29 Dan stelt de VOORZITTER aan de orde de aanvullingsagenda en wel: 1Voorstel inzake het voteren van kredieten ten behoeve van onderzoeken voor de oplossing van het zalenvraagstuk. (Verzameling 1980 nr. AZ/24) De heer BLOOS v/il hierbij opmerken, dat in een eerder stadium door v/ethouder van der Stoel is geschermd met: jongens, de heer Hoppenbrouv/ers heeft een alternatief plan en dan moeten we gauw zijn, anders zal het niet meer lukken. Dat was natuurlijk een dooddoenertje want het is wel begrypelijk dat geen enkele particulier daarin trapt. Daar hoeft hij dus verder dan ook niet op in te gaan, dacht hij. Van de andere kant, als men dat v/il gaan onderzoeken en men vraagt dan toch weer 59.000.- aan de gemeente vraagt hij zich toch af waar de gemeente dan precies aan toe is. Hij heeft dan toch wel enige bedenkingen. Het gaat weer geld kosten. Hij zal dat kritisch blijven volgen. Hij v/il andere onderzoekingen in een breder ver band dan niet uitsluiten en daar t.z.t. hoogstv/aarschijnlijk wel mee voor de dag ko men. De heer VAN DER VELDEN v/il vragen of deze kosten onderdeel uitmaken van een totale begroting die in een eerder stadium al is toegezegd. De VOORZITTER zegt dat het natuurlijk zo is, dat, als men op een gegeven moment komt tot een begroting voor een totaal gebouw, alle aanloopkosten daarin inbegrepen zijn. Nu worden deze kosten zoals dat heet vooi'lopig geactiveerd. De heer VAN DER VELDEN zegt, dat naast de brief die de voorzitter aan het begin van de vergadering aanhaalde, er ook nog een brief is binnengekomen van Gamma, die graag voor 28 januari 1930 uitsluitsel wilde hebben over een aantal zaken. Hy wil vragen of ook die brief nu even besproken zou kunnen worden. De VOORZITTER dacht, dat de wethouder daar wel even een antwoord op kan geven. De heer VAN HEIJST v/il vragen of het de gewoonte zal worden dat men als raadsleden ook nog stukken aan de raadsagenda kan gaan toevoegen. Dat zeker niet, meent de VOORZITTER, maar hy dacht dat in dit verband de wethouder wel een korte verklaring kon geven hoe het college op het ogenblik handelt met de aanvragen voor het volgend jaar. Dat is een hele simpele mededeling. De heer VAN DER VELDEN zegt dat het in deze een brief betreft van de stichting Gam ma aan alle raadsleden, waarin wordt gevraagd om voor 28 januari uitsluitsel te krygen. Gezien de belangrijkheid van de activiteiten die zij plegen, vindt hij het toch v/el prettig even iets van de wethouder te kunnen vernemen over het standpunt van het college in deze. De heer BROOS heeft net een stuk ontvangen van de heer Nijpels betreffende de Pasar lialang, wat hij dan nog v/el niet helemaal gelezen heeft, maar dat schijnt ook nog al spoed te vereisen. De VOORZITTER zegt dat de raad van de v/ethouder een hele korte verklaring zal krij gen, hoe het college op het ogenblik handelt met het al of niet verhuren van de Stoelemat en van Luxor. De heer VAN DER STOEL wil, voor hij ingaat op de vraag betreffende Gamma, eerst v/el even zeggen dat de heer Broos er toch om bekend staat dat hij verkeerd citeert. Dat heeft hij vanavond al eens eerder gedaan want wat hij spreker aanwreef was absoluut niet zo gezegd. De heer BROOS heeft niet beweerd dat de v/ethouder het zo heeft gezegd, maar in die vergadering heeft de wethouder wél gezegd: jullie moeten v/el gauw zijn anders gaat Hoppenbrouv/ers zelf beginnen. Daar heeft hij toen nog zo om moeten lachen. Dat doet n.l. geen enkele particulier, ook Koppenbrouwers niet. De heer VAN DER STOEL heeft in die vergadering alleen maar geconstateerd hoe de situatie toen lag en hij dacht daarbij op geen enkele manier te hebben geprobeerd om een soort dreigement door te laten klinken van: als jullie dat doen dan gebeurt er dat. Hij constateerde toen alleen: mensen; zo staan de zaken ervoor. Dan is de bedoeling van. de wethouder misschien verkeerd overgekomen, meent de heer BROOS, maar hy heeft het toen v/el zo gezegd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 45