Bergen op Zoom, 28 december 1979-
I
De voorzitter van de raad der gemeente Bergen op Zoom roept
- overeenkomstig de wens van de raad, geuit in de vergadering van 21 december j.l. -
de leden op in openbare vergadering, te houden ten stadhuize op VRIJDAG A januari
1980, des namiddags om 20.00 uur precies.
De voorzitter,
Drs. L.J.M. van de Laar.
Overeenkomstig de wens van de raad bestaat het voornemen cm na de opening van de
vergadering de vraag te stellen of (tijdens een deel van de vergadering) met
gesloten deuren zal worden beraadslaagd.
(art. A9 Gemeentewet).
Enig agendapunt: Het Zalenvraagstuk te Bergen op Zoom.
Daarna zou dan de vergadering heropend kunnen worden en het publieke debat over
deze zaak kunnen plaatsvinden.
Hij stelt voor om dan nu de deuren maar te sluiten en in beslotenheid verder te
vergaderen,om zodoende aan de heer Koppenbrouwers de nodige vragen oc kunnen
stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
Na heropening door de VOORZITTER wil deze gelijk maar een schorsing voorstellen,
om de fracties de gelegenheid te geven voor onderling beraad.
De VOORZITTER heropent de vergadering en wil graag het woord geven aan de heer
Stuart.
De heer STUART kan zeggen dat na de besloten vergadering van hedenavond de
CDA-fractie de volgende stellingname heeft:
Het CDA heeft in haar programma en in de algemene politieke beschouwingen van
de fractie er nooit geen misverstand over laten bestaan, dat de te kiezen op
lossing van het zalenvraagstuk een afdoende oplossing *n een definitieve ~ou
moeten zyn. De door de CDA-fractie ingenomen standpunten terzake in de raads-
verraderingen waarin het vraagstuk san de orde kwam, zijn dan ook tegen die ach
tergrond te bezien. Als een totale oplossing van het zalenvraagstuk, gebaseerd
00 een programma van eisen, als neergelegd in de nota van novembe^ 1978 en e^
discussie daarover in de raadsvergadering van januari 1979» werd gespen de ui^
voering van het zogenaamde plan I, dat voorzag in de nieuwbouw op_ue Lu::or-±o^a-
tie van een zodanige accommodatie, dat daarin de programma's van nuxor en Stoc-
lemat, en misschien nog wel meer. redelijkerwijs gesproken, samengevoegd moesten
kunnen worden uitgevoerd. w
Over de technische merites van. dat plan heeft geen verscml van mening .y
Over de financi'dle kant ervan des te meer. Zich baserend op de mening, dat ae
zeggenschap inzake beheer bij de gemeente zou moeten liggen, kwam het collego 0
de conclusie, dat plan I niet haalbaar was, gezien de tengevolge van te snellen
orioriteiten beschikbare middelen. Denk daarby maai' aan de proclemen by e
gemeentelijk woningbedrijf
Vi 5CUCU.LW1#
