26 maar dat niet voor niets het bestemmingsplan Buitengebied, waar ook dit gebied in ligt, is aangenomen. Daarvan zal men de konsekwenties moeten tremken. Verder kan hij er nog maar weinig aan toevoegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen, met de aantekening, dat de fractie van de WD wordt geacht tegen het voorstel, genoemd onder a, te hebben gestemd. 4. Voorstel tot het verlenen van een krediet van 414.485.- ten behoeve van de restauratie van de korenmolen "De Twee Vrienden". (Verzameling 1980 nr. AZ/76). De heer STUART kan zeggen, dat de CDA-fractie met dit voorstel in kan stemmen. De fractie zcu echter graag, naar aanleiding van dit voorstel, de volgende overwe ging op tafel willen leggen. In de afgelopen vergaderronde zijn er 2, eigenlijk wat kleinere monumenten aan de orde geweest als deze molen. Het lijkt zijn fractie aan bevelenswaardig, om in deze tot een soort beginselverklaring te komen over proble men van uitgangspunten t.a.v. de restauratie van kleinere, verspreid gelegen mo numenten, niet alleen wat betreft restauratie, maar ook wat betreft restauratie- verplichting, exploitatie, enzovoorts. In deze zou men kunnen denken aan een taak voor de overheid dan wel aan een taak voor particulieren. Hij zou het op prijs stel len als ten aanzien van dit soort zaken eens wat uitgangspunten geformuleerd zou den kunnen worden. De heer BROOS heeft alleen een kleine opmerking, gezien de geschiedenis. Hij vindt het toch langzamerhand een grote gulden geworden. De VOORZITTER meent dat die gulden natuurlijk zijn geld waard is geweest hiervoor. Men heeft altijd geweten, dat de molen niet voor niets weer in zijn oude glorie her steld kon worden. De aankoop heeft in ieder geval op zeer redelijke wijze plaatsge vonden, dacnt hij. Anders dan een eventueel flatgebouw. Wat de opmerking van de heer Stuart betreft betreffende kleine monumenten en monu menten in het algemeen, in theorie is het natuurlijk zo, dat de gemeente een eigen monumentenbeleid kan voeren en eventueel subsidies zou kunnen verstrekken. De heer Stuart versprak zich misschien even toen deze het woord restauratieplic. t noemde, want die bestaat n.l. niet. Daar is ooit wel eens sprake van geweest toen indertijd de monumentenwet tot stand kwam. Restauratieplicht, en zelfs het onder houd van een monument, is uit de wet geschrapt, naar hij meent door het amendement Schakel. Wanneer men een monument niet opzettelijk schade toebrengt, Kan men et bijna uit zichzelf in elkaar laten vallen. Dat is nu eenmaal zo. Zo is de landely- e wetgeving. Zo'n beleid kan dus wel maar de vraag is, of de gemeente dat helemaal kan behappen. Waarom stagneren van de ene kant restauraties soms wel. Omdat op het ogenblik de knip op de beurs zit by CRM, wat betreft toezegging vansubsidies. Daardoor kunnen veel particulieren op dit moment niet aan restauratie beginnen, omdat er geen voor-financiering voor mogelijk is en dat dan hun krachten te boven zou gaan. Men kan wel trachten om tot een gemeentelijk monumentenbeleid te komen maar hij ziet daar eigenlijk, met de beperkte financiële mogelijkheden die er momen teel zijn, niet zoveel mogelijkheden toe. Men weet wel, dat voortdurend wethouder Dekkers en hijzelf in contact staan met de Stichting Stadsherstel, die juis op dit gebied naarstig speurt in de stad naar wat er allemaal opdoet en wat er alle maal 'aan de hand is. Hij dacht ook dat dat redelijk goed functioneert. Hij wil er zijn gedachten nog wel eens over laten gaan maar of dit direct tot con crete verbeteringen zou leiden weet hy ook niet. Op een gegeven moment zal het toch weer op de centen aankomen. De heer STUART had even dat woord plicht gebruikt, omdat ergens in zijn achterhoofd de gedachte zweeft, dat men wellicht, als mc-n zou besluiten om particulieren een rolte laten spelen in dat geheel voor het geval men als gemeente een monument als zodanig zou kunnen verwerven en dat dan aan een particulier zou Kunnen ver vreemden, onder verschillende condities, waaronder de plicht van restauratie, zo iets zou kunnen realiseren. Daarover zou hij toch wel eens graag een gedachte w .- len horen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1980 | | pagina 131