest. Zijn fractie heeft nu geen nieuwe gezichtspunten kunnen ont dekken en zij blijven dus by het toen vastgestelde beleid, wat dan wil zeggen, a zyn fractie met de in de nota vastgelegde beleids-uitspraken akkoord aal gaan, met de opmerking die hijzelf toen heeft gemaakt ten aanzien van ho, koordlaw college dan nu heeft overgenomen. De heer VAN KEKiSNADE wil beginnen met de opmerking, dat hij het college erkentelijk is, dat het, ondanks de drukke carnavalsmaand, toch geslaagd is m her. organiseren Va-n een hoorzitting. Er zijn opmerkingen geweest van; wat was daar nu de zin van want e zijn toch niet zoveel nieuwe gegevens uitgekomen. Zijn ^r®;c^e von^1 het toch 1 langrijk, dat betrokkenen in ieder geval de mogelijkheid hebben gekregen om op- 01 aan merkingen te maken en hun zegje te doen. althans yoQr frac^ Inderdaad zyn er niet zoveel nieuwe zaken aan ae oxuk- tie zijn er geen nieuwe gezichtspunten gekomen. Dat houdt dan in dat de nota, zo al lie eerder Sl is voorgelegd, door zijn fractie kan worden onderschreven ook wat de beleids-uitgangspuntcn betreft, met dien verstande dat de aan/ulling Westerhof, al. dat zo 'mag noemen, door zijn fractie eveneens van narte wordt onderschreven Tot daar meer mogelijkheden zyn met bestemmingsplannen zal via het grondait0ifte-L- leid de zaak daar goed gevolgd kunnen worden. Da heer VAD DE WATER moet zeggen, dat zijn fractie van mening blijft dat or oen herzie ning moot komen van het bestemmingsplan Theodorushaven. De heer VA» DER STOEL hoorde van de heren van Kemenade en Westerhofdat zij tevreden waren met de toevoeging dus daar zal h« dan vorder maar niets meer over zeggen. De heer Mtemans somde nog diverse dingen op en hij begon met de opmerking, stand-stil1-principe alleen maar zou golden voor bestaande bedreven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 85