16
Dan nog blijft het een hele moeilijke zaak.
Men praat vaak over de een- en tweepersoons-huishoudens, maar hijzelf heeft wel eens
gezegd, nu de minister van CRM heel duidelijk heeft gezegd dat ermee gerekend moet
worden dat de buitenlandse werknemers in nederland zullen willen blijven en er dan
ook nog aan gezins—hereniging moet worden gedaan, dat hij denkt dat de behoefte aan
grotere woningen, waar dus grote gezinnen in gehuisvest kunnen worden, wel misschiei
eens groter zou kunnen worden dan de behoefte naar kleinere woningen.
Dat zal zeker van jaar tot jaar bekeken moeten worden en het college is ermee bezig
om die prognose zo goed mogelijk te kunnen maken.
Wat de 10 miljoen van de heer van Kemenade betreft of van de heer van der Stoel,
zijn dat wel extra contingenten die ter beschikking worden gesteld. Overigens is het
natuurlijk maar 10 miljoen voor het hele land en dus nagenoeg niets, althans bijzon
der weinig.
Op de 2e plaats is het zo, dat die woningen dan aan bepaalde voorwaarden moeten
voldoen. Men weet hoe verschrikkelijk moeilijk het is om van Dam-eenheden te bouwen
bijvoorbeeld, en dan nog voor 73.000.
De 10 miljoen gulden vallen inderdaad wel buiten de gewone woningbouwcontingenten.
Wat het bekijken van oude gebouwen betreft is het zo dat de Woningbouwvereniging
Bergen op Zoom en de Woningstichting Soomland wat de Wilhelmina-kazerne betreit
gezamenlijk de opdracht hebben gekregen van B&W om eens te bekijken hoe zij dat ter
rein voor wat woningbouw betreft kunnen bebouwen. Op dat terrein staat een geDouw
in de wandelgangen genoemd gebouw B wat geschikt te maken is voor bewoning
door een— en tweepersoonshuishoudens. Een van beide woningbouwverenigingen - er
is nog niet bekend welke precies - zal bekijken in hoeverre zij dat kunnen uitvoeren,
Maar verdere mogelijkheden wordt uiteraard met voortvarendheid gezocht.
De heer VAN DER STOEL was in eerste instantie een beetje verbaasd maar dat is nu
alleen nog erger geworden omdat de wethouder zegt het eigenlijk toch wel met
hem eens te zijn.
Dan moet hij maar verwijzen naar het voorstel van het college waarin dit zelf praat
over het Cebeon, de club die uitgerekend heeft hoe of wat. Het college bestrijdt
dan in het stuk helemaal niet dat dat onderzoek niet zulke beste resultaten heeft
gehad, maar het hanteert zelfs de gegevens van dat onderzoek.
Daarvan heeft hij dan gezegd, dat onjuist te vinden.
De wethouder zei dan wel dat dat onderzoek er dan wel geweest is maar dat het col
lege dat ook niet erg waarheidsgetrouw vindt maar waarom staat dan in het voorstel
in de eropvolgende regels: Alhoewel er geen cijfers voorhanden zijn enzovoorts,
kan op grond van ervaringen worden aangenomen dat dit aantal niet noemenswaardig
zal zyn toegenomen.
Dan zegt hij: college, u gaat uit van een foute redenering. Naar mijn grote overtul-
ging is er wel grote behoefte aan dit soort woningen en u zit dus wel op een ver
keerde weg.
Hy hoorde van de wethouder ook, dat er misschien in de toekomst een grotere be
hoefte zou komen naar grotere woningen vanwege de buitenlandse gezinnen en dat -
lijkt hem wel terecht maar spreker denkt ook dat er heel wat meer grotere woningen
zyn dan die categorie waar nu over wordt gesproken. Met name heeft hij in eerste
instantie gesproken over de mogelijkheden die de minister biedt om met extraatjes
de gemeenten te verleiden deze categorie te helpen. Ddn vraagt hy: wordt het
maximale geprobeerd om van die extraatjes gebruik te maken.
Als de wethouder dan zegt: er is toch maar 10 miljoen is dat natuurlijk ook waar,
maar die 10 miljoen wordt niet opgevraagd, zegt de minister zelf. Ook in de Kamer
is Hqa-r pas uitvoerig over gesproken dat er zelfs vorig jaar geld over was omdat
de gemeenten niet genoeg plannen indienden. Hij zou dan ook tot het college willen
zeggen: laat u niet weerhouden om ten spoedigste met een plan naar de minister te
stappen.
De heer VAN DER VELDEN hoorde eigenlijk van de wethouder een bevestiging van zyn op
merking, dat deze nota toch wel een mager stuk te noemen is.
Hij wil vragen of er geen beter stuk van het college te verwachten zou zijn waarin
duidelijker naar voren komt wat het denkt te doen aan het oplossen van de problemen
voor de kleinere huishoudens.
Links en rechts in de stad wordt er momenteel gebouwd voor kleinere gezinnen.
Hij vraagt zich af of dat nu een gevolg is van een concreet beleid of van het feit
dat er eigenlyk helemaal geen duidelijk beleid dienaangaande is. i