24 Hij dacht dat de opstelling van zijn fractie tot nu toe in deze kwestie duidelijk was geweest, n.l. het afwijzen van een mogelijke groeistad-functie. Men heeft altijd wel vraagtekens gehad hij de zin van het groeien, zeker bij een versneld groeien. Vraagtekens die er ook nu nog zijn. Niettemin kan geconstateerd worden, dat de raad een aantal besluiten heeft genomen op grond waarvan de nu voorliggende voor stellen zyn gebaseerd. Overduidelijk is wel dat men als raad gekozen heeft voor een gedeelde groeistadfunctie en het bouwen in het Markizaatsmeer. Op dit laatste komt hij dadelijk nog terug. Hij wil enkele opmerkingen maken met betrekking tot de ruimtelijke hoofdstructuur en de voorwaarden waaronder een gedeeltelijke groeistadfunctie gerealiseerd kan worden. T.a.v. de werkgelegenheid stelt de provincie dat die in verhouding tot de overloop evenredig moet toenemen. Op welke wijze wil men dat eigenlijk meten, wil hij vragen. Welke instrumenten staan daarvoor ter beschikking. Tevens en de heer Westerhof droeg daartoe al een suggestie aan - hoe denkt het college de overloop af te remmen. Is het inderdaad zo, dat onderzocht zal moeten worden of de Woonruimtewet weer moet v/orden ingevoerd. Hij dacht ook, dat toch ook wel gewaakt zal moeten worden dat deze regio geen achterland-functie gaat vervullen t.a.v, Rotterdam. Daarmee bedoelt hjj eigenlijk, dat men zal moeten oppassen dat allerlei vestigingen, die hoofdvestigingen hebben in Rijnmond, hier naar toe zullen komen. Hij is er van overtuigd, dat, wanneer er economische problemen gaan ontstaan, die dan als eerste zijn beslag zullen krijgen in deze regio. Hij vindt het veel beter dat gestreefd zal worden naar arbeids intensieve en milieu—vriendelijke bedrijven die nog duidelijk een onafhankelijke opstelling hebben en een onafhankelije positie. Voor wat de lokatiekeuze betreft onderstreept hij ook de argumenten in de bijlagen. Bouwen op de Herelse Heide is een heilloze ontwikkeling en doet ook z.i. afbreuk aan de stedelijke functie van Bergen op Zoom. Overigens wijst hij dat ook af omdat het een model is waarin woningbouw voor 8000 inwoners i3 gepland en dus pa3t dat niet in de door hem voorgestane gedeelde groeistadfunctio, In het verleden heeft hij bij het groeien van de stad en het bouwen in het Marki zaatsmeer zich steeds afgevraagd wat nu eigenlijk de konsekwenties zyn voor de vaste wal en dan met name voor de binnenstad. Hij zou wel eens van het college willen horen hoe het denkt over de binnenstads—problematiek in relatie tot een extra groei in een geheel nieuw gebied aan de westkant van de stad, en hoe het dat denkt op te kunnen vangen. Met andere woorden: vindt ook het college het eigenlijk niet noodzakelijk dat toch wel een totaalstudie gewenst is m.b.t. de rich ting waarin de binnenstad zich zal moeten ontwikkelen en wat daarbij dan de knel punten zullen zijn. T.a.v. een model-matige studie wordt voorgesteld om te kiezen voor 3 ©n 5» Met het verder bestuderen van model 3 heeft zijn fractie beslist geen enkele moeite Hij vindt ook dat dat model prima mogelijkheden biedt, met name m.b.t. de stede- bouwkundige aspecten ervan. Met model 5 heeft hij, zoals bekend, wel problemen, maar die zouden z.i. afgezwakt kunnen worden, mits de modelmatige studie open laat welke bestemming er daarby komt. Dat er dus niet bij voorbaat wordt uitgegaan dat het een MOL-mogelijkheden- functie moet worden. Bouwen in het Markizaatsmeer betekent ook dat het gebied 2 functies krygt, n.l. een woon- en recreatiefunctie enerzijds en anderzijds een natuur-functie. Het i3 bekend dat deze functies elkaar niet zo geweldig goed verdragen, vooral omdat het een natuurgebied in ontwikkeling is. Hy vraagt dan ook eigenlijk aan het college in hoeverre het mogelijk is waarborgen te scheppen, dat de bij het model gedane psychologiën tydens het proces van voor bereiding en uitvoering gehandhaafd blijven. Misschien zelfs verder uitgediept. De heer ARNOYS hoorde van de heer Westerhof de vraag, wie de verantwoordelijkheid neemt als er op een gegeven moment helemaal niet meer gebouwd zou kunnen worden. Hy heeft in de commissie ook al gezegd, dat, als alles op dén kaart wordt gezet en gezegd wordt: uitsluitend bouwen op de slikken, dan zou dat bij een eventueel uitstel om wat voor reden dan ook, niet denkbeeldig kunnen zyn dat er inderdaad enige jaren helemaal niet gebouwd zal kunnen worden. Als men alles op een kaart wil zetten is het natuurlyk ook een bepaalde tactiek om dan andere mogelijkheden zonder meer af te kraken. Een gedeelte van de argumen tatie is juist en een ander gedeelte is er eigenlijk bijgetrokken om de voordelen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 126