23 betrokken bestemmingsplan de bestemming bedrijfsgebouwen hebben, is er ondertussen een moskee tot stand gekomen en komt er nu een cultureel centrum bij. hit zijn zaken waarvan zijn fractie vindt dat die niet eerlijk meer zijn. he wethouder heeft bij agen dapunt 3 gezegd dat de regels wel goed in acht moeten worden genomen van bestemmings plannen maar 2G agendapunten later schijnt dat ineens niet meer zo erg nodig te zijn. Zijn vraag is dan of dit bestemmingsplan niet gewijzigd zal moeten worden en aan te gaan passen aan datgene wat er in werkelijkheid plaats vindt. Daarnaast speelt er nog iets anders. In de stad zijn er nog al klachten over illegale rituele slachtplaatsen in woningen wat een aantal omwonenden nog al moeilijkheden be zorgt. Niet alleen is dit tegen de nederlandse wetten maar bovendien heeft het gevol gen voor anderen. Zijn vraag is, of het niet mogelijk is dat in dit centrum een rituele slachtplaats kan worden gemaakt. Daarmee zouden een aantal zaken verbeterd kunnen worden, neemt zijn fractie aan, he heer VAN DE WATER wil aan het college eens vragen, of het niet vindt met dit voor stel buiten het boekje te gaan. Artikel 209 van de Gemeentewet zegt n.l. dat het dagelijks bestuur der gemeente tot taak heeft: het uitvoeren van besluiten van de gemeenteraad. Het bestemmingsplan is dan zo'n raadsbesluit, waar het college echter geen enkele rekening mee houdt. Door de steeds ontkennende antwoorden van het college i.v.b. ontwikkelingen in de voormalige melkfabriek is het college naar zijn mening ook in overtreding m.b.t. artikel 129 van de Gemeentewethit zegt n.l.: B.& W. geeft alle door de raad ge vraagde inlichtingen. Bij een eerste gesprek met wethouder Mastenbroek in oktober j.l. zei deze tegen spre ker dat de bewoners op geen enkele medev/erking van het college behoefden te rekenen. Hieruit concludeert hij, dat toen al binnen het college een standpunt over deze zaak was ingenomen en dat de feiten bekend waren. Als op deze manier besluiten geforceerd gaan worden, blijft inspraak en medezeggen schap voor de burger een belachelijke zaak. De gemeente had naar zijn mening bij de eerste contacten over deze zaak een voorberei- dingsbesluit voor ddt gedeelte van het bestemmingsplan moeten nemen. Nu heeft men als college een grote verantwoordelijkheid genomen door zonder overleg e.e.a. te willen realiseren, waardoor in die buurt een zeer gespannen situatie is ontstaan. Bij de stukken die ter inzage lagen, bevonden zich geen bezwaren van bewoners. Door de omwonenden van de voormalige melkfabriek zijn via de projectgroep westelijk stadsdeel een aantal vragen gesteld. Hierop zou binnen 14 dagen antwoord worden ga- geven. Middels een brief van de directeur gemeentewerken werden zij in kennis ge steld van het feit, dat deze vragen beantwoord zouden worden door het college. Dat is echter tot op heden niet gebeurd. Ook ontvingen die bewoners nog geen ant woord op vragen, gesteld aan G.S.. Redenen, waarom de gemeente geen financiële steun zou mogen geven, vindt hij, voordat e.e.a volkomen duidelijk is. De heer ARNOYS heeft in het verleden van B.& W. nooit anders gehoord dan dat er geen mogelijkheden waren om de aankoop van de voormalige melkfabriek te voorkomen. Er is ook uitvoerig over gesproken, dat het bestemmingsplan niet in strijd zou zijn met de verandering van gebruik van dit gebouw. Als er nu een sociaal kulturele een heid bijkomt is het voor spreker een grote vraag of dat laatste wel zo is. Weinig mensen zullen zich echter realiseren, dat het vestigen van een synagoge of een moskee een bepaalde getto-vorming in de hand werkt. De bewoners en vooral zjj die zich zodoende onttrekken aan het normale integratie-proces, zullen zo dicht mogelijk bij deze moskee of het sociaal kultureel centrum willen wonen, om daarmee de contac ten zo intensief mogelijk te doen zijn. Deze gettovorming wordt hiermede door het college in de hand gewerkt. Het is voor christenen nooit verboden geweest om in een getto te wonen. De Turken blijken geld op tafel te kunnen leggen, zullen steeds meer woningen in deze wijk gaan aankopen. Die christenen die ze niet willen verkopen is dan weer een andere zaak. Zodoende zal men echter in Bergen op Zoom, landelijk gezien, niet achteraan gaan lo pen; zeker niet. De beweegredenen in het voorstel genoemd, zyn een beetje duister. Er wordt gezegd: in de godsdienst kunnen we natuurlijk niet subsidiëren want dat wordt in geen enkele godsdienst gedaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 170