22
hele duidelijk urgentie waardoor die mynheer niet zou kunnen werken.
De heer VAN KEMENADE heeft z<5 zijn vraag niet bedoeld. De wethouder zei in zijn eer
ste termijn, dat de normale duur van een aanvraag 6 maanden is. Nu is dat al 8 maan
den. Hij bedoelde dan te vragen, of dit dan te wijten is aan het feit dat de hele
stapel aanvragen achter ligt of zijn er in dit geval bij andere instanties soms pro
blemen, dat het zo la^g duurt.
Dat is niet het geval, kan de heer VAN DER STOEL daarop antwoorden. Het heeft ge
woon te maken met de urgentie van dit geval waarom deze mijnheer index daad nu al
8 maanden heeft moeten wachten. Er zijn geen speciale redenen, waarom dit geval ex
tra moeilijk zou zijn.
De heer Lorrissen sprak er over, dat er een regeling zou zijn dat de grotere gemeen
ten de kleinere helpen bij moeilijke aanvragen, die zij zelf niet aankunnen. Dat is
een voorlopige bijstands-regeling waarvan in februari van dit jaar verslag is
gedaan aan het gewest. Dat zal in de gewestvergadering best nog wei aan de orde
komen. Het betreft slechts 11 gevallen vanaf het begin van die regeling, n.l. april
1979 tot het eind van dat jaar, waarvan Bergen op Zoom en Roosendaal dan de buit
hebben verdeeld, waarbij dan Bergen 00 Zoom dus 5 6 gevallen heeft behandeld,
hetgeen dan niet betekent dat het daardoor zo is dat de bergse gevallen achterop
zijn" geraakt. Ook daarbij geldt dan weer een bepaalde urgentie, wat dan weer de
volgorde bepaalt van elke aanvrage die binnenkomt.
De heer BROOS moet zeggen, dat de wethouder een uitvoerig antwoord heeft gegeven.
Hij zou hem willen vragen, of hij toestemming zou kunnen krijgen om de volgorde van
die lijst van aanvragen eens door te nemen.
De heer VAN DER STOEL denkt niet dat er een complete lijst zal zijn van 116 aanvra
gen, genummerd van 1 tot 116, in graad van volgorde van urgentie.
Dat hoeft van de heer BROOS ook niet. Hij telt gewoon tot 116, dat is gemakkelijk
genoeg, dacht hij.
De heer VAN DER STOEL heeft er geen bezwaar tegen als de heer Broos gewoon eens
by de dienst informeert. Hij heeft geprobeerd aan te duiden hoe ongeveer de -urgen
tie wordt bepaald; hoe dat er in de praktijk op neerkomt; hoe dat in bepaalde ge
vallen misschien nadelig uit kan vallen. Hij heeft eveneens geprobeerd aan te to
nen, dat dat allemaal nog al erg meevalt, waarbij hij wel wil blijven onderstrepen,
dat er van een onderbezetting op de dienst sprake is en by de uitbreiding van de
wetgeving in de toekomst meer mankracht nodig zal zijn. Wil men dat allemaal aan
kunnen, dan zal er waarschijnlijk wel iets moeten gaan gebeuren.
De hoer BROOS wil het college hartelijk danken voor deze uitleg.
De VOORZITTER wil dan nu eindelijk maar eens aan de eigenlijke agenda beginnen en
stelt aan de orde:
2. Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen
a. Goedgekeurde raadsbesluiten en besluiten van burgemeester en wethouders.
b. Niet-goedgekeurd raadsbesluit.
c. Raadsbesluiten omtrent welke de beslissing door gedeputeerde staten van
Noord-Brabant is verdaagd.
d. Circulaire van gedeputeerde staten van Noord-Brabant te 1s-Hertogenbosch
dd. 26 februari 1980 inzake aanpassing wethoudersjaarwedden per 1 juli
1979 en 1 januari 1980.
e. Besluit van de Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Binnen-;
landse Zaken en de Ministers van Financiën en van Volksgezonfüieid en Milieu
hygiëne dd. 25 januari 1980, houdende toestemming tot verhoging van de tarie
ven voor de levering en beschikbaarstelling van water aan kleinverbruikers
met ingang van 1 oktober 1979*
f. Besluit van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom dd. 15
1980 tot het per 1mei 1980 sluiten van een vaste geldlening groot ƒ.6.OOL.OOO.-»