38 mensen ermee ophouden; dan staat de gemeente voor de hele zaak. Laten we dus maar dankbaar zijn voor hetgeen zij in deze doen. Op die termen, op die gronden heeft indertijd de rooms-katholieke begraafplaats een tijdlang kunnen profiteren van een renteloze lening en heeft de protestantse begraaf plaats laatstelijk een subsidie gekregen in 50% van het tekort. De heer VAM HEIJST .11 hieraan toevoegen, dat die renteloze lening wel in een rente dragende lening is omgezet. De VOORZITTER moet toch zeggen, dat die begraafplaats een tijd lang een renteloze le ning van de gemeente heeft gehad. Onder goede vooruitzichten konden zij toen een ren teloze lening afsluiten. Op een gegeven moment had men weer wel geld en toen is het omgezet in een rentedragende lening. Daar heeft men een tijd van geprofiteerd. Heer heeft hij dacht hij niet gezegd. Toen de protestantse begraafplaats met het verzoek kwam om voor 50% te subsidiëren in het tekort heeft hij dat onmiddellijk goedgevonden zij het onder een protest, n.l. onder schoorvoetend toegeven van de heer van Heijst in dat college. De heer BROOS vindt wel dat het nu ver van dit voorstel af gaat wijken- De VOORZITTER diepte alleen even uit zijn herinnering. In het college werd toen de vraag gesteld of da.t nu wel moest en of de hervormde kerk dat niet zelf op kon brengen. Voor dat men nu dus met principiële verwijten komt aan het adres van het college moet hij die toch met grote verontwaardiging van de hand wijzen. Verder blijven de 3 college-leden bij hun standpunt: principieel ligt hier geen taak voor de gemeente, persoonlijk heeft hij uitgesproken, zonder de 2 andere collegeleden daarover geraadpleegd te hebben maar hij hoopt dat zij het hiermee eens zijn, dat, zou de raad dit in principe volgen, de raad dan tegelijkertijd het college opdracht geeft tot het treffen van een afbouw-regeling en voor het bekijken van een inbouw in de schoolbegeleidingsdienst. Omdat het dan ook nog wel eigenlijk niet juist is, maar dan aansluit bij een totaal pakket van dingen die de gemeente doet als randdiensten bij het onderwijsdie dan eigenlijk vel bij het rijk zouden dienen te liggen. Verder wil hij de heer Dekkers volgen en zeggen geen behoefte te hebben aan een verder debat en naar liefst direct tot stemming over te gaan. De heer DEiaCERS wil nog even to't de heer Sittrop zeggen dat bij de regeling, zoals die nu voorligt, vel rekening is gehouden met een ouder—bijdrage. De VOORZITTER vil nog even opmerken,dat het bij de stemming gaat over een voor of tegen van de handhaving van de. verordening. Als de raad hier tegen zou zijn is hij zo vrij om dat tevens te interpreteren als een opdracht van de raad aar het college om de volgende raadsvergadering met een afbouw regeling in de raad te komen en tevens, om te gaan bekijken of het bij de schoolbege leidingsdienst kan orden ondergebracht Als men voor is, is men.voor een subsidie van 75%» want over 100% heeft hy niemand horen praten. De heer BROOS meent dat toch gewoon het voorstel in stemming kan worden gebraclit De VOORZITTER zegt dat het in deze om een minderheidsnota gaat en er is dus geen sprake van een voorstel. De stemming gaat dus over voor of tegen de voortzetting met de nadere implicaties die hij daareven noemde. Uit de stemming blijkt dat de voortzetting van de verordening met 14 stemmen voor en 12 tegen wordt aangenomen. Voor stemmen de dames Videier en Asselbergs en de lieren Arnoys, Broos, van de Water, Baden, Gorrissen, Huiler, esterhof, Stuart, van Heijst, P.Pranken, Dekkers, en van Kaam. Tegen stemmen mevrouw Vlug en de heren Mastenbroek, IlSrtel, Parel, Nuijtemans, Sittrop, van der Velden, Bakx, Uijpels, van. der Stoel, van Kemenade en M.Pr anken. 31. Diverse voorsteller, betreffende onderwysam Tele genheden. (Verzameling 1979 AZ/13) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 62