5 Mevrouw VLUG neemt maar aan dat de punten a en b apart behandeld zullen worden en zij wil dan maar beginnen met punt a. Haar fractie is het bepaald niet eens met een aantal stellingen die in het concept verweerschrift zijn opgenomen. De conclusie op bladzijde 5» dat het algemeen bestuur van het schap de bevoegde instantie is om een plaats voor een woonwagencentrum aan te wijzen kan niet de goedkeuring van haar fractie hebben. De raden van de aangesloten gemeenten hebben nooit of te nimmer de intentie gehad om deze bevoegdheid over te dragen. Zelfs het schap zelf was daar niet van op de hoogte. Geen enkele gemeente in het hele land zou aan een schap een dergelijke volmacht willen geven. Overigens moeten volmachten woordelijk worden omschreven en mogen niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. In deze was een hele bladzijde nodig om uit te leggen wat het nu wel allemaal betekende. Verder is haar fractie het niet eens met de opmerking e ad 22-23 op bladzijde 6. De hier geformeerde mening over de kopers van bouwgrond is niet die van de raad; tijdens de veelvuldige en vaak heftige discussies is een opmerking van die strek king wel eens gemaakt, maar zulks betekent dan niet dat de gedane keuze mede daar op is gebaseerd. Dat is dus wat er door het college werd gesteld, of eigenlijk namens de raad wordt gesteld. Daar is zij het niet mee eens om de volgende redenen: Dit is echt niet een opmerking geweest tijdens een heftige discussie, maar zij wil even aanhalen een brief van 8 juli 1978 van B.& W. aan de raad, waar op pagina 2 onder a, b en c een aantal opmerkingen staan vermeld. Daarboven staat dan: Van gemeentewege is tijdens een bespreking op 9 m®i j»l» gesteld, dat - en dan volgt a, b en c -, - maar zij v/il alleen dan even punt b. aanhalen, wat luidt: het huidige centrum de Kortjan kan niet gehandhaafd blijven onder meer in verband met de totale planologische conceptie van het betreffende gebied én het feit dat kopers van bouwgronden in dat gebied bij de koop van deze veronderstelling zijn uitgegaan en bij het breken van gewettigde verwachtingen schade-claims niet onmo gelijk zijn. Dit stuk zat in het dossier wat de raad ter inzage heeft gekregen voor de vergade ring van 21 juni 1978, waarover overigens nog nooit een verslag is verschenen. Het is dus niet maar zé een opmerking, maar door het college zelf aangedragen. Dan heeft zij een opmerking ten aanzien van de punten 26 en 27 op bladzijde 7 waar van zy enkel wil zeggen dat op zijn zachtst gezegd daar in elk geval naar" u-en be paalde lokatie is toegewerkt. Vervolgens is zij het niet eens met de stelling op pagina 7> dat in redelijkheid niet tot een andere keuze kon worden gekomen dan de lokatie aan de Steenovenweg. Zij citeert dan wederom uit een stuk uit het dossier, verstrekt door het college zelf, hetgeen dan v/il zeggen uit de analyse van de 3 lokaties, waarin dan staat: de nadelen ten aanzien van lokatie 2 - de Steenovenweg - liggen hoofdzakelijk op sociaal-maatschappelijk vlak. Deze kunnen echter door een grotere afstand tussen de bebouwing aan de Ilalsterseweg en door het projecteren van een rij eensgezins- woningen daartussen, goeddeels v/orden opgevangen. Haar stelling is dan, dat die problemen die daar in sociaal-maatschappelijk op zicht liggen, tlleen maar groter v/orden daardoor. In die analyse staat verder ook nog onderaan: groot bezwaar aan lokatie 1 dat is het noorden van de Noordgeest is de tijdelijk veraf gelegen ligging met een omslachtige en kostbare ontsluiting van het verkeer en de nuts-voorzieningen. Vindt realisatie gelijktijdig met de uitvoering van het plan Noordgeest plaats, dan vervalt dit bezwaar. Dit is dan wederom een stelling die dan voor een pro-Noordgeest op zou gaan, om dat die Noordgeest op dit moment al in uitvoering is. Haar fractie spreekt dan ook een voorkeur uit voor de lokatie ten noorden van de Noordgeest en is het dus niet eens met de stelling, dat dit verweerschrift niet ontvankelijk is. Haar fractie wil dat verweerschrift wel ontvankelijk verklaren. De heer VAN DER VELDEN wil liefst tegelijk op zowel a als b reageren. Zyn fractie kan akkoord gaan met de beide concepten. Hierin wordt op een duidelijke wijze nog eens de gang van zaken geschetst die hebben geleid tot de voorliggende plannen. Meerdere malen is deze materie al in de raad aan de orde geweest, Gezien het standpunt van zijn fractie en de overwegingen die daaraan ten grondslag hebben gelegen zal het eenieder genoegzaam bekend zyn dat hij er nu vanavond maar niet meer uitgebreid op in v/il gaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 256