concept-brief stond, waar n.l, in stonds of binnen da verdeling van De Linie de ge vraagde oppervlakte van 3.000 m2 beschikbaar is zal moeten blijken bij het opstellen van het inrichtingsplan voor De Linie, wat wordt opgesteld door het Woonwagenschap Op de brief die thans voorligt is op verzoek van de commissie thans nadrukkelijk toegevoegd ter informatie aan de heer Otto, dat deze brief die hem wordt toegezonden samen met een foto-kopie van zyn brief die hij aan de raad heeft gericht, zal worden doorgezonden naar het Woonwagenschap, zodat daar alvast gekeken kan worden naar een eventueel rekening houden met de wensen van betrokkene daar ter plaatse. Hij dacht dan ook dat het college en de commissie deze zaak wel degelijk positief had benaderd. Mevrouw VLUG kan alleen maar zeggen dat haar fractie aantekening v/enst, tegen deze concept-brief te zijn. De heer VAN DE WATER wil alleen nog zeggen, dat het verzoek niet handelde over een sloopterrein maar over een terrein voor de verkoop van 2e hands auto's. De heer BROOS moet zeggen, dat dit toch wel bijna hetzelfde is. Bij punt c zegt de heer NIJPELS dat in de brief sprake is van een Kroon-procedure die nog zou lopen. Voor zover hij weet is er echter in het geval van Reimerswaal een uitspraak gedaan, waarin door de Kroon is gezegd: het is juist en het verdient in principe zelfs voorkeur om in de toekomst milieubepalingen in bestemmingsplannen op te nemen. Ilij zou het erg prettig vinden om daar in de eerstvolgende commissie vergadering nadere uitleg over te krygen. De heer NUIJTEMARS heeft ongeveer dezelfde opmerking, alleen dacht hy dat die uit spraak meer bedoeld was voor toekomstige bestemmingsplannen. Hij zou het op prijs stellen als deze brief van de Generaal t.z.t. bij de discussie nota die behandeld gaat worden in de gezamenlijke commissies van economische zaken en ruimtelijke ordening betrokken zou kunnen worden. Er staan n.l. toch wel een aan tal zinnige dingen in die te maken hebben met de strekking van de motie. De heer STUART heeft niet zozeer een inhoudelijke opmerking maar over de manier waar op de discussie met deze werkgroep wordt gevoerd. Voorop zij gezegd, dat hij waarde ring heeft voor de wijze waarop zij deze brieven zakelyk behandelen, maar van tijd tot tijd bekruipt hem toch de lust om eens wat anders te reageren op de manier waarop deze werkgroep meent te moeten discussiëren. Dat is in de algemene beschouwingen van zijn fractie al eens eerder gedaan en het moet nu maar weer eens worden gezegd, dacht hij, dat toch niet voor alles en voor alle manieren waarop wordt gewerkt waardering kan worden opgebracht. Het gebruikelijke procedurele rangschikken onder de naam: onbehoorlijk bestuur vindt hij niet alleen een moeilijk te staven manier om argumenten kracht bij te zetten, maar het is ook, dacht hij, gewetens kwetsen van men sen die verantwoordelijk zijn voor betreffende, naar eer en geweten genomen beslissin gen. Nog vervelender vindt hij het dat de werkgroep kennelijk geen respect op kan brengen voor een besluitvormings-proces waarbij werkgelegenheid én milieu overwogen dienen te worden. Als men de in de raad steeds gevoerde discussies neemt, waren die naar zijn smaak door ruime nuancering, grote terughoudendheid en duidelijke eerbied voor eikaars mening gekenschetst. Dat laatste is dan iets wat hij de werkgroep graag eens zou willen voorhouden, als tenminste verder discussiëren in de toekomst over zinnige zaken mogelijk moet blijven. De heer MASTENBROEK wil, wat die Kroon-uitspraak betreft, toezeggen, dat dit eens zal worden nagezocht en hij heeft er natuurlijk geen bezwaar tegen als dat dan in de commissie economische zaken eens bescproken wordt. Wat betreft het meenemen van deze brief in de discussie, dacht hij dat de heer Nuyte- mans die vraag in die betreffende commissie, wanneer die zaken aan de orde zijn, kan stellen. Als de commissie dan akkoord gaat dacht hij niet dat daar bezwaren aan ver bonden zouden zyn. Hij dacht tenslotte niet dat de heer Stuart een antwoord op diens opmerkingen zou verwachten daar dit toch meer een algemene opmerking zynerzyds betrof. Ook de VOORZITTER is toch eigenlijk wel nieuwsgierig hoe die Kroonuitspraak ligt. Hy hoort net van de secretaris dat er nog een beroep over Rozenburg hangende i3. Dat schynt nog niet uitgesproken te zyn. Of is dat nu wel het geval. Van het beroep tegen het bestemmingsplan Halsteren is naar zyn mening nog niets bekend.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 152