,rVredenburg".
b. Schrijven van de heer C.Otto te Bergen op Zoom dd. 1 februari 1979 inzake ver
koop van industrieterrein.
c. Schrijven van Vereniging Werkgroep De Generaal te Bergen op Zoom dd. 8 maart
1979 inzake herziening van het bestemmingsplan "Theodorushaven".
By punt a. wil mevrouw VLUG opmerken, dat zij het niet eens is met dit concept-ant
woord. Er wordt n.l. in gezegd, dat er persé geen recreatiebestemming gegeven zal
worden aan dat gebied, hetgeen dan voor haar nog maar de vraag is.
Lat bestemmingsplan voor dat gebied is n.l. nog niet aangenomen of vastgesteld.
Op zyn minst zou er dus in de brief gesproken moeten worden over een ontwerp—be
stemmingsplan.
Zij vindt gewoon dat deze brief zo niet weg kan. Zij wil ook van de andere raadsleden
wel eens horen hoe die hierover denken. Zy is in ieder geval tegen het verzenden
van deze brief op deze manier.
Ook de heer GORRISSEN is van mening, dat de redactie van de brief misschien wel ge-
wyzigd zal moeten worden als straks agendapunt 20 is behandeld.
Lat is dan inderdaad het verst-strekkend voorstel, meent de VOORZITTER. Dat zou du3
inderdaad mogelijk kunnen zijn.
De heer BROOS zou dan maar willen voorstellen, om dit punt ni. punt 20 te behandelen
Dan is de raad er uit, meent hij.
Laar kan de VOORZITTER het wel mee eens zijn en dit agenda-punt wordt dus naar even
later verschoven. Voor hij het vergeet zal hij dit eerst even op zijn agenda aanvullen
V/at punt b betreft wil mevrouw VLUG, mede gezien haar pleidooi in de vorige raads
vergadering, stellen dat zij ook met dit concept-antwoord niet akkoord kan gaan.
Als n.l. iemand zyn best doet om van het kamp af te komen en een bedrijf heeft,
daarvoor een verzoek indient om dat ergens, behalve op dat kamp, ergens anders te
mogen plaatsen, moet er naar haar mening toch wel op zijn minst een overleg en een
gesprek plaatsvinden waar dat dan wel mogelijk zal kunnen zijn. Of men nu blij is
met sloperijen ja of nee en met 2e hands-autohandelaren, iedereen rijdt auto tegen
woordig en die worden allemaal wel op tijd ingeruild, waardoor die zaak toch ver
werkt zal moeten worden. Zij is het dus niet eens met deze concept-brief.
Verder wil zij opmerken dat het voor haar een open vraag is waarom zo'n man dan niet
eerder antwoord kan krijgen als men toch al weet dat men nee zal gaan zeggen en dat
er toch geen overleg en dat soort toestanden plaats zal vinden.
Hij heeft op 13 oktober 1978 een brief geschreven. Daar heeft hy dan op 3 januari
1979 antwoord op gekregen. Daarop heeft hij weer gereageerd op 1 februari 1979 en
dat komt dan vandaag, op 27 april 1979 in de raad.
De heer NUIJTEMANS wil hierbij wel opmerken, dat er in al die brieven niets nieuws
naar voren wordt gebracht. Het zyn steeds dezelfde brieven.
Mevrouw VLUG zegt, dat er ook nog steeds niet aan zijn wensen tegemoet is gekomen.
Dan kan iedereen daarover wel in lachen uitbarsten, maar die man heeft gewoon ver
zocht om uitgenodigd te worden voor een gesprek.
De heer BROOS kan zeggen dat deze zaak inderdaad al meer aan de orde is geweest. Hij
zou hierover graag wel eens een advies van de desbetreffende commissie willen horen
De heer WESTERHOF heeft er toch wel bezwaar tegen dat een uitvoerig debat van een
paar maanden geleden nu weer eens in de raad herhaald moet worden.Hij kan zich voor
stellen dat iemand zegt: gezien dat debat van toen ben ik tegen, maar om een debat
nu nog weer eens te gaan herhalen vindt hij niet reëel.
De heer DEKKERS hoorde van mevrouw Vlug dat zij by haar standpunt blijft. Hij kan daar
op alleen maar zeggen dat het college - en naar hij aanneemt ook de overige raads
leden - by hun standpunt blyven, n.l» door te zeggen dat er geen terreinen be
schikbaar zijn voor slopers. De heer Broos vroeg om een advies van de commissie.
Op een concept-brief van 27 april, ook op vandaag gedateerd omdat hy eerst oorspron-
keiyk in een andere versie aan de raad werd voorgelegd, heeft de commissie gezegd:
wij willen er toch wel wat mee doen; iets meer misschien dan in de oorspronkeiyke