J
3
Lat was ge vroon een belachelijke onderneming.
Welnu. Ik dacht dat de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden heeft bewezen,
dat dat verre van een belachelijke onderneming is geweest.
Het v/as echter het dienen van het gemeenschappelijk belang.
Sn in het dienen van dat gemeenschappelijk belang heeft ook toen het Oranjehuis een
rol vervuld.
Niet als souverein, maar als dienaar van de staten.
De stadhouders v/aren uitdrukkelijk de dienaren van de staten, hoofden - officials
zo men wil - in het republikeinse bestel.
Wanneer na de napoleontische tijd er een modernisering optreedt, en dat ic het typi
sche, wordt op dat moment de monarchie ingesteld, wat dan een modernisering van het
s*bctcv"b sTd g s"t betekende.
Geen teruggang in Nederland naar oude tradities, geen mislukte restauratie als in^
Frankrijk na de revolutie en na het mislukte avontuur van Napoleon, geen restauratie
van het ancien régime.
In Nederland treedt aan het begin van de 19e eeuw een modernisering op, die zyn uit
drukking vindt aan de top van het staatsbestel door de instelling van de souvereine
monarch, een souvereine vorst.
En vandaar dat ik in dat artikeltje beweerd heb en dat hier nog eens wil onderstre
pen, dat de monarchie in Nederland ergo niet is gevestigd op oude familierechten,
niet gevestigd is op het feit van bezittingen, niet gevestigd is op het feit dat de
monarch nu eenmaal het meeste land had en bepaalde wie daarop mocht leven en hoe y
daarop mocht leven, om het maar heel simpel te zeggen; maar dat de monarchie in
Nederland heel duidelijk is ingesteld als een instelling van het^nederlandse voir.
En het is niet zonder reden dat Koning Willem de Eerste, toen hij de titel van souve
reine vorst aanvaardde, de beroemde woorden heeft gesproken: ik aanvaardde wat het
nederlandse volk mij bood, maar ik aanvaardde het onder de waarborgen van een wijze
constitutie. j vi
In die aanzet van de monarchie in Nederland is eigenlijk heel duidelijk dat republi-
keinse gevoelen ingebouwd.
Lat "republikeins" klinkt U misschien in deze omstandigheden als een vloek in de
oren, maar dan wil ik nogmaals zeggen, dat het het Latijnse woord is voor het gemeen-
schaupelijk belang, voor het Gemenebest.
En. dat doet IJ dan misschien het woord republiek in verschillende betogen wat anders
ouvatten. Het is de behartiging van het gemeenschappelijk belang.
In diezelfde lijn ligt de opvatting van dit koningschap in dit Nederland by de ambts
aanvaarding van Koningin Juliana indertijd en zoals U ongetwijfeld vanmorgen heeft
gezien, ook by de ambtsaanvaarding van Koningin Beatrix.
Aanvaarden n.l., wat als taak door het Gemenebest wordt opgelegd. Het vervullen van
een functie in dat Gemenebest. J
Niet op de voorgrond stellend het dynastieke recht, maar wel de functieaanvaarding.
Of die functieaanvaarding dan erfelyk is of niet is weer een heel ander onderwerp.
Ilc geloof, dat men op dat punt puur pragmatisch moot zijn en moet constateren, dat
deze functie, op deze manier opgevat in dit Nederland, op het ogenblik net bes e
vervuld wordt inderdaad door een familie die zich daarvoor volledig wil inzet oen en
daarvoor de grote persoonlijke offers wil brengen die ervoor nodig zijn.
Het moge zo zijn, dat onder invloed misschien van andere monarchieën, de eersteJ>
Koningen van Nederland - Koning Willem de Eerste, Koning Willem de Tweede en Koning
Willem de Lerde - toch wel dynastieke uitgangspunten hadden, er is heel duideiyk
een kentering bij de Koninginnen Emma, Wilhelmina en Juliana; een zeer ui .e yro ont
wikkeling naar dienstbaarheid aan het nederlandse volk.
Men sou haast kunnen zeggen, dat ongeacht de titulatuur, ondanks de staatkun ïge
verschillen, de Oranjes op dit moment dezelfde functie vervullen als klle'ÏC
ger én Maurits én Erederik Hendrik; n.l. de eerste dienaar van de staten, t.n dit ge
val dan: het nederlandse volk.
Het is ook tekenend, dacht ik, dat de nieuwe Koningin haar toespraak besloot met de
uitroep: Leve Nederland. Lat "Nederland" zijn wij dan allemaal.
En Zij is dan het nieuwe symbool van dat ene Nederland.
Vroeger heeft men ook gekend Koningen bij erfrecht en Koningen bij keuze.
Lenk aan het Duitse Keizerschap, aan het Poolse Koningschap; de Koning werd iedere
keer opnieuw uit de hoge adel gekozen; dat is in veel landen gebruikelijk geweest.