15 De raad werd nu zo maar even geconfronteerd met onderhandelingen waar men niets van afwist. Hij zou daar toch ook wel graag kennis van nemen alvorens te kunnen zeggen: het is niet reëel. De heer van der Stoel zei dat die mijnheer misschien wel gelukkig is om het 10 jaar lang te kunnen verhuren, als spreker dat even vrij mag vertalen zo. Het zou echter ook best kunnen zijn dat die eigenaar zegt: ik wil het helemaal niet kwijt want een zogenaamde negatieve aankoop kan best positief in zijn boeken zitten. Dat weet hij dus allemaal niet en hij zou daar best graag eens wat meer over horen. De heer VAN HEIJST dacht niet dat het nieuws was als de heer Broos graag van onderhandelingen op de hoogte wordt gebracht. Dat zal de heer van Heijst zeker nog erg goed weten, meent de heer BROOS. Hij wil daar nog aan toevoegen, en dan kan het CDA daarom lachen, en men heeft daar een wethouder wegge zet voor grondzaken, dat misschien in de toekomst in die sector minder gelachen zal kunnen worden. Dan bedoelt hij alleen maar het pure zakelijke onderhandelen. Dit laatste tot de heer van Heijst. De VOORZITTER wil proberen nog even in te gaan op de gemaakte opmerkingen van de heren Sittrop en van der Stoel. Dan laat hij het verder aan de heer Gorrissen over of deze nog een schorsing wil ja of nee. De heer Sittrop legde nog al de nadruk op de subsidiëring. Dan haalde deze aan de brochure over de provinciale subsidieregelingen. Hij meent echter, dat dat een subsidieregeling is voor verenigingen, terwijl het hier gaat over een subsi diëring van een aangelegenheid die door de gemeente zelf ter hand wordt genomen. Daarom ook heeft het college van de zijde van het ministerie dezer dagen moeten horen dat er hiervoor geen subsidie-mogelijkheden zijn. Er werd even gesproken over de zeeverkenners. Hij kan zeggen dat het voorstel tot subsidiëring van de zeeverkenners juist om deze reden ook nog door het college is aangehouden. Dat is nog niet uitgegaan. Als de voorziening daar ter plaatse zou moeten geschieden in de vorm van een ste nen gebouw of in de vorm van een houten gebouw, dan zijn de bedragen die men denkt daarvoor nodig te hebben in het pre—advies weergegeven, hen heeft Hat met opzet gedaan. De bedragen die men denkt voor het opknappen nodig te hebben heeft men daarbij niet vermeld omdat men meende dat dit een richtlijn zou kunnen beteke nen voor een of andere aannemer van dat werk. Als de raad het standpunt in zou nemen: dit gebouw niet opknappen maar uitzien naar een verbouw van het gebouw óf in de vorm van een nieuw houten, óf een nieuw stenen gebouw, of het aantrekken van de kantine van Asselber^s, dan wil hij^ toch wel zeggen dat het college niet van idee is dat daarvoor de nodige financiën gereserveerd kunnen worden. Om die reden wil het college de raad dan ook dringend vragen, het is de uiterste mogelijkheid om daar in oost nog iets te doen, om dit voorstel aan te nemen. De heer SITTROP moet het dan een "met de rug tegen de muur-voorstel" noemen. Als de voorzitter een dergelijke opmerking plaatst moet hij zeggen: wie ben ik om daar dan nog verder mee te gaan. De VOORZITTER meent dat dat wel meer gebeurt, dat men inderdaad niet anders kan louter en alleen om financiële redenen. En dat zal in de komende jaren zeker nog wel veel meer gebeuren, is zijn mening, zeker wanneer het het zogenaamde welzijns werk betreft. Ken praat wel over een sociaal kultureel plan maar hij heeft al meerdere malen ge zegd, dat dat alleen maar een verdeling, een her-verdeling betekent van gelden, van mankracht, van gebouwen en wat dies meer zij. Alles wat er vandaag de dag nog meer bij wordt gehaald als op 1 januari 1979 al was opgezet, daarvoor zullen geen financiën kunnen komen. Dat zal allemaal moe ten komen uit het budget wat voor het sociaal kultureel plan 1979 is uitgetrokken Het is dus zuiver een financiële aangelegenheid. De heer GORRISSEN zou nu graag even een schorsing willen vragen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor 5 minuten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 266