30 30. Ilota over voort setting subsidiëring van godsdienstonderwijs aan scholen voor gewoon en buitengewoon lager onderwijs in Bergen op Zoom. (Verzameling 1979 nr* AZ/11) De heer GOPJIISSEN moet zeggen dat met verwondering, zorg en pijnlijke verbazing de CDA. fractie kennis heeft genomen van dit minderheids-voorstel van het college. In een vorig college van dezelfde politieke samenstelling is enkele jaren geleden een dergelijk voorstel wel zonder college-verschillen aan de raad voorgelegd. De CBA-fractie vraagt zich bezorgd af, wat er nu precies aan de hand is. De voorwaarde welke voor een voortgezette subsidie, die door de raad in vorige jaren werd goedgekeurd, zou bestaan was, dat er een evaluatie-rapport zoulkomen. Dat rapport is er eh is positief. De onderwijs-wetgeving verzet zich niet tegen deze subsidie. Integendeel, in de wet wordt geholpen door beschikbaarstelling van lokalen, verwarming en verlichting voor dergelijke onder/ijs-begeleiding. Verschillende van dergelijke subsidie-regelingen zijn goedgekeurd door de bevoegde be stuur s-instanties Als Bergen op Zoom deze subsidie-regeling afwijst, zal hier op dit gebied een eiland in de Iharki zaat s-geme ent en ontstaan. Oudei--verenigingen en ouder-commissies van de meeste scholen hebben gezegd datdeze begeleidings-voorziening onmisbaar'is voor hun kinderen op die scholen. Het gaat daar bij om ongeveer de helft ven het aantal kinderen in deze stad op deze scholen. De argumenten van de meerderheid van het college zijn naar de mening van zijn fractie niet in overeenstemming met de werkelijkheid, omdat de gemeente in verschillende andere gevallen andere diensten t.b.v. het basisonderwijs wel mede financiëel mogelijk maakt. Zoals b.v. bij de schoolbegeleidingsdienst. De CDA-fractie doet een dringend beroep op de raad om tot voortzetting van dit subsidie te besluiten, om dit onmisbaar op gang gekomen begeleidingswerk te kunnen voortzetten. Dat wordt dan gedaan om de volgende redenen: ten eerste van zakelijke aard, zoals dui delijk blijkt uit de reacties van de vele ouder—'verenigingen, ouder—commissies en het schoolbestuur van oost met 10 scholen. Ten t.eede om gevoelsmatige redenen, die van groot belang zijn voor de goede verhoudingen in deze stad. Hy hoopt dan op eenzelfde gunstige politieke keuze zoals bij de peuterspeelzalen. De heer VAD DE! VELDEN meent dat vanavond een politiek penibel onderwerp aan de orde is. penibel, omdat voor sommigen een grote emotionele betrokkenheid bij dit agendapunt verwacht mag worden. Eet standpunt van zijn fractie is door 2 fractieleden in de on derwijscommissie reeds verwoord. ïïa fractieberaad heeft zijn fractie deze opstelling unaniem overgenomen. Unaniem, omdat men van mening is dat hierin geen task is wegge legd voor de gemeente, om de activiteiten van de Stichting Dekenaat te subsidiëren. Dat vil echter niet zeggen dat de PvdA—fractiezoals sommigen misleidend trachten te suggereren, tegen godsdienstonderwijs zou zijn. Hij heeft er behoefte aan om tegen deze opvatting fel stelling te nemen. Het is echter vel aannemelijk dat, wanneer mensen uit levensovertuiging of geloofs-over-| tuiging het noodzakelijk achten dat Aiiervoor activiteiten worden gepleegd, dit dan ge zamenlijk te financieren. Het instituut -waarbij zij aangesloten zijn kan hierin dan ook een steentje bijdragen. Sr zijn voorbeelden op te noemen van levensbeschouwelijke groe peringen, die i derdaa,d op deze wijze :un activiteiten ondersteunen. Enkelen uit zijn fractie delen de constatering onder a van de minderheidsnota. Dat geeft echter geen enkel argument om dan maar de gemeentelijke overheid hierbij te betrekken door deze subsidie te verstrekken. In c van de nota wordt duidelijk, dat de afgelopen jaren het functioneren van een districts—catecheet goed eeft gewerkt. Dat vil hy echt niet bestrijden. Haar juist dan moet toch. duidelijk zijn, meent hij, met name voor het Dekenaat, dat financiëel gezien- deze activiteiten prioriteit moeten krijgen. Persoonlijk gelooft hij dat het principieel onjuist is om een gemeentelijke overheid te betrekken bij zaken die gelegen zijn op het terrein van levensbesc ouwing of -overtuiging, die voor velen niet de hunne is. De indruk zou den, vel eens kunnen ontstaan, dat er precedenten geschapen worden. Juist dat kan toch niet de bedoeling zijn, meent hy. Ook al is het misschien politiek haalbaar.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 54