21 andere vestigingsmogelykheid. Ilij denkt dat men met die situatie niet erg gelukkig zal zijn en hij wil de raad er dan ook voor waarschuwen niet al te lichtvaardig aan te dringen op het opnemen van milieunormen als men daarnaast een krachtig werkgelegenheidsbeleid wil voeren. Hij dacht hiermede zijn achtergrond voor de nota wel duidelijk te hebben verwoord. Als de heer VAN DER STOEL probeert aan te sluiten bij het laatste wat de heer Dek kers heeft gezegd, probeert hij meteen te antwoorden op een aantal gestelde vragen. Ook op vragen die door de werkgroep De Generaal zijn gesteld. Deze werkgroep heeft toch maar gesteld, dat het mogelijk moet zijn orn milieunormen in bestemmingsplannen op te nemen. Daarbij wordt dan ook nog gezegd: de gemeente Bergen op Zoom is dat echter niet van plan. Hij vindt dergelijke opmerkingen onjuist en hij zal proberen om die recht te zetten. De werkgroep verwijst ook naar de jurisprudentie die er al is en die er nog komen moet. Daaraan vooraf gaat dan eigenlijk het feit, in hoeverre de wet in bepaalde mogelijkheden voorziet. De uitspraken liggen wat dat betreft heel duidelijk, dacht hij. Er mag n.l. geen koppeling gemaakt worden tussen de wet ruimtelijke ordening en de hinderwet. V/at er in Bergen op Zoom gebeurt staat uitvoerig in de nota vermeld. Dat is een practische koppeling. Men zou kunnen zeggen dat het een formele koppeling is die men volgens de wet niet mag doen. De woningwet zegt in een bepaald artikel wanneer men dat mag gebruiken maar sluit daarbij absoluut uit, dat er een koppeling wordt gemaakt tussen een bouwvergunning en een hinderwetvergunning. Even terugkomend op wat hij zojuist zei: in de praktijk vindt er vooroverleg plaats en dat staat uitvoerig in de nota» te lezen, waardoor een materiële koppeling wel plaats vindt en een formele koppeling niet, a.ls hij dat zo mag onderscheiden. Dat zijn een aantal wettelijke mogelijkheden. De werkgroep De Generaal legt daarbij een zinsnede in de nota ook verkeerd uit, waar gezegd wordt op een gegeven moment, dat de v/et bepaalde mogelijkheden niet biedt. De wet verbiedt bepaalde dingen echter niet. Uit de praktijk in de jurisprudentie moet dan blijken of het dan wel mag. Om die jurisprudentie gaat het can nu net. Dan worden 2 gevallen daarbij met name genoemd en dat zyn de bestemmingsplannen van Rozenburg en van de Maasvlakte. Als hij mag proberen dat eenvoudig samen te vatten, waarover dan in het ene geval een uitspraak is gedaan en waarbij het andere geval nog loopt, dan moet hij zeggen dat het bestemmingsplan Maasvlakte geen enkele norm kende; eenvoudig gezegd dat gedeputeerde staten van Zuid—Holland hebben gezegd: nee, tegen dat bestemmingsplan en dat de Kroon in beroep ook nee heeft gezegd, wat dus dan inhoudt dat de gemeente in zo'n bestemmingsplan in zo'n industriegebied als zij dat maakt en daarvoor nodig vindt v/el hoel degelijk met het milieu rekening moet houden. Daartegenover staat het bestemmingsplan Rozenburg, waar geen uitspraak over is ge daan en v/aar men hier nu juist op zit te wachten, omdat dat eventueel gelegenheid zou geven om in het bestemmingsplan wél wat te gaan doen wat nu nog niet mag. In dat bestemmingsplan Rozenburg staan wél normen gesteld. De werkgroep De Generaal zegt dan: en GS van Zuid-Holland hebben dat goedgekeurd. Dat is dan net de hele zaak. Dat is n.l. inderdaad v/el gebeurd maar men is in beroep gegaan en dat is nog by de Kroon in behandeling. Men kan dus niet zeggen: GS hebben het goedgekeurd dus kan Bergen op Zoom het nu ook v/el doen. Men zal gewoon op de uitspraak van de Kroon moeten wachten omdat het geen zin heeft om die of andere normen op te gaan nemen als men bijna zeker weet dat het niet zal kunnen en de tendens - alle deskundigen wijzen in die richting - is dat de Kroon er niet mee akkoord zal gaan. Vandaar dat men er hier maar liever op wil wachten. V/at in een bestemmingsplan wel zou mogen is, en dat is door diverse mensen genoemd, het instellen van een zonering en men kan een lijst maken van milieu-beinvloedende activiteiten. Daarmee - en daar heeft de heer Dekkers ook al even op gewezen - kan men tamelijk ongenuanceerd te werk gaan. Ofwat eigenlijk moet volgens voorschrift kan men bepaalde activiteiten uitsluiten, wat dan betekent dat volstrekt elke acti viteit in die richting wordt verboden, en de heer Dekkers heeft er al op gewezen, dat dat erg kwalijk kaai zijn omdat, als men op een bepaald moment met een bedrijf in aanraking komt wat dan aan alle bepalingen voldoet en men dus graag zou willen hebben, maar omdat het dan in die lijst staat kan het niet geaccepteerd worden. Zou zo'n lijst té gedetailleerd gemaakt worden dan worden net zo goed weer een aan tal bedrijven uitgesloten die ook zouden kunnen komen en men graag zou willen hebben. Dat zijn dan de problemen in de praktijk waar rnen mee zit. Het is dus absoluut geen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 37