6
het principe.
De heer JEUKENS nou er toch voor '.villen pleiten, om dene subsidie maar te geven.
En dan eventueel onder de toevoeging die de heer van Kemenade daarbij opmerkte.
De heer VAN DER VELDEN hoorde een opmerking; dan moet daar* maar een ander beleid
voor komen. Hij meent dan dat juist deze verenigingen daar niet op kunnen blijven
wachten. Hij dacht dat die toch in ieder geval de kans moeten krijgen om door middel
van b.v. een start-subsidie activiteiten te gaan ontwikkelen.
Hij vindt dan ook dat in deze de raad best een besluit zou kunnen nemen om een een
malige start-subsidie te geven.
Daarnaast heeft hij in eerste termijn opgemerkt, dat zijn fractie wacht op een nieuw
subsidie-beleid wat is toegezegd.
In deze zal daar evenwel niet op gewacht moeten worden maar zal in ieder geva.l het
subsidie gegeven moeten worden.
Als dan nog gesproken wordt over een Hartstichting en dat die toch eigenlijk ook wel
in aanmerking zouden komen voor subsidie, wil hij daarbij opmerken, dat dergelijke
stichtingen toch wel vaak andere bronnen hebben waar zij uit kunnen putten.
Het is duidelijk, dacht hij, dat de activiteiten die Benegora pleegt, toch ook van
wezenlijke zin zijn voor Bergen op Zoom.
Zijn fx-actie wil zich niet verschuilen achter datgene wat eventueel het streekge-
west zou gaan besluiten, maar willen voorstellen om in ieder geval dit gevraagde
subsidie, eventueel als eenmalig start—subsidie, te geven.
De heer BROOS dacht niet dat het gaat om de zin van Benegora. Daar bestaat bij geen
van de spi'ekers van vanavond een verschil van mening over, dacht hij.
Het gaat puur om het financiële principe.
De heer GOERISSEN zegt dat het inderdaad een grens-geval is in het subsidie-beleid.
Hij denkt Jat het ook een grensgeval zal worden in de raad bij de stemming eventuee.)
Het gaat echter maar om 400.en hij begint toch ook wel te weifelen of nxet in
de richting moet worden gegaan van; laten we het voor deze ene keer dan maar weer
doen.
De heer SITTROP meent, dat er dan toch wat geld over kan blijven van de bedrijven.
De VOORZITTER vindt dit een erge goeie.
De heer VAN DER STOEL roept nog even in herinnering de woorden van de eerste spre
ker over* dit punt, n.l. die van de heer T./esterhofdie zei dat de motivatie van
het college toch niet zo sterk was. Daar is spreker dan maar niet zo diep op inge
gaan omdat hij deze discussie al had voorzien; dat nu juist dlt soort argumenten
een rol gaan spelen. Als men zegt: we hebben een bepaald criterium en daar houden
we ons aan is dat inderdaad erg formeel. Als men er echter van af gaat wijken en
dat dan nog eens extra gaat motiveren komt men juist in een discussie terecht waar
men nu ook mee bezig is en komt men op een gegeven moment tot de vraag: vindt u
het werk van Benegora dan niet goed. Dat is echter de kwestie niet. Het gaat niet
om het werk van Benegora en dat het college dat niet goed zou vinden. Hij wacht er
zich dan ook voor1 om daar iets negatiefs van te zeggen.
Wat moet men dan doen als men niet vast gaat houden aan de subsidie—critei'ia die
men heeft.
De heer van der Velden zei: er komt toch een subsidie-beleid en vooruitlopend daar
op kunnen v/e dit subsidie toch alvast wel geven. Dat vindt spreker dan een tamelijk
kromme redenering. Het subsidie—beleid moet n.l. nog worden vastgesteld en als nu
zou v;orden gezegd: daar moeten we nog op wachten maar doe het alvast toch maar,
zit men er natuurlijk wel aan vast en moet straks bij de formulering van de subsidie-
kwestie waarschijnlijk een kronkel gevonden worden waarin deze subsidie dan in onder
kan worden gebracht. lat vindt hij dus niet zo'n ijzer sterk argument eigenlijk.
De heer van Kemenade voelde wel iets voor een tussenvorm, n.l. het subsidie geven
en aan het streekgewest vragen om dat ook te doen. Daarmee zit men dan natuurlijk
ook niet helemaal op het rechte pad. Als men het streekgewest ziet als verlengd
lokaal bestuur en a,ls instantie die dingen doet die de gemeenten samen willen doen,
is het toch een beetje eigenaardige figuur als een gemeente dan weer afzonderlijk
zou gaan subsidiëren, vindt hij, en het streekgev/est daar bovenop nog eens een keer.
De heer VAN KEIHENADE bedoelde natuurlijk, dat men nu alvast dit subsidie toekent en