19 De heer VAN KEMENADE denkt dat wat de wethouder nu zegt gewoon onjuist is. De woningen worden n.l. niet allemaal verkocht maar alleen maar een stukje ervan en daar is indertijd een raadsbesluit voor genomen. Hij dacht toch dat de gemeente wat militanter zal moeten gaan optreden eventueel samen met de nabuurgemeenten om te proberen om op andere wijze grotere contingenten woningen te verkrijgen en dat dit niet moet worden afgewenteld op een beperkt aan tal mensen -het gaat toch niet om zulke enorme hoeveelheden woningen - die nu van het gemeentelijk woningbedrijf huren met de mogelijkheid van koop. Verder had de wethouder het over hst bezwaar om die woningen tegen zulke lage prij zen te moeten verkopen, maar spreker dacht dat dat nu juist ideaal was. Al zijn er dan misschien wat uitzonderingen, maar de meeste mensen horen toch wel bij de wat lager betaalden en die krijgen zodoende de gelegenheid om eigen bezit te verwerven. Vandaar dat hij ook de opstelling van de CDA-fractie een beetje vreemd vindt want die hebben toch, dacht hij, jarenlang bezitvorming bepleit en hij meent dat in lan delijk verband het CDA dat nog steeds doet. De heer VAN HEIJST vindt overigens die lage prijs niet conform het profijtbeginsel. De heer VAN KEMENADE hoorde nog van de wethouder dat die 5 maanden toch wel niet zo'n groot probleem zou zijn. Misschien dat de wethouder daar dan geen problemen mee zou behoeven te hebben. Hij kan zich dat ook wel voorstellen als je wethouder van een middelgrote gemeente bent. Nou, nou, zegt de VOORZITTER. De heer VAN KEMENADE zegt dat juist in deze woningen mensen wonen die daar wél problemen mee hebben. Y/aar 50 0^" ^0 duizend gulden gewoon een enorm bedrag voor betekent. Als die termijn van J> maanden wat zou worden verlengd, dacht hij niet dat dan gesproken kon worden van uitverkoop houden. Daar gelooft hij n.l. niet in. Wel dat die mensen dan een eerlijker kans wordt geboden om op hun geraak die zaak te kunnen bekijken. De heer GORRISSEN wil de heer van Kemenade naar aanleiding van diens opmerking over het CDA en de bezitsvorming verwijzen naar het landelijk politiek program en ook naar het plaatselijk politiek program. Daar staat duidelyk in dat de verkoop van woningwetwoningen afgeremd dient te worden. De heer VAN HEIJST wil daaraan nog toevoegen hoe lang de mogelijkheid tot het kopen van deze woningen al wel niet open staat. In welke mate is er tot nu toe gebruik van gemaakt. Die gretigheid is echt niet zo groot. De heer BROOS meent dat er weinig frictie bestaat tussen het voorstel en het ge— dachtenpatroon van de betreffende wethouder. Na diens betoog te hebben aangehoord is bij hem wel een vraag gerezen omdat werd gesproken over lagere inkomens, sociale behoeften, die huizen hebben we zo hard nodig enzovoorts. Hij vraagt zich dan af waarom de gemeente indertijd geen bod heeft gedaan op het huizenbezit van de woningbouwvereniging Sint Joseph en zich daar niet wat meer voor heeft ingespannen om die in bezit te krijgen. De heer VAN DER VELDEN zou de heer van Kemenade willen vragen om zich wat militan ter op te willen stellen bij zijn partijgenoten in de Tweede Kamer die op dit moment een beleid aan het ontwikkelen zijn. Verder zou hy hem nog willen aanraden om de circulaires die bij de stukken waren gevoegd nog eens aandachtig door te lezen. Dan zou hem duidelijk worden dat op dit moment niet te verwachten is dat het minis terie akkoord zal gaan met de verkoop van woningwetwoningen terwijl er op dit moment in Bergen op Zoom nog een erg grote vraag is naar goedkope huurwoningen Ook moet hem duidelijk geworden zijn dat de afgelopen weken met name de woningwet woningen toegevoegd zijn aan de steden Tilburg, Breda en Helmond en dat andere steden niet in aanmerking komen voor een extra contingent. Kortom, als de heer van Kemenade zich beter had georiënteerd dan zouden al zijn opmerkingen van hem van deze avond overbodig zijn geweest. Dan zou het ook mogelijk worden om een werkelijk volkshuisvestingsbeleid te gaan realiseren, terwijl nu van avond op een eenvoudige manier werd gepoogd om te beweren dat mensen met lagere in komens op een gemakkelijke manier aan goedkope koopwoningen geholpen zouden kruinen worden, terwyl er zoveel anderen staan te wachten. Mevrouw VLUG vindt, dat er nu gepraat wordt over een besluit wat de raad al jaren geleden heeft genomen. Niet over een nieuw besluit.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 202