28
het stukje woonwagen-bestemming en hij is er natuurlyk wel blij mee dat ook daar wat aan
gedaan is. Hy blijft moeite houden met de agrarische punt .in dit plan waar op dit moment
geen verdere mogelijkheden voor zijn.
he heer VAN KEMENADE .zou mét 'de wethouder willen zeggen: he, he; eindelijk is het zo ver
Zijn fractie heeft dan ook geen behoefte aan uitstel.
De heer VAH DER VELDEN vil, hoewel enkele opmerkingen van de heer Franken op hem niet
als onredelijk afkomen, zeggen, dat hij zich toch wel kan voorstellen dat een dergelijke
behandeling zekere precedenten gaat scheppen ten opzichte van andere plannen die wel
eens op de raadsagenda zullen prijken en die vaak ook niet allemaal los van elkaar ge
zien kunnen worden. Verder komen de toezeggingen van de wethouder op hem over als toch
nog al een ingrijpende wijziging van het plan buitengebied, die voor de agrariërs toch
v/el van groot belang zullen zijn. Vandaar dat hij er voorstander van is om nu vanavond
dit plan maar vast te stellen.
Mevrouw ASSELBERGS v/il graag het voorstel van de heer Franken ondersteunen.
De heer HSR'i'EL dacht al wat redenen te hebben opgesomd om dit voorstel nu niet verder
uit te stellen. De heer van der Velden noemde ook nog een reden,n.l. de precedent
werking op andere plannen.
Toen hy dat zo hoorde, dacht hy, dat men dan eigenlijk met de Randweg Noord zou moeten
v/achten tot De Linie weer is vastgesteld.
Dan zou eigenlijk met De Linie moeten worden gewacht tot De Lage Meren is vastgesteld.
Zo kan men natuurlyk wel aan de gang blijven.
Hij wil niet zeggen dat dit de zwaarte van de argumenten van de heer Franken nu zo ster!
afzwakt maar de precedent-vorming is toch ook we 1 een hele belangrijke zaak.
Men heeft aan dit plan lang moeten werken en het is lang niet a,ltjjd met vreugde ge
gaan. Nu ligt het voor. De meesten zeggen: he, he; het is zo ver.
Hy zou willen voorstellen om het dan nu ook maar aan te nemen.
De heer P.FRANKEN hoorde van de v/ethouder, dat die er nu zelf de Handweg Noord bijhaalt.
Inderdaad waren ook daar een aantal bezwaren maar daaraan is nu juist tegemoet geko
men door middel van geluids-isolerende werken. Dat is dan ook een hele andere zaak.
Daar was hy dan ook ontzettend bly mee en was hy daar ook voor. Hier is nog geen
enkele toezegging gedaan.
Toch v/el, meent de VOORZITTER en nog wel een hele belangrijke.
De heer P.FRANKEN meent, dat dp voorzitter het toch wel met hem eens zal zijn dat, als
een bedrijf, wat voor bedrijf dat dan ook is, door maatregelen van de overheid moet ver
dwijnen, te dol is om eerst een plan goed te keuren waarin zo'n bedrijf verdwijnt en dan
alleen maar een toezegging te doen van: waarschijnlijk zal er daar en daar wel wat ge
realiseerd kunnen gaan v/orden. Hij heeft daar v/el vertrouwen in, maar het gaat hem ge-
oon te ver om dan nu al ja te zeggen tegen dit voorstel.
Eerst zal in onderhandelingen die zaak geregelcLmoeten zijn, meent hy.
De heer H&RTEL meent dat bij dit plan toch zeker ook inbreng vande tuinders heeft geze
ten. Hy wil dan niet praten over dat woord bodemexploitatie watde heer Franken noem
de. Over die.nndere factoren is echter met de tuinders diverse malen gesproken en
is o.a. die hinder van dat stoken overgenomen zodat er niet gestookt zal mogen v/orden
op De Linie. Dat is al één belangrijke zaak. Verder heeft hij een toezegging gedaan
namens het college, dat in het plan buitengebied o.a. - er zullen nog meer zaken zijn
een aanmerkelijke uitbreiding van de bouwzönes in de agrarische sector zal nlaats vin
den, Hij dacht dat dat voor de heer Franken dan toch ook wel belangrijk zou zijn.
De heer WESTERHOF zou nog eon vraag willen stellen. De v/ethouder zei: laten we dit
plan nu maar vaststellen, want het zit al zo lang. Hij vil dan vragen of, als dit plan
nu wordt goedgekeurd en er ongetwijfeld bezwaren komen bij hogere instanties, en nu
het plan 2 maanden sou v/orden "uitgesteld zoals de lieer Franken vraagt, en die bezwa
ren dan mogelijk niet zouden komen, die weg in feite niet korter/kunnen worden. zou
Daar kan de heer HJtRTEL ook geen antwoord op geven.
De VOORZITTER -zegt dat een bestemmingsplan zonder bezwaren nog geboren moe^worden.
De heer VAN DER VELDEN vindt dit van de heer Westerhof op zich een reële gedachte
maar procedureel komt men dan v/el in de problemen te zitten, dacht ny, omdat men een
aantal zaken nooit los kan zien van elkaar en dan zal men naar zijn mening van te voren