De slot-conclusie van dit hoofdstuk spreekt boekdelen. Uiteindelijk stelt met dan toch,
dat de uitbreidingen toch plaats kunnen vinden, mits men daar wel zware eisen aan stelt
Y.'elnu. Dat standpunt kan zijn fractie niet delen.
Zijn fractie kan met name op basis van deze bylage geen positief advies geven; gezien
de ervaringen van de afgelopen jaren met G.E, en de situering van dit bedrijf acht zijn
fractie het waarschijnlijk dat dit bedrijf op deze plaats een voortdurende bron van zorg
zal blijven, ook in de huidige omvang.
De directeur-generaal van het ministerie van volksgezondheid en milieu, de heer de Rey,
heeft dit als zijn mening in een eerder stadium te kennen gegeven. Hy verbond er de
conclusie aan, dat dus uitbreiding zeker niet gewenst is. De productie—processen die
reeds nu plaats vinden op een kleine afstand van de woonbebouwing geven risico's die
toch zeer riskant blijven. Verhoging hiervan is dan ook uiterst discutabel.
Ten aanzien van da planologische kant van de zaak wil hij ..de volgende opmerkingen mar
ken: op de eerste plaats bevreendt het hem dat men bebouwing- van de Kolenplaats af—
vijst om milieu-hygiënische redenen, terwijl op dit ogenblik al woonbebouwing is nabij de
plaats waar men wil gaan bouwen. Op de tweede plaats vraagt hij zich af waarom deze
uitbreidingsplannen niet betrokken zijn bij het streekplan West-Brabant en dan met name
by de inspraak-procedure. Er was dan voor de burgers een formele gelegenheid geweest
om zich uit te spreken over de voorgenomen plannen, die zo ingrijpend zijn voor het
woon- en leefmilieu in deze regio.
Sociaal-economisch gezien wordt er waarde gehecht aan het doorgaan van de uitbreidin
gen van G.E. Duidelijk is, dat de discussie rondom de uitbreidingsplannen zich toe
spitst op het tegen elkaar afwegen van economische belangen en milieu-belangen.
Ket is begrijpelyk dat gesteld wordt, dat zuiver economisch gezien het doorgaan van de
uitbreidingsplannen geen slechte zaak sou kunnen zijn. Niettemin heeft de gedachte wel
terrein gewonnen, dat economische groei met een allesoverheersende doelstelling niet
meer alleen mag domineren, maar dat het moet gaan om een nevenschikking van beleids
doelstellingen waarin men op een gegeven moment een afweging dient te maken.
Vel dient ook nu heel duidelijk in de besluitvorming de maatschappelijke voor- en nade
len van de economische activiteiten betrokken te worden. Deze zullen dan getoetst
moeten worden.
elnu. Zijn fractie doet dat en stemt dan ook bewust tegen het advies van GS, wat ook
door een meerderheid van het college ondersteund wordt.
Zijn fractie uil er geen misverstand over laten bestaan dat de noodzaak tot verande
ring van het productie—proces wordt erkend. Echter wordt ook de noodzaak erkend,
om juist nu tot een verdere vermaatschappelijking van de besluitvorming in het econo
mische leven te komen.
De raad van Bergen op Zoom heeft juist nu alle gelegenheid om hierin een daad te stel
len. Men hoeft niet alleen te varen op het kompas of zich te verschuilen achter GS.
Hij komt aan het slot van zijn verhaal.
In alle opzichten vertoont het rapport van GS vele manco's. In het begin heeft hij
daarover al een en ander opgemerkt. De tijd om zich als raad hierop goed te prepareren
is te kort en de aangeboden gegevens bieden te weinig houvast. De arbeidsinspectie is
blijkens een publicatie in een plaatselijk dagblad van vandaag, ook deze mening toege
daan. De inspectie van de volksgezondheid heeft in diezelfde publicatie verklaard,
dat volgens haar hier niet alleen de uitbreiding van het bedrijf in het geding is
maar het hele bedryf.
Dit is inderdaad het geval. Keiaas is dit echter door GS onvoldoende belicht.
Hij vindt het spijtig dat diverse belangengroeperingen niet betrokken zijn geworden bij
de gang van zaken rondom de uitbreidingen. Niettemin heeft men zelfstandig nog al wat
activiteiten ondernomen. Een handtekeningen-actie leverde maar liefst 5000 handteke
ningen op. Voorwaar niet gering en een indicatie voor het feit dat de bevolking zich
wel degelijk betrokken voelt bij het gebeuren.
Het is voor zijn fractie onbegrijpelijk dat zo kort nadat calamiteit op calamiteit zich
voordeed op het bedrijf, men nu toch al uitbreidingen wil gaan plegen,
Hy zou de raad in overweging willen geven om na te gaan hoe de stemming een enkel
jaar geleden was en wat voor uitspraken er toen gedaan zijn. Tevens, wat voor voor
waarden er toen allemaal werden gesteld. De raadsnotulen kunnen daarbij een goede
leiddraad zijn.
Zijn fractie realiseert zich inderdaad heel erg goed dat in het verleden ook mensen
van zyn fractie ins temming hebben betuigd bij de totstandkoming en vestiging van G.E.
in Bergen op Zoom. Niettemin i3 zijn fractie van mening dat na enkele jaren inzichten