4
Daar zou dan eventueel bij vermeld kunnen worden: die en die evenementen zouden
eventueel tot een verhoging van 2 of 3 miljoen moeten leiden. Dan kan de raad
altijd nog besluiten: die prys vinden we daarvoor toch te hoog en dan kan men
dat laten vallen.
Dan hoeft niet persé gekeken te worden naar dat programma van eisen, wat toch
wel zeer stringent is te noemen. Feitelijk, ook al staat dat zo op papier, is de
raad nooit verder gegaan dan een aantal wensen van v/e vallen graag zus en we
vallen graag zo. Daarvoor zijn diverse oplossingen mogelijk. In dit voorstel wordt
dan feitelyk maar van één gegeven oplossing, nl. die vanarchitect van der Scheer
uitgegaan, waarbij altyd nog in de particuliere sector bekeken zal moeten worden
of dat wel uitvoerbaar is. Hij zou eigenlijk meer vrijheid willen hebben om ook
andere oplossingen te onderzoeken.
De heer JEÜKENS kan zeggen, dat hij het voorstel van het CDA wil ondersteunen.
De heer STUART meent dat de CDA-fractie er geen moeite mee zal hebben, als in de
redactie gesproken gaat worden over de geest van plan I. Waar het hem om gaat is,
het plan wat die zogenaamde pleinzaal omvat. Dat ruimtelijke idee, daar gaat het
hem om. Dat was in het tot nu toe gepresenteerde plan I duidelijk het geval.
Er mag van hem gerust in komen te staan: een oplossing op basis van het idee,
vervat in plan I of iets dergelyks.
Dat was dus ook de bedoeling van het betoog van de heer ARNOYS.
De VOORZITTER dacht dat het college er wel even behoefte aan heeft om zich hier
over te beraden.
Het college heeft ook e.e.a. opgesteld, wat ongetwyfeld ook al wel in de fracties
besproken zal zijn. Hy kan dan eigenlijk alleen maar constateren, dat het papier
wat hij nu voor zich heeft gekregen anders is dan datgene wat al klaar lag, ook
al gezien de druk. Het college zal zich dus wel even moeten beraden.
Hij val wel even voorlezen wat het college had opgesteld, zodat ook de raad daar
kennis van draagt en daar dan in die tussentijd ook nog even over kan praten.
Als er tenminste gepraat kan worden en de raad niet vast wil blijven zitten aan
het voorstel wat nu op tafel ligt.
Hij wil de heer van der Stoel vragen, om het college—voorstelals hij dat zo mag
noemen, dan eerst maar even voor te lezen.
De heer VAN DER STOEL wil dat graag even doen.
Lat college-voorstel luidt:
De raad der gemeente Bergen op Zoom besluit:
1. Het college van B.& W. te verzoeken de door de heer C.J.Hoppenbrouwers op te
zetten exploitatiemogelijkheden incl. de eventueel van de gemeente verlangde
garanties bij realisering in de particuliere sector van plan I gelijktijdig met
de schetsontwerpen aan de raad voor te leggen.
2. Het college van B.& W. van de gemeente Bergen op Zoom opdracht te verlenen,
door architect Hammei de mogelijkheden te laten onderzoeken van nieuwbouw ach
ter de gevels van de betrokken panden aan de Lievevrouwestraatdaarbij als
uitgangspunt nemende het zogenaamde idee 4 van gemeentewerken, en dat ontwerp
aan de raad voor te leggen voor een definitieve keuze.
De uitwerking daarvan zal zodanig moeten zijn, dat in het ontwerp de huidige
programma's van Luxor en Stoelemat redelijk uitvoerbaar zijn en dat een uitbouw
in de toekomst, eventueel in fasen, mogelijk blijft. De gemeentelijke lasten in
de investeringssfeer mogen niet hoger zijn dat overeenkomt met het equivalent
van een investering van 8 miljoen.
3. in het licht van 1 en 2 in te stemmen met de geparafeerde intentieverklaring
dd. 20 juli 1979 tussen het college van B.& W. van Bergen op Zoom en de heer
C.J.Hoppenbrouwers in zijn hoedanigheid van enig directeur van Exploitatiemij.
P.Hoppenbrouwers Zn.B.V., Luxor B.V. en Rianco Vastgoed B.V., met wijziging
van de architectenkeuze overeenkomstig het gestelde onder punt 2, en de her
ziene tekst van onder b, n.l. de aanvulling met de woorden "of het gebouw T
van het Wilhelminacomplex. Bij de beoordeling van de schetsontwerpen door de
gemeenteraad te bepalen, welk gebouw in de transactie zal worden betrokken."
4. liet college op te dragen nadere voorstellen aan de raad te doen terzake van
verschillende mogelijke beheersvormen en exploitatiewijzen, waarbij alle mogely-
ke effecten op dc gemeentebegroting ten gevolge van kapitaals- en exploitatie
lasten, van deskundige adviezen voorzien, belicht worden.