29
Zyn fractie is blij met dit voorstel om 2 redenen. Ten eerste omdat weer een aantal
kostbare arbeidsplaatsen tot stand kan worden gebracht en cp de tweede plaats, om
dat daarbij voldaan kan worden aan de milieuvöorwaarden die moeten worden gesteld
volgens de nederlandse wet.
Be heer VAN BE V/ATER verbaast het uit de stukken te moeten lezen dat bij het punt
luchtverontreiniging staat: door sterke afzuiging kunnen zich geen dampen concen
treren in de productiehal, zodat geen irritatie optreedt, bij het personeel en «nar-
terialen niet kunnen worden aangetast. Het bedrijf stelt voor deze 2 meter boven
het dak af te voeren» Bat verbaast hem dan wel enigszins.
Verder staat er dat het een normale productiehal is. Er. wordt gesproken van een
belasting van 5.000 Kg. per m2. Ban vraagt hij zich wel af wat er allemaal op die
vloer komt te staan.
Het verbaast hem ook dat XEM stelt: wij willen graag perceel 7 hebben maar perceel 6
moet voor Adcom zijn. Hij sou graag weten wat hier de combinatie van is.
Verder weet hij niet hoe de wethouder erover denkt, dat dit chemisch bedrijf te
dicht bij de Streekschool staat,
Be heer OTIJTEMANS moet zeggen, dat dit voorstel zyn fractie aanleiding geeft om
de problematiek inzake de vestiging van chemische of daarvan afgeleide bedrijven
in een breder verband te plaatsen.
Voor de goede orde: zijn fractie kan zich verenigen met het voorliggende voorstel
omdat dit bedrijf in directe zin niet direct milieu-bedreigend lijkt te zijn en het
een bijdrage levert aan de werkgelegenheid.
Op korte termyn is er plaatsingsmogelykheid voor 10 '5 arbeidsplaatsen, zo
wordt gesteld.
Men is in de fractie wel van mening, dat van stond af aan strenge controle nodig
is vanwege de gevaarlijke stoffen die gebruikt worden.
Omdat er nogal wat publiciteit rondom dit bedryf is geweest is in de commissie
economische zaken uitvoerig over de milieu—problematiek rondom deze grond—tran—
actie gesproken.
Zijn fractie heeft het daarbij als zinvol ervaren, dat de wethouder milieuzaken
in de gelegenheid is geweest de commissie te informeren over de met de grond-
transactie samenhangende milieu-problematiek.
Hij meent dat bij het ontbreken van een coördinatiewet milieuzaken, waarin bouw
vergunning, grondverkoop etc, onderdeel uitmaken van een milieu—vex'gunning
afgiftebeleid, het een goede zaak is de politiek verantwoordelijke wethouder gelijk
op te laten werken.
Als hy namens zijn fractie spreekt over het in breder verband plaatsen van bedrijfs
vestigingen in het Theodorushaven-gebied met milieukonsekwenties, dan bedoelt hij
concreet: hoeveel van dit soort bedrijven kunnen nog worden toegelaten en op grond
van welke milieunormen in totaliteit gezien worden er besluiten genomen.
Het lykt hem dringend noodzakelijk, dat er een her-bezinning komt over deze pro
blematiek. Men zou, in navolging van wat in andere gebieden som3 wordt gehanteerd,
een aantal normen op kunnen stellen, die door de gezamenlijke bedrijven, ook nieuw
te vestigen bedrijven, niet overschreden mogen worden.
Bekend als het "stand-still-beginsel".
Enige tyd geleden is de notitie over de milieu-inventarisatie in de raad behandeld
Het was een gedegen stuk informatie en dat is nu al voorhanden.
Hij heeft begrepen, dat het ook binnen GS een levende gedachte is, dat het bestem
mingsplan Theodorushaven wat te ruimdenkend is t.a.v. de milieu—problematiek, die
gepaard gaat met milieu-beïnvloedende bedrijven. Met name de gedeputeerde voor
milieuzaken heeft, voorzover hij heeft begrepen, mede namens het college van GS
de vrees geuit, dat Bergen op Zoom een vuilnisvat dreigt te worden, als geen samen
hangend beleid wordt ontwikkeld.
Hy stelt het college dan ook voor een antwoord te vinden op deze ingewikkelde,
materie. Een geïntegreerde, planologische, economische en milieu—technische aan
pak lijkt hiervoor noodzakelyk.
Hij is van mening, dat op korte termijn de raad duidelijkheid moet krijgen op he ves
tigingsbeleid, de normen die hiervoor worden gehanteerd en de milieu-opname-capa
citeit van het gebied.
Hij wil de raad middels een motie vragen een aanzet tot een milieu-beleid te maken.
In de commissie economische zaken en ruimtelijke ordening kan in eerste instantie
in een gezamenlijke openbare vergadering een discussie over dit punt op gang wor
den gebracht.