17
Dat dit bouwblok dus met 50% wordt aangepast en de grond een recreatieve bestemming
wordt gegeven.
De heer BROOS vindt, dat als men iemand toestemming geeft om er een 2e bedrijfsgebouw
bij te plaatsen zoals in het geval Hopmans, en men gaat dan t.z.t. moeilykheden maken
over een koelcel, vindt hij dat niet reëel. Als men iemand een auto geeft en geen
benzine, kan hij er ook niet veel mee doen.
Hij is dus wel voor een koelcel daar. Dat i3 het risico nu eenmaal wat men neemt.
Als men nu vanavond zegt: dat ene mag, zal men ook dat andere moeten toestaan, is
zijn mening. Vanzelfsprekend zal dan aan bepaalde voorwaarden voldaan moeten worden,
V/at het geval Huygens betreft, als men aan het ene mee wil werken - ook de heer
Mastenbroek zag dat wel zitten en wilde daar ver in meegaan behalve dan die bestem
ming vindt hij dat men ook aan het andere, n.l. om de grond een recreatieve be
stemming te geven, wel mee kan werken. In dat geval dan vallende onder klasse d,
genoemd in het bestemmingsplan.
Mevrouw VLUG is niet onder de indruk gekomen van de lange lyst feiten die de wethou
der meende te moeten opsommen in verband met bezwaarschrift 6j.
Hij heeft wel één juist ding gezegd naar haar mening, n.l. dat vanavond de beslis
sing: hoe bestem je de grond het best of hoe maak je het college zo geloofwaardig
mogelijk,aan de orde is.
Niet het college, maar de raad, meent de VOORZITTER.
Goed, de raad dan zegt mevrouw VLUG. Zij meent dat vanavond een bestemmingsplan moet
worden vastgesteld en dat houdt dan de bestemming van de grond in de toekomst in.
Als by alle zaken opgehaald zou moeten worden wat in het verleden allemaal heeft
gespeeld, dan kan men wel aan de gang blijven, meent zij.
Zij is van mening dat de raad vanavond beslist ongeloofwaardig over zal komen als
een stukje grond zou worden uitgezonderd, dat uitsluitend bereikbaar is over het
recreatieterrein en straks helemaal, om dat een andere bestemming te gaan geven.
Temeer daar het aansluitende terrein wat in vroegere tijd ook een agrarische bestem
ming had en waarvan men de bedoeling had om dat in het ontwerp—bestemmingsplan
buitengebied die bestemming te laten behouden, nu veranderd is in een horeca-bestem
ming. Zij heeft in de commissie al gezegd en v/il dat nu nog even herhalen, dat zy
daar niet het minste of geringste bezwaar tegen heeft, want zo'n bestemming daar
vindt zij gewoon in het belang van de gemeente Bergen op Zoom. Daarnaast vindt zij
dus dat dat hoekje, wat dan in het geval van Beers aan de orde is, als dat een recre
atieve bestemming zou krijgen, niet in het minst het belang van de gemeente mee ge
schaad zou worden. Dat is bevestigd door de opmerking van de stedebouwkundige in
de commissie ruimtelijke ordening, die ronduit zei: er is geen enkel planologisch
bezwaar tegen aan te voeren, tenzij men zou zeggen dat bij de vaststelling van het
tracé Randweg-Noord of verlengde Randweg-Oost - wat het dan ook mag worden daar-
die camping dan iets meer uit de bossen zou springen, waarbij hy dan zelf aantekende
dat dan daarvoor weer de voorschriften waren in het bestemmingsplan buitengebied
onder artikel 16, waar dan verwacht wordt dat er een hoog opgaande beplanting over
een minimale breedte van 10 meter zou moeten komen.
Zij weigert in te gaan op al die verhalen uit het verleden. Zij zou omgekeerd nog wel
wat andere verhalen kunnen vertellen maar daar zit zij hier vanavond niet voor.
Er moet een bestemmingsplan geregeld worden; de grond voor de toekomst.
De raad is ongeloofwaardig als een hoekje zou worden uitgezonderd van dit terrein,
wat op geen enkele andere manier bereikbaar is en aansluit by de recreatieve voor
zieningen die er nu zyn.
Ook de heer VAN DER VELDEN is niet zo erg onder de indruk gekomen van de woorden
van de wethouder t.a.v. het bezwaarschrift no. 65. Hij kanjzich best voorstellen dat
er in het verleden dingen gepasseerd zijn die nu niet direct zo gunstig waren, maar
als hij het allemaal zo hoort heeft het college toen nog al wat toegestaan allemaal,
Hy voelt er weinig voor om daar nu als raad mee opgezadeld te worden,
In de commissie heeft hij ook al gezegd dat men er veel verstandiger aan zou doen
om nu eens een punt achter deze zaak te zetten. Nu is er de mogelijkheid om het
bestemmingsplan buitengebied vast te stellen. Daarbij zal geprobeerd moeten worden
om de belangen van de gemeente in het oog te houden maar ook de belangen van de
direct betrokkenen.
Hy vraagt zich dan toch af wat dan het belang van de gemeente zou zyn als dit be
zwaarschrift/gegrond verklaard zou worden, /on