v. Schrijven van de Stichting Stuurgroep Brabant Eén dd. april 1979» houdende
toezending van het eindverslag enquête Brabantse gemeentebestuurders.
w. Aanvaarding van een schenking door de "Vrienden van het Markiezenhof" te Ber
gen op Zoom van een tweetal albasten vazen met verguld koperen candélabres.
x. Aanvaarding van een schenking door de heer C.J.F.Slootmans te Bergen op Zoom
van een gebeeldhouwde deurnaald ten behoeve van de hoofdpoort van het Markie
zenhof.
ij. Aanvaarding van een legaat van de heer J.G.Sloff te Bergen op Zoom,
z. Jaarverslag 197Ö van de Indicatieconunissie Bejaardenoorden voor de gemeenten
Bergen op Zoom, Halsteren, Nieuw-Vossemeer en Steenbergen.
aa, Jaarverslag van de Stichting Peuterspeelzalen te Bergen op Zoom over 1978.
bb. Diverse stukken betreffende de Democratiseringscommissie.
cc. Diverse processen-verbaal van kasopnamen over het jaar 1978 en in het 4e kwar
taal 1978 en het 1e kwartaal 1979.
Bij punt f wil de heer GORRISSEN opmerken dat er wat verwarring is over de uitspraak
van de Raad van State en met name wat betreft de resultaten die daaruit voortkomen.
De vraag is nu of de gemeente het nu gewonnen heeft of niet en kan de gemeente nu
ergens over beschikken.
De heer VAN DER STOEL heeft eigenlijk eenzelfde vraag. Volgens zijn fractie is de
zaak nu onbeslist en men vraagt zich dan ook af: wat nu verder.
De heer VAN KAAM moet zeggen, dat er inderdaad nu een erg juridisch stuk voorligt.
Hij wil proberen om het met een paar woorden wat te verduidelijken.
Er is geen verschil van mening tussen B&W en het college van regenten van het ABG.
Het gaat over de vraag, of het bedrag van 1,3 miljoen van het vermogen wat bij het
ABG altijd nog aanv/ezig is', gebruikt mag worden in de ziekenhuistarieven.
Het ABG had dat gedaan en van het COZ is toen bericht gekomen dat dat niet was
toegestaan. Dit dan naar aanleiding van interne richtlijnen die het COZ zelf had
gegeven.
Omdat het ABG te laat was om bij het COZ in beroep te gaan daartegen, welk beroep
dan ook werd afgewezen, is de gemeente toen in beroep gegaan bij de Raad van State
w'aarbij dan is beslist dat het COZ een onterechte beslissing had genomen.
De hele zaak is nu dus weer terugverwezen.
B&W zal nu aan het college van regenten van het ABG adviseren, om bij de eerstvolgen
de samenstelling van de particuliere verpleegtarieven de rente van dit vermogen
alsnog op te nemen en zou dat dan weer worden afgewezen dan staat er opnieuw be
roep open by de Raad van State.
De heer GORRISSEN wil dan vragen of, als het dan niet wordt afgewezen, de gelden
dan ter beschikking komen van het gemeentebestuur. Daar gaat het n.l, volgens hem
om.
De VOORZITTER dacht niet dat het daarom ging.
De heer VAN KAAM kan zeggen, dat het dan de bedoeling is om die gelden te storten
in een zogenaamde maatschappelijke fundatie, om daaruit bepaalde activiteiten te
kunnen financieren die momenteel nog buiten de subsidiemogelijkheden vallen.
De heer GORRISSEN wil nog vragen of daarin dan het ABG de beslissende stem heeft
bij het aanvragen van eventuele subsidies daarvoor.
De heer VAN KAAM kan zeggen, dat B&W en het regenten-college in deze op dezelfde
lijn zitten. Daarover bestaat dus geen verschil van mening.
De VOORZITTER dacht niet dat de heer Gorrissen dit bedoelde. De vraag van de heer
Gorrissen was of het vermogen, wat nu dus niet rentedragend is en slapend is in
het ABG, tot vermindering van de tarieven leidt. De zaak is dan om dat vermogen
rentedragend te gaan maken en dat dan in de tarieven door te mogen berekenen.
Zo ja, dan komt dat in die zogenaamde pot. Die pot wordt dan besteed aan die doel
einden die tussen kade en schip vallen, die wettelijk niet geregeld zijn enzovoorts.
Dat is dan weer onderhevig aan de goedkeuring van de raad, zoals de hele begroting
van het ABG. De eerste besluiten daarover liggen wel bij het regenten-college.
