21
gemeente dit allemaal hanteerde. Hij heeft tot zijn genoegen kunnen constateren dat .Ber
gen op Zoom daar niet zo erg negatief uitspringt. Hij vindt het overigens wel een zaak
om even hij stil te staan. Als men hang is voor centraliserende tendenzen moet men
daarvoor ook geen gelegenheid geven, meent hij.Dat rapport zegt, dat, als de gemeenten
dat zo slecht blijven bijhouden, het zich wel eens naar .Den Haag zou Icunnen bewegen.
De heer ARiJOYS is wel blij met de complimenten van de verschillende fracties over de
deugdelijkheid van dit onderzoek. Hij heeft verschillende keren gevraagd maar daar nooit
antwoord op gekregen -dat zal nu waarschijnlijk ook wel niet gebeuren- wat nu precies
de reden is waarom dit rapport, wat precies letterlijk in juli al klaar was pas in ja~
nuarie aan de raad wordt aangeboden.
De heer MASTENBROEK dankt de sprekers voor de waardering die zij toch wel hebben uitge
sproken over deze nota. De heer Nuijtemans had het over een goed stuk.werk; mevrouw
Asselbergs was er blij mee; de heer van der Stoel vindt het een prima aanzet
Hij is wel blij met deze waardering.
Vat betreft de grote achterstand die de heer Nuijtemans opmerkte, die er zou zijn t.a.v.
de hinderwet-plichtige bedrijven, heeft men verleden week nog op de T.V. Icunnen zien
in een actualiteitenrubriek, dat men wat dat betreft in Bergen op Zoom beslist niet
achterloopt en ook persé niet ligt onder het percentage dat landelijk zo ligt.
Dat wil dan niet zeggen, dat men hier tevreden moet zijn. Er zal natuurlijk hard gewerkt
moeten worden om ieder bedrijf waarvoor dat vereist is een vergunning te geven.
Het is dus beslist niet zo dat er in Bergen op Zoon sprake zou zijn van een verontrus
tende situatie.
Hij is het ook eens met de opmerking van de heer Nuijtemans dat die bedrijven te kwader
trouw zouden zijn; dat het belangrijk is om de bedrijven daarover voer te lichten.
Die actieve voorlichting is aanwezig. Men heeft kunnen lezen dat hij nieuwe bedrijven
die zich in Bergen op Zoom willen vestigen al in een zeer vroeg stadium met die be
drijven contact wordt opgenomen om over allerlei milieuzaken te spreken.
Natuurlijk zal de nota - en dat is er ook in verweven - wanneer dat nodig is, worden
aangepast en het zou hem niets liever zijn da.t de rode stippen en vlelcken zouden Icunnen
verdwijnen alsmede de blauwe vlekken.Daar vordtnatuurlijk op allerlei manieren aan ge
werkt.
Dat wil niet zeggen dat die industrieën dan moeten verdwijnen. Daijzal iedereen wel vil
len begrijpen, maar dat zij gaan voldoen aan de normen die daarvoor ..orden gesteld.
Als mevrouw Asselbergs opmerkte dat zij de kleuren graag wat anders had gezien, kan men
daar natuurlijk verschillend over denken. Als men voor een stoplicht staat weet men
dat, als het rood is, het dan gevaarlijk is en men dan moet stoppen. Vandaar dan ook
die rode stippen. Dat is daar wat gevaarlijk en betreft bedrijven die vrat extra aandacht
nodig hebben.
De heer BROOS il vragen of de heer Mastenbroek ook een rijbewijs heeft.
Dat heeft de heer MASTENBROEK inderdaad ook.
Mevrouw Asselbergs had het over een startpunt en dat wordt ook heel duidelijk in de
nota zo aangegeven. Men zal zo vlug mogelijk verder moeten en ervoor zorgen dat de ver
eiste vergunningen bij die bedrijven die die nodig hebben, er ook. inderdaad komen,
at de samenwerking betreft is er op het ogenblik in gewestelijk verband een gesprek
gaande over samenwerking, alsmede met de mili'eu-dienst in Roosendaal. De bedoeling is
dat ook andere plaatsen uit de omgeving gebruik Icunnen gaan maken van de milieudienstel,
van Roosendaal en Bergen op Zoom.
De heer van der Stoel had-het over een wat vertekend beeld doordat er nog al wat klei
ne bedrijfjes bij zijn. Dat is juist. Als dat percentage bekeken wordt lijkt het misschien
verontrustend naar als de zaak gewoon nuchter bekeken wordt is er natuurlijk nog wel
veel te doen, maar is het toch zeker niet verontrustend, dacht hij.
De heer Arnoys zei dat de nota al in juli.klaar wasHij kan dan van juli tot september
4 maanden tellen en van september'tot januari nog eens 4 maanden,
Ey kan zeggen dat er aan de nota nog wat kleine dingetjes moesten worden bijgeschaafd
en liy is blij dat de nota nu op deze manier op dit tijdstip in de raad gebracht kon Ol
der, keurig verzorgd.
De heer NUIJT0IANS bad er zijn bezorgd-eid over uitgesproken of liet binnen 4^5 jaar
haalbaar was. Hij dacht dat men dit als raad toch eigenlijk zou moeten kunnen volgen.
Hij zou zich Icunnen voorstellen dat de wethouder of het college van tijd tot tyd een
stand van zaken geeft, hoe ver men gevorderd is. Het gezegde: 4 of 5 jaar wordt wel