17 anders of men dan nog een aantal jaren die mogelijkheden blijft houden, of nu ineens geconfronteerd wordt met een te nemen beslissing binnen een maand. De heer GORRISSEN zegt dat zijn fractie in de commissie luid en auiaelyk heeft ge zegd dat men vóór dit voorstel was en wel vanwege de sociale factoren die er aan ten grondslag liggen. Er is een tijdelijk tekort aan woningwetwoningen. De bouw van dat soort woningen krimpt eigenlijk nog verder in. Dat is nu eenmaal het hedendaags verschijnsel. Daarom vindt zijn fractie dat die verkoop zo spoedig mogelijk gestopt moet worden. Indertijd is het besluit door de raad genomen omdat op dót moment een andere situatie heerste als nu. Nu is de situatie, sociaal gezien, gewoon erg slecht, om het zo maar eens te noemen. Vandaar vindt hij dat het gemeentelijk woning bedrijf, dat toch altijd nog een belangrijke taak heeft in het verschaffen van woon- mogelijkheden voor de sociaal zwakkeren, hier een middel krijgt om dat te kunnen uit voeren. Hij is dus voor dit voorstel. Wat de heer van Kemenade allemaal zei, daar zijn naar de mening van spreker toch een aantal dingen bij die niet helemaal juist zijn. Er is al lange tijd'gelegenheid geweest om die woningen aan te kopen. Het blijkt dat ongeveer 1/3 van de mensen daar gebruik van heeft gemaakt en 2/3 deel niet. Hij ziet niet zitten dat nu plot seling al die mensen in tijdnood komen om een beslissing te nemen. Dat is persó onwaarBovendien vindt hij dat er een maand tyd om zich aan te melden en dan nog^ een aantal maanden om te beslissen en geld te verkrygen, dat dat ruim voldoende is. De heer BROOS wil, hoewel hij de belangrijkheid van dit stuk niet onderschat en be grip kan tonen voor het voorstel, toch opmerken dat het eigen woningbezit niet af geremd mag worden. Hij betreurt het dat voor deze zaak, die B&W nu op deze wijze tracht te realiseren, toch een doorstroming wel geen effect zal hebben. Dat vindt hij jammer van deze huizen. Als men als B&W, als toewijzingsorgaan, meer speelruimte zou krijgen zou hij er eerder in mee kunnen gaan. Op termijn zal dat zeker kunnen, meent de heer WESTERHOF. Misschien wel, denkt de heer BROOS. Maar daar zal deze raad dan wel niet meer over hebben te beslissen, mag hij aannemen. Verder wil hij zeggen dat het woningbedrijf toch al zwaar belast is qua onderhoud. Misschien is het dan zo dat, hoe eerder men afstoot, hoe eerder dat onderhoud op zijn pootjes terecht kan komen. Uy vindt verder, dat, als er dan huizen worden verkocht, er toch wel andere prijzen gehanteerd mogen worden, 50.000.— hypotheek in deze tijd is natuurlijk ergens belachelijk voor een huis. Daarin zal de gemeente wat meer ruimte gegeven moeten worden, dat die huizen dus duurder verkocht kunnen worden. Hij dacht dat die mogelijkheid er thans inzit en hij ziet niet in waarom daar dan geen gebruik van zou worden gemaakt Hij is dus toch wel voor om de mensen in de gelegenheid te stellen, zonodig met een andere procedure, onder andere voorwaarden, om tot aankoop van hun woning over te kunnen gaan. De heer MASTENBROEK hoorde van de heer van Kemenade dat deze helemaal niet gelukkig was met dit voorstel. Hij kan daaraan toevoegen daarmee ook helemaal niet gelukkig te zyn. Hij zou het liefst iedereen die in een woning woont van het gemeentelijk woningbedrijf de gelegenheid willen laten om die woning te kopen. Ilij zou het erg plezierig vinden dat iedereen die zo'n woning wil kopen, vooral die mensen met die lage inkomens, voor een laag bedrag - want die huizen zijn goedkoop - dat dan ook zouden kunnen doen. Daarover is dus geen verschil van mening. Dan is er ook geen wethouder meer nodig, meent de heer BROOS. De heer MASTENBROEK wil vervolgen met de vraag wat zich nu echter voordoet. Dat weet ook de heer van Kemenade. Er is nu eenmaal een ontzettende krapte in een be paalde sector op de woningmarkt. Het is bekend dat het aantal ingeschrevenen ieder jaar met zo'n 200 personen stijgt. Hij probeert iedere keer weer in Den Bosch om het woningbouw-contingent wat omhoog te krijgen. Dat is totaal onmogelijk. Het blijkt dat er in Brabant gemeenten zijn die nóg wat moeilijker zitten dan men hier in Ber gen op Zoom zit en dan denkt hij aan de grote gemeenten. Het aantal woningwet woningen die gebouwd zullen worden of gebouwd zullen mogen worden in de toekomst zal beslist niet groot zijn. Die garantie heeft hij in Den Bosch al wel verkregen. V/at moet dan geconstateerd worden? Dat de vraag voor een bepaald soort woningen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 200