4 5 De VOORZITTER meent dat de raad van de heer Mastenbroek al heeft gehoord, dat deze het moeilijk vindt om hierover in het openbaar te spreken. Deze stelde dus een be sloten zitting voor. Het college stelt voor om dit stuk nu voor kennisgeving aan te nemen. Additioneel stelt hij voor, om, als de raad er een discussie over wi.1, dac dan veel beter in een klein gezelschap, in een besloten gedeelte van een commissie—vergade ring kan worden gedaan. Het is echter aan de raad om hierover een beslissing te nemen, De heer VAN KEMENADE heeft begrepen, dat een van de raadsleden die discussie wil hebben. Vat zijn fractie betreft, denkt hij wel dat deze daaraan mee zal willen doen, met dien verstande, dat dan inderdaad, omdat het personen, een compleet gezin be treft in Bergen op Zoom, het, zoals de wethouder al voorstelde, in een besloten zitting behandeld zal dienen te worden. Het maakt zijn fractie dan niet uit of die beslotenheid dan in de commissie of in de raad plaats vindt. Dat maakt voor het college natuurlijk wel alles uit, meent de VOORZITTER. Zeker voor de orde van vanavond. Moet hij de deuren nu sluiten of niet. De heer VAN KEMENADE had ook begrepen, dat de heer Broos bezwaren heeft tegen een behandeling in een commissievergadering. Zijn fractie wil in ieder geval wel een behandeling in een besloten vergadering. De VOORZITTER heeft dan nu nog van niemand gehoord of de raad nu een besloten ver gadering wil ja of nee. Mevrouw VLUG wil zeggen, dat haar fractie wel een besloten vergadering wil. Dat had de heer BROOS ook duidelijk begrepen. Dat -weet de VOORZITTER dan nu eindelijk. Mevrouw VLUG meent, dat dit punt dan toch ook naar het eind van de vergadering kan v/orden verschoven. Dat is dan weer een andere kwestie, meent de VOORZITTER. De heer VAN DER VELDEN moet zeggen, dat zijn fractie er geen enkele behoefte aan heeft om deze zaak te bespreken. Het gaat in deze zo duidelijk om personen, dat het erg onverteerbaar zou zyn om er überhaupt over te praten. Daar heeft zijn fractie dan ook geen enkele behoefte aan. Mocht de meerderheid van de raad daar wel voor zijn, dan zal dat zeer zeker in beslotenheid dienen plaats te vinden. De heer BROOS dacht toch dat het de fractie van de heer van der Velden was die voor op loopt voor de laagstbetaalden. De heer VAN DER VELDEN wil met de heer Broos graag in debat gaan over dit soort zak ken, maar hij heeft geen enkele behoefte om daar hier in het openbaar over te gaan discussiëren. Omdat de heer van der Velden het politiek niet kan verkopen, meent de heer BROOS. De heer G0RRIS3EN moet zeggen, dat een openbare behandeling ook bij zijn fractie be zwaren ontmoet. Men ziet er ook de doelmatigheid niet van in. Als er echter raads leden zijn die vinden dat er hierover een gesprek moet plaatsvinden, dan zal dat naar zyn mening in beslotenheid dienen te gebeuren en wat hem betreft, dan zelfs vandaag. De VOORZITTER komt dan tot de conclusie, dat dit onderwerp vanavond in een beslo ten zitting behandeld zal worden en om het vergaderverloop niet al te zeer te sto ren zou hij willen voorstellen om dit aan het eind van de vergadering te doen. De heer DEKKERS wil nog even bij punt cc opmerken, dat hier een concept-brief bijge legd zou worden die naar het Streekgewest zou gaan ten aanzien van het concept actieprogramma van de Beleidsoverlegcommissie West-Brabant. Hij heeft ontdekt dat alle leden die concept-brief nog hebben gezien. Hij meent dat het Delangrijkste punt daarin, waar in de commissie de discussie over gaande is geweest, het informatie systeem was. In de brief staat daarover het volgende: "Een goed en doelmatig systeem wordt wel zinnig geacht en in principe onderschreven

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 152