16
Na heropening kan de heer GORRISSEN mededelen, dat na kort beraad zyn fractie
heeft besloten, dat de beste weg is om dit voorstel een maand uit te stellen
en aan het college te verzoeken om de volgende vergadering met het voorstel terug
te komen in de raad, waarin dan alternatieven zijn verwerkt, zodat op basis vans
houten gebouw, stenen gebouw, enzovoorts b.v. met veriqelding van de jaarlasten,
bezien kan worden in welke richting naar een oplossing gestreefd moet worden.
Hij vindt dat uit voorstel onvoldoende informeert om er nu een beslissing over
te kunnen nemen, die dan waarschijnlijk ook nog dubieus zal zijn, gezien allerlei
opmerkingen of het wel haalbaar is.
Zijn fractie geeft dus de voorkeur aan een uitstel van een maand, met de opdracht
om een betere informatie te verstrekken inzake de alternatieven die vanavond zijn
genoemd.
De heer SITTROP kan zeggen dat zijn fractie zich volledig met de woorden van de
heer Gorrissen kan verenigen.
De heer VAN DER STOEL kan dezelfde woorden laten horen.
De heer DROOS had dit reeds gezegd.
De VOORZITTER kan zeggen, dat het college hier toch in meerderheid aanwezig is,
n.l. 3 van de 5 leden.
Namens het college wil hy dan zeggen dat het het college onmogelijk is om binnen
een maand met een ander voorstel te komen. De raad zal dan genoegen moeten nemen
met een periode van 2 tot 3 maanden.
De heer BROOS wil dan wel graag weten op grond waarvan dat onmogelijk is.
De VOORZITTER zegt dat het voor de dienst gemeente-werken en de afdeling algemene
zaken, die in deze allemaal geraadpleegd moeten worden, ook wanneer het nu
weer gaat over alternatieven inzake andere plaatsen en dergelijke, onmogelijk is
om dat te doen in een periode van één maand. Hij mag in deze dan ook hier even
verwijzen naar de vakantie-perikelen.
De heer V/ESTERHOF wil daar toch wel even op ingaan. Een van de punten was, dat
door het college tegenover elkaar wordt gesteld: opknappen kost zoveel; nieuw
gebouw, hetzij hout, hetzij steen, kost zoveel. Dat laatste is te veel en dat kun
nen we niet gefinancierd krygen. Hij zou daar dan graag bij vermeld zien: opknap
pen voor 10 jaar dus afschrijving in 10 jaar en een nieuwbouw misschien voor 20
of 25 jaar en de afschrijving over diezelfde periodes.
De jaarlijkse lasten van renten en afschrijvingen zou hij dan op de eerste plaats
wel eens graag tegenover elkaar afgestemd zien. Dét lijkt hem nu niet zo'n ver
schrikkelijk karwei om dat eens even op papier te zetten voor de afdeling finan
ciën.
Punt 2 zijn van de alternatieven de berekeningen allemaal bekend dus daar hoeft
gemeente-werken voorlopig niets aan te doen.
Wat natuurlijk wél bekeken moet worden is de tijdelijke accommodatie en hij weet niet
of dat moeilijkheden op zou leveren. Als één man op één morgen op financiën zich
daar eens even over buigt, dacht hy wel dat die andere zaken geiikst zouden kun
nen zijn.
De heer GORRISSEN dacht, dat het met het moderne rekentuig van deze tijd zeker
mogelijk moet zijn.
De VOORZITTER moet daarbij aantekenen, dat het voorstel om de afdeling financiën
met dat moderne rekentuig van de heer Gorrissen uit te rusten pas later op de
agenda prijkt.
De heer WESTERHOF dacht dat zij het misschien even by sociale zaken kunnen lenen.
De VOORZITTER heeft het idee dat wat de heer Westerhof nu weer aanvoerde, nég
meer werk met zich mee zal brengen. Hij is dan misschien met zijn 2 5, 3 maanden
wat aan de ruime kant. Wanneer echter op de volgende vergadering in augustus
wordt gemikt dan betekent dat wel dat het op 21 augustus al in de commissie
moet zijn en als het daarvoor dan ook nog eens in het college moet zijn geweest,
wordt dat een onmogelijke zaak.
Hij wil wel toezeggen dat het college tot het uiterste wil gaan om het in de sep-
tembervergadering te krijgen.