9
meegestuurd, worden of kunnen v/orden.
Natuurlijk, zegt de heer MASTENBROEK.
De heer BROOS wil voor alle duidelijkheid toch maar liever hoofdelijke stemming
over deze beide punten.
Daar zal de VOORZITTER dan maar toe overgaan.
Uit de stemming blijkt dat zowel voorstel a als b met 14 stemmen voor en 6 tegen
worden aangenomen.
Voor stemmen: de dames Elseman, Videier en Asselbergs en de heren Sittrop, van
der Velden, Gorrissen, Muller, V/esterhof, Stuart, van Hejjst, Franken, Dekkers,
Mastenbroek en van Kaam.
Tegen stemmen mevrouw Vlug en de heren Nijpels, van der Stoel, Arnoys, Broos en
van de Water.
De punten c, d en e worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
5. Voorstel tot het geven van een straatnaam.
(Verzameling 1979 nr. BS/214).
6. Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan ing.G.Becherer uit zjjn func
tie van directeur van de gemeente-bedrijven.
(Verzameling 1979 PZ/214).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de punten 5 eri 6 aan
genomen.
7. Voorstel t<~>t benoeming van een directeur ran gemeente-bedrijven.
(Verzameling 1979 nr. PZ/215).
De VOORZITTER zegt, dat hierover schriftelijk moet worden gestemd. Hij benoemt tot
leden van de commissie tot stemopneming de dames Elseman, Vlug en Videier en wijst
deze laatste als voorzitster aan.
Mevrouw VIDELER kan mededelen, dat zijn uitgebracht op de heer Roesink 20 van
de geldig uitgebrachte otemmen.
De VOORZITTER kan dan constateren, dat de heer ir.A.M.A.Roesink met algemene stem
men is benoemd als directeur van de gemeente-bedrijven.
Hij dankt de leden van het stembureau voor de geleverde prestatie.
8. Gemeente-garantie IM.Stelwage
(Verzameling 1979 nr. Fin/182.
De heer BROOS zegt, dat dit een voorstel is met een wrange smaak uit het verleden.
Er lagen wat vertrouwelijke stukken bij dus dat maakt het wat moeilijker om er hier
en nu over te spreken. De vorige keer was hij erg blij met een ander voorstel.
Dat wat nu voorligt, daar kan hij zich toch niet mee verenigen.
Mede ook gezieï het feit dat op een bepaald formulier bij vraag 11 stond: heeft u
schulden, waarop dan keihard achter vermeld wordt: neen.
Als men dan de hele materie er omheen naleest en alles wat er zich heeft afgespeeld
dan zegt hij bij zichzelf: ik dacht dat het woningbedrijf ook de nodige problemen
heeft gehad om daar bepaalde inningen te doen. Hen kan dan wel mooi over zijn hart
strijken en zeggen: hiermede wordt het opgelost door deze dading te plegen.
Hy dacht dat de gemeentelijke overheid niet te gemakkelijk met de centen om moest
springen. Hij vindt het al erg prachtig als by dit soort voorstellen staat: de hy
potheekverstrekker is die en die. Zij willen n.l. wel allemaal hypotheek geven, maar
dan moet er eerst wel een gemeente-garantie komen. Zo sociaal zijn die jongens
nu dus ook weer niet. Hij vindt gewoon dat de gemeente dit niet moet doen.
Er is geen enkele zekerheid. Men kan wel op diverse zaken beslag leggen maar als
dat een rol speelt, en dat zit er toch wel in verweven, dan moet men als over
heid daar gev/oon niet aan beginnen, meerit hij.
In het verleden is wel eens voor andere mensen gepleit maar die zaten dan een paar
guldens boven een bepaalde norm om ergens voor in aanmerking te kunnen komen.
Daarmee zijn dan nooit of te nimmer enige moeilijkheden geweest.
Dat kan dan echter niet en beroept men zich op bestaande normen.
J