8
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
9. Voorstel tot het deelnemen aan het Belgisch-Nederlands Grensoverleg (BENEGO).
{Verzameling 1979~nr. RÓ/Ï2877
De heer NUIJTEMANS heeft meer een opmerking van procedurele aard. Hy vraagt zich af
waarom dit voorstel niet behandeld is in de commissie financiën en andere commissies.
Hij zou die zaken toch liever gescheiden willen houden n.l.
Aan de ene kant moeten naar zijn mening volgens goed gebruik de financiële kanten van
een zaak in de commissie financiën worden getoetst en aan de andere kant de inhoude
lijke kanten in andere commissies die daarvoor zijn bestemd.
De heer NIJPELS kan zeggen dat zyn fractie er blij mee is dat Bergen op Zoom nu ook
tot dit overleg gaat toetreden, wat dat verder ook in de toekomst mag opleveren.
Hij v/as verder blij in de krant te hebben kunnen lezen dat de wethouder milieuzaken
van Bergen op Zoom in een commissie van het streekgewest zijn verontrusting heeft
■uitgesproken over de gang van zaken rond de beveiliging van nederlands grondgebied
m.b.t. kernenergie-centrales in België. In dat kader heeft hij de vraag, of de wet
houder <5f de gemeente in de toekomst in dit overleg ook aan dat soort zaken aandacht
wil besteden. Verder wil hij graag weten - en dat dan over een zaak waarover de
v/ethouder uitlatingen heeft gedaan - hoe het resultaat is geweest van een werkgroep
die in juni 1977 is ingesteld door de minister van binnenlandse zaken, waarin ook
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een representant heeft afgevaardigden die
dan moet bekijken hoe het met de rampensituaties tussen Duitsland en Nederland, resp.
tussen België en Nederland is gesteld. Dit is een specifieke werkgroep waarin ook
de px-ovincie Noord-Brabant is vertegenwoordigd.
De heer STUART kan zeggen dat zijn fractie met het voorstel akkoord kan gaan. Hij zou
het college daarbij graag verzoeken om de vertegenv/oordiger die in dat overleg gaat
optreden met een speciale boodschap op pad te sturen. Daarvoor geldt de volgende
argumentatie. De laatste tijd i3 door belgische functionarissen meerdere malen kri
tiek geuit op gebrekkig dan wel onvoldoende gevoerd overleg injspecifieke aangelegen
heden tussen België en Nederland. De schuldvraag werd dan meestal aan de nederlandse
kant gelegd. Een voorbeeld van zo'n situatie is geweest het internationaal overleg
inzake de verschillende facetten verbonden aan de uitvoering van nationale kern
energie-programma' s. In België zegt men met franse en duitse regeringen vruchtbaar
overleg gepleegd te hebben en althans in elk geval ook op technisch gebied voldoe
ning gevende akkoorden te hebben bereikt, waarbij tevens wordt opgemerkt, dat dit
tussen de regeringen van België en Nederland niet het geval is geweest.
Dat is dan een zaak die, mede gelet op de geringe afstand die er is tussen de kern
centrales in Borssele en Doel, bij deskundigen op nucleair en industrie-gebied de
lachlust opgewekt schijnt te hebben. Bij alle duidelijkheid bij de, overigens in het
midden latend de wel of niet noodzakelijkheid van gebruik van kernenergie, problemen
die er hieromtrent zyn, kan een stad als Bergen op Zoom, die bij wijze van spreken
2 van dergelijke centrales voor de deur heeft staan, gelach omtrent een mislukt of
onvoldoende gevoerd internationaal overleg alleen maar als een erg wrange grap
ervaren. Voor deze omgeving zijn de veiligheids-aspecten, dacht hij, extra relevant.
Onvoldoende overleg op internationaal niveau betekent op lokaal niveau een uitge
breid risico naar zijn mening. Daarom zou hij graag zien dat de veiligheid van die
kerncentrales in Borssele en Doel in de ruimste zin van het woord, vanuit en door
Bergen op Zoom in dat Benego-overleg aan de orde wordt gesteld met als uiteindelijk
doel: overleg op het juiste niveau terzake.
De VOORZITTER moet zeggen, dat v/at de heer Nujjtemans opmerkte, in zekere zin wel waar
is. De commissie financiën heeft zich niet met deze zaak inhoudelijk bemoeid maar al
leen met de financiële konsekwenties, die vrij gering zijn. Daarom is er daar weinig
over gesproken. Of het zin had in dit stadium van alleen toetreding de zaak in een
of meer andere commissies te brengen is dat weer iets anders. De Benego-commissie
kan in principe natuurlijk over allerlei soort zaken pra+en. Om daar dan een aparte
vergadering van de commissie algemene en juridische zaken over te houden leek hem
toch misschien wel wat zwaar. Men kan n.l. naar zijn mening niet met een volledig
bespreek-programma naar die Benego toetrekken. Men moet Benego niet onderschatten.
Hot is erg nuttig en goed dat grensgemeenten met elkaar overleggen over allerlei
zaken die die gemeenten gemeenschappelijk raken. Daar zullen zeker ook de milieu
factoren in ter sprake komen. De delegatie van B.& W. kan zelfs zo worden ingericht,
