5
De heer SITTROP kan zeggen dat zijn fractie het betoog van de heer Gorrissen kan
onderschrijven. TTen vindt ook dat de manier waarop e.e.a. in de brief is verwoord
op zijn minst voorbijgaat aan de bedoeling van het schrijven van het HW»
Ook hier is het gezegde; - en als oprechte muziekbeoefenaar zal de voorzitter dat
zeker moeten weten - e'est le ton qui fait la nvsique van toepassing.
Vandaar dat zijn fractie de suggestie van de heer Gorrissen ondersteunt.
De heer VAN DER STOEL zegt dat zijn fractie noch problemen had met de brief maar
nog minder met de veranderingen die zijn voorgesteld.
De heer VAD EEEJST kan dan opmerken dat de heer Gorrissen blijkbaar weer namens
vélen sprak.
De VOORZITTER wil dan beginnen met de heer Sittrop en opmerken dat., als de toon
dan de muziek zou maken, hij maar eens moet kijken naar de toon van de brief van
het RW. Die brief klinkt dan '"el erg vals en schril en hij vindt dat daar dan
nog al vrij harmonisch op geantwoord wordt, misschien wel meer dan die brief zou
verdienen. Dat is daar dan ook de bedoeling van.
Eet is natuurlijk zo dat het KW beter dan wie ook kan weten dat in het g.o. deze
zaken overduidelijk worden besproken; het RW kón weten dat er oen bespreking op
komst is over het functioneren van de medezeggenschaps-commi.ssieshet RW kin
weten dat de functie-waardering - niet de functie-vaststelling van een bepaalde
man - geleidelijk aan gestalte krijgt en dat dat geen kwestie is van; maar even doen,
Dit is allemaal in bewerking. Als men dan zó 'n brief schrijft over een slecht per
soneelsbeleid, over; wij hebben klachten en; wij blijven aandringen op een gedegen
onderzoek, terwijl men gewoon bezig is om op een normale manier in het g.o. dit
gedegen onderzoek naar functie-waardering te plegen, terwijl men uit het g.o. weet
dat klachten die serieus zijn serieus worden onderzocht enzovoorts, dan vindt hij
dat dit antwoord niet overdreven is. Dan vindt hij dat het UW, als het wat genu
anceerder had geschreven en wat meer handreiking had gegeven uit die geweldige ken
nis van zaken die hieruit zou moeten blijken, dat zij niet door het gemeentebestuur
beleerd' behoeven te worden, zoals de heer Gorrissen opmerkte, dan had hij graag die
grote kennis van zaken uit die brief opgemaakt. Dat heeft hij echter tot zijn spijt
niet kunnen doen eerlijk gezegd. Hij kan er alleen uit opmaken een algemene kreet
van verontwaardiging waar het college geen weg mee weet.
Natuurlijk zou ook teruggeschreven kunnen worden; met zo'n brief weten wij geen weg;
daar heeft het college dan altijd nog zo'n 5 of 6 alinea's over gedaan maar in fei
te wordt het wel gezegd. Dat vindt hij ook wel terecht.
Als de raad zegt; wij schrijven deze brief niet dan moet dat maar. Hij heeft echter
geen zin, noch namens hemzelf noch namens het college naar hy hoopt en aanneemt,
om de redactie te gaan veranderen. Dan moet de raad maar een andere brief maken.
Dat moet dan maar, meent de heer GORRISSEN.
De heer SITTROP meent, dat het college dit hele verhaal toch wel in de brief had
kunnen zetten.
De VOORZITTER heeft de vorige keer al een brief van een dergelijke richting verzon
den maar die was blijkbaar niet duidelijk genoeg.
De heer SITTROP meent dat daar toen een aantal vragen instonden.
De VOORZITTER zou dan wel eens graag de concrete antwoorden op die vragen hebben
gelezen. Er zouden n.l. klachten zijn over functie-waardering - en dat staat er
nog niet eens; er staat vaststelling van functie - en de bijbehorende salarissen.
Het college weet ook wel dat er geregeld mensen bij hun vakbond zullen klagen.
Als hij dan echter naar namen vraagt of naar feiten krijgt hij die niet.
Dat is hem al een paar keer overkomen. Hij vindt dat dan niet re del ijle meer. /daar
Als er een klacht wordt geuit en vraagt; wie is dat dan, en men krijgt/dan hele
maal geen nadere berichten over, kan men toch ook zo'n klacht nooit onderzoeken,
meent hij.
Aan de vak-organisaties is nu gevraagd om in een gesprek onderwerpen aan te dragen.
Dat is dus ook weer algemeen. Het functioneren van een medezeggenschaps-commissie,
de aard daarvan enzovoorts. Hij slaagt er echter niet in om de klachten die op een
bepaalde vergadering in het algemeen worden geuit concreet te maken en er dus ook
niet in om iets te ondernemen. Hen moet van hem geloven dat hij er gewoon voor klaar
zit.