20 Er wordt gepraat over het terugdraaien van een eerder genomen raadsbesluit. Dat is dan wel even iets anders, meent zij. De heer VAN DER VELDEN dacht dat ook de omstandigheden heel duiaelyk gewijzigd zyn. Mevrouw VLUG vindt verder dat men echt niet de illusie behoeft te hebben dat er nu één huis van leeg zal komen. Misschien één in de 10 jaar. De heer VAN KEMENADE wil nog tot de heer van der Velden zeggen, dat hij alle stukken wel degelijk goed heeft bestudeerd, al dacht deze kennelijk van niet. Hij vindt dan alleen dat men als gemeentelijke overheid niet roomser behoeft te zyn als de paus. Als de rijksoverheid op een gegeven moment het noodzakelijk vindt om een goed— of afkeuring te geven heeft een gemeente zich daarbij neer te leggen. De gemeente hoeft echter naar zijn mening niet voorop te lopen en nu ineens een be leid wat jaren lang is gevoerd in een uiterst korte periode om te buigen en zodoen de die mensen een eerlijke kans te ontnemen. De heer VAN DER VELDEK wil helemaal niet voorop lopen maar wel rekening houden met de harde feiten. Die zijn er gewoon in Bergen op Zoom. De heer MASTENBROEK wil eerst maar even de heer Broos antwoorden op diens vraag over de woningbouwvereniging Sint Joseph. Het is zo dat de heer.Broos zeke_ weet dat de nieuwbouw in Bergen op Zoom is overgenomen door 2 woningbouwverenigingen, n.l. de woningstichting Soomland en de Woningbouwvereniging Bergen op Zoom. Die beiden zijn op het ogenblik bezig in het volkshuisvestingsplan van Bergen op Zoom nieuwe huizen te bouwen en oudere huizen te beheren. Hy ziet dan met in,t waarom die beide woningbouwverenigingen niet de plaats in zouden kunnen nemen die de woningbouwvereniging Sint Joseph had ingenomen. Hij heeft er alle vrede mee dat de woningbouwvereniging Bergen op Zoom de woningbouw vereniging Sint Joseph heeft overgenomen omdat deze woningbouwvereniging, evenals de woningstichting Soomland én het gemeentelijk woningbedrijf precies dezelfde doel einden nastreven. Wie van die 3 dan de woningbouwvereniging Sint Joseph overneemt is voor hem worst. De heer BROOS hoort de wethouder dan wel over worst praten maar dan mag hij er mis schien toch wel eenheidsworst van maken want het is natuurlijk niet waar wat de wethouder zei. Over het gemeentelijk woningbedrijf kan de raad zonder meer een be paalde inspraak eisen. Niet vragen dus maar echt eisen. Dan kan dan niet by de beide woningbouwverenigingen. De vergelijking van de wethouder is dus vals. De heer MASTENBROEK uil daarop antwoorden dat de huisvestingsaangelegenheden, zoals de heer Broos ook wel zal weten, door de 3 woningbouwverenigingen gezamenly worden geregeld. Het is ook zo dat het college van B&W de woningen toewijst, ook van de woningstichting Soomland, ook van de woningbouwvereniging Bergen op Zoom én van het gemeentelijk woningbedrijf. Het plezierige van de overname van Sint Joseph door de woningbouwvereniging Bergen op Zoom was dat B&W nu ook de woningen die vroeger tot-de woningbouwvereniging Sint Joseph behoorden kan toewijzen. In deze Bergen op Zoomse verhoudingen, waarin de samenwerking met de 2 woningbouw verenigingen erg goed is, heeft het geen enkele zin om Sint Joseph over te nemen door de gemeente. De heer BROOS vindt wat de wethouder nu zegt wel juist. Dat geldt dan voor het heden Het is dan gewoon een kwestie van goede sfeer waarin dit plaats vindt. Als raad heeft men echter in het ene geval wel inspraak en in het andere geval niet. Vandaar dat hij zei dat de vergelijking van de wethouder vals was. De heer MASTENBROEK kan daarop zeggen dat, als een woningbouwvereniging niet meer in het huisvestingsbelang bezig is, dan kan het ministerie ingrypen en dan kan de raad altijd nog kenbaar maken bij het ministerie dat zo'n vereniging dan niet goed bezig is en zelfs, als het ministerie het met die stellingname eens is, kan de gemeente dan zeggen weer zelf woningen te zullen gaan bouwen. De VOORZITTER wil daaraan toevoegen dat, als de woningen zijn verkocht de gemeente in alle geval niets meer te vertellen heeft. De heer MASTENBROEK wil verder nogmaals tot de heer van Kemenade zeggen dat ook hij niet gelukkig is met deze gang van zaken, maar hij hoopt dan maar dat de heer van Kemenade ook kan begrijpen dat er gekozen moet worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 203