7 vrorden. Dan heeft de raad tenminste een duidelijk standpunt ingenomen. Als dit nu zo wordt gedaan heeft hij toch wel ernstig bezv/aar tegen het betoog wat me- vrouw Vlug daarstrales heeft gehouden want dat is een pure herhaling van wat ereen paar maanden geleden is gebeurd. Hy dacht toch wel te mogen verwachten dat ieder raadslid alle bezwaren voor en tegen de beide lokaties voldoende juist beoordeeld heeft. De meningen waren niet zwart-vitDe ene partij helde meer over naar oplossing a en de ander naar oplossing b. In een eerdere raadsvergadering is al eens gezegd dat in het ene geval de verhouding 60 tegen 40 en in het andere geval 40 tegen 60 was. Hy kent alle bezwaren die ':ier zijn aangevoerd. Hij onderschrijft die. Als hij nu voor de eerste keer moest stemmen zou hy nog tegen deze lokaties zijn maar hij is dan toch wel zo'n democraat dat hij vindt dat de raad zoals die nu met een duide lijke meerderheid een beslissing heeft genomen zonder enig nieuw argument niet van mening kannen mag veranderen. De heer VAN DER VELDEN wil dit betoog van de heer Westerhof namens zyn fractie graag ondersteunen. De heer VAN DER STOEL vindt dat men wel gelijk heeft als men zegt dat de raad niet op de stoel van juristen mag gaan zitten. Het is gewoon een erg lastige zaak. Natuurlijk is het ook zo dat de Arob-commissie altijd nog een advies-commissie is. Daar is' met opzet voor gekozen zodat de raad uiteindelijk altijd nog de beslissing moet nemen. Dat punt blijft overeind staan. Hij dacht dat wat de heer Westerhof voorstelt juridisch niet mogelyk is. Men moet zich eerst uitspreken over de ontvankelijkheids-verklaring en het is volgens hem onmogelijk om dat te omzeilen en te gaan praten of men het al of niet gegrond vindt. Het is volgens hem ook wel zo, dat, als nu blijkt dat de meningen zo verdeeld liggen, de bezwaren die naar de Raad van State gaan omdat de meningen daarover zo verdeeld liggen wel door de Raad van State onderschreven zullen worden, hetgeen dan kan bete kenen dat er een schorsende werking wordt uitgesproken over dit voorstel. De Raad van State zal zich ook wel eens goed willen buigen, alleen al over het punt van de ontvankelijkheid en dat kan dan nog wel maanden duren voor en een uitspraak over v/ordt gedaan. Als de raad zich over een eventuele gegrondverklaring uit zou spreken zou er naar zijn mening een hele andere situatie ontstaan. De heer VAN HEIJST meent dat die procedure bij een andere lokatie ongetwijfeld ook tege moet kan v/orden gezien. De heer 3R003 dacht al heel duidelijk te hebben gemaakt niet voor niet-ontvankelijk-ver— klaringte zijn. Dit dan om de redenen die mevrouv/ Vlug heeft uitgelegd. Dan kan de heer Westerhof wel zeggen dat men in herhalingen vervalt maar het is ook wel duidelijk, dacht hy, dat er ook door raadsleden verder geknokt zal gaan worden om het recht te laten zegevieren. Nu niemand dat kan v/eten vindt hij het überhaupt onverstandig van een raad om die niet-ontvankelyk-verklaring te gaan onderstrepen. Naar zijn interpretatie zal mevrouv/ Vlug zeker wel gebruik gaan maken van hetgeen zij heeft opgemerkt. De juristen halen die artikelen niet voor niets aan. Dan kan de heer van der Velden wel zeggen dat men toch een keer zal moeten beslissen. Althans daar kwam het v/elopneer. Dat mag hij van spreker gerust zeggen maar als er een beter alternatief is, een paar honderd meter verderop, speelt dat toch v/el een rol bij deze hele zaak, meent hij. De VOORZITTER vindt het debat nu een verkeerde richting uitgaan. Het gaat er gewoon om of het bezwaarschrift ontvankelijk is of niet. De heer BROOS vindt dat op deze gronden niet te beoordelen. De heer GORRISSEN zegt dat v/el blijkt dat deze zaak erg moeilijk ligt. Hij wil niet op de juridische toer gaan. Het vervelende is, dat in een vorige situatie bij de plaats aan de Linie de Arob-commissie gezegd heeft dat het bezwaar daar wel ont vankelijk was. Nu wordt het niet-ontvankel-ijk uitgesproken. Hij vraagt zich af wat de negatieve gevolgen zijn als men fout zit. Geeft dat v/eer vertraging en kan zo'n vertra ging - want daar gaat het in feite om - voorkomen v/orden door de zaak v/el ontvanke lijk te verklaren en op de bezv/aren in te gaan. De VOORZITTER dacht niet dat het veel verschil maakt omdat altijd een correctie-moge- lykheid bestaat voor de Raad/5p het een of op het ander. /van State Hy meent verder dat de heer van der Stoel gelyleheeft als deze zegt er niet omheen te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 31