30
De heer VAK DER STOEL heeft toen gezegd: zo staan de zaken er voor en hij kan nu
zeggen: zo staan ze er nu nog voor. Er is dus niets veranderd.
Ejj vindt het overigens toch wel terecht dat de "brief van Gamma even worut aurgeroeru
omdat Gamma op het ogenblik eigenlijk op een soort "dead—line" zit, al heex t hij een
hekel aan dat woord, voor het kunnen afsluiten van contracten.
De stichting Gamma vraagt daarover dan opheldering en zo ver hij uit de brief op
kan maken wordt dat met alle begrip voor de situatie gedaan.
De duidelijkheid, voorzover die bij het college bestaat, kan dan zó gegeven worden,
dat de Luxorwat er ook mee gebeurt, wel gesloten zal zijn en dat dat v.el voor
jaren zal zijn, als men gaat verbouwen. Dat het college nog niet kan zeggen wat dan
met de Stoelemat zal gaan gebeuren. Dat het het college op dit moment in ieuer
geval onverstandig lijkt om tegen Gamma te zeggen: het ziet er naar uit dat de ge
meente de Stoelemat kan aanhouden en u mag daar dan wel in.
Men weet n.l. helemaal nog niet in welke richting de oplossing gaat. Om dan van te
voren al bepaalde dingen te gaan vastleggen, lijkt hem niet verstandig en hij dacht
ook niet dat Gamma dat van de gemeente kon vragen.
Het derde wat wordt gevraagd is: wat doen we met de Hofzaal, De Hofzaal is dus zo
veel mogelijk beschikbaar voor alle activiteiten die Gamma daarin kan plegen.
Gamma zal toch moeten gaan proberen, dacht hij, om andere zaken in Bergen op Zoom
misschien in andere vormen aan waarin zij gewend waren voorstellingen te geven, in^
een cultureel programma onder te brengen. Hij zegt daar onmiddellyk bij, dat dat ''ex
moeilijk za.1 zijn, maar de situatie ligt nu eenmaal niet anders.
Ken zit op een punt dat aan een oplossing kan worden toegekomen en hij dacnt dat
Gamma daar ook wel begrip voor zou kunnen opbrengen.
Op dit ogenblik kunnen door het college geen duidelijkere uitspraken worden gedaan,
De VOORZITTER stelt dan de brief van de heer Reemer aan de orde.
De heer MULLER kan daar erg kort over zijn. Vorig jaar is daar in een besloten na
zitting van de raad even over gepraat en de CDA—fractie conformeex't zich aan het
standpunt wat toen ook werd ingenomen.
Voor de PvdA-fractie geldt hetzelfde wat de heer Muller zonet heeft verwoord, kan
de heer VAH DER VELDEK zeggen. Vorig jaar is gezegd: nog één keer en volgend jaar
zal het anders zijn. Hij heeft er verder eigenlijk weinig aan toe te voegen.
De heer BROOS kan ook wel met de beide vorige sprekers meegaan, alleen komt bij nem
de vraag boven welke bevoegdheden nu eigenlijk door B.« W. aan die stichtingen die
zich met Carnaval en Braderie bezighouden, worden aigege"vm
Hij vindt net onjuist als mensen benaderd worden in de geest van: die stichting wil
daar niet aan meewerken. Dat moet het college doen en niet die bevoegdheid afgeven.
Dat heeft hij in het verleden al meerdere malen gezegd.
Daarnaast vindt hij ook dat als het ene niet mag, het andere ook niet mag worden
toegestaan. Hij misgunt niemand zijn boternam en persoonlijk is hij niet zo e: g voor
een scooter met Carnaval. Zy hebben er echter wel 20 jaar gestaan.
Het moet echter een beleid zijn van B.& W. en of het dan stichting Carnaval is oj.
een andere stichting heeft er niets mee te maken. De raad is gekozen om oergen op
Zoom te besturen en dat moet gewoon duidelijk blijken.
Hij wordt wel meer gebeld door middenstanders die zeggen: waarom mag dit niet en
dat niet en dan zegt hij steeds: sorry, maar dan moet u bij B.& J. zijn.
Ken hoort ook wel eens bij de braderie b.v. dat de een wel een kraam rnag wegzetten
en een ander niet. Hij vraagt zich dan wel eens af: vat zit men eigenlijk in een raad
te doen.
Het lijkt mevrouw VLUG inderdaad verstandiger om die bevoegdheden weer aan de ge
meente toe te trekken, aan het college.
De heer VAK KEMENADE hoorde net spreken over een dead-line. Jlij denkt dan dat dit
een dead-line voor de raad is omdat die doodeenvoudig niet de macht heeft om wel
of niet dit soort zaken op dit moment toe te staan. Hij vindt het wel jammer^ dat
een ondernemer, of ondernemers die daar afwisselend 20 jaar hebben gestaan terwijl
in het verleden de baten van die zaak dan ten goede kwamen van de stichting die die
dan misschien op dit moment niet meer nodig hebben - dat kan hij niet beoordelen
die kans dan nu niet meer krijgt. Vorig jaar heeft de voorzitter een bemiddelings
poging gedaan op verzoek van de raad en werd inderdaad tegen die ondernemer gezegd:
dit is dan wel de laatste keer.