een huis te komen. Hij hoopt daarby dat diegenen van de aanvragers die, om wat voor reden dan ook, geen werk meer hebben, met name de WW-ers, WSW-ers, WAO-ers enzovoorts, ook de mogelijkheid hebben om in aanmerking te komen voor een huis, zonder dat er sprake is van het feit dat zij hun werkkring buiten Bergen op Zoom hadden. Hij dacht verder dat het wel aanbeveling kon verdienen om de werkgroep stedelijke huisvesting uit te breiden met die organisaties, die zich vooral met de huisves- tings-problematiek bezig houden. Deze werkgroep zou dan tevens een gestructureerd beleid moeten opbouwen, zodat de gemeente in de toekomst niet meer voor verrassin gen, c.q. onverwachte gebeurtenissen kan komen te staan. Hij hoopt dat de raad met dit voorstel akkoord zal gaan om de achterstand t.a.v. minderheidsgroeperingen zo snel mogelijk in te lopen. Ook de heer VAN KEMENADE heeft namens zijn fractie waardering voor dit voorstel. V/at hem in deze als erg belangrijk overkomt is het feit dat ook overeenstemming is bereikt met de stichting Soomland en de V/oningbouwvereniging Bergen op Zoom. Nu zal men in Bergen op Zoom ook in het algemeen weten waar men aan toe is,door- dat dezelfde maatstaven worden gehanteerd. De heer MASTENBROEK wil beginnen met zyn dank uit te spi'eken voor de waarderende v/oorden die door verschillende sprekers zijn geuit. Hij kan zeggen dat heel veel ambtenaren er heel lang aan hebben gewerkt voor dit stuk tob stand kon komen. Voor wat de opmerkingen van de heer Broos betreft kan hij zeggen het in principe v/el met hem eens te zyn. Ook hij vindt dat gezinnen met 2 kinderen in principe in aanmerking zouden moeten kunnen komen voor een eengezinswoning. Waarom is er echter deze nota gekomen? omdat er een enorm tekort is aan woningen, omdat het aanbod erg klein is en de vraag erg groot. Dan moet, hoe vez-velend dat ook is, men bepaalde normen gaan stellen. De woningnood wordt in Bergen op Zoom steeds groter en vandaar - hij is het in deze niet met de heer Bakx eens als deze zegt dat de nota oigenlyk een verruiming geeft van de normen want dat is beslist niet zo - dat deze nota noodzakelijk is geworden. Hij zou ook graag mét de heer Broos gezinnen met 2 kinderen in een eengezinswoning laten v/onen maar gezien de grote vraag en het erg geringe aanbod moeten op een gegeven moment normen worden gesteld en dan is het gewoon zo dat gezinnen met meerdere kinderen eerder in aanmerking moeten komen voor een eengezinsv/oning. Wat de opmerking van de heer Bakx over de mensen zonder v/erk betreft, wil hij op dit vraagstuk nog wel eens wat studeren. Hy vindt niet dat deze mensen zo maar automatisch woonruimte kunnen claimen. Wat de werkgroep betreft is het zo dat deze inderdaad bestaat uit de woningbouw vereniging, het gemeentelijk woningbedrijf en de stichting Soomland. Zy komen een keer per maand bijeen. Hy dacht dat dat een hele belangrijke zaak was. Hij vindt dat deze 3 de gelegenheid moeten hebben om met elkaar over bepaalde zaken te kunnen praten. Het gaat in deze ook wel eens over personen. Hij meent dat een overleg tussen deze 3 noodzakelijk blijft zonder dat dat weer moet uitgroeien tot een heel groot overleg, waardoor de doelstelling van dit overleg dan verloren zou gaan. Overigens is het zo, dat de stuurgroep alleenstaanden en 2-persoons-huishoudens, een groep die om de 2 maanden bij elkaar komt, waarin ook soortgelyke problemen besproken worden als in de werkgroep, een zetel heeft aangeboden aan de stedelijke werkgroep huisvesting, inaar helaas heeft deze groep gezegd in de stuurgroep geen zitting te willen nemen. De heer BROOS heeft ook nog gevraagd of dezelfde regels zouden kunnen gaan gelden bij de grondverkoop. Verder staat in het begin van het voorstel: de toegenomen spanning op de woning markt. De heer DEKKERS kan zeggen dat er verkoop-regulerende bepalingenbestaan bij grond- uitgifte waarbij de economische gebondenheid een belangrijke factor is. Die nota is vorig jaar mei door de raad aanvaard. Hij kan de heer Broos verder mededelen, dat op dit moment ook die zaak v/eer opnieuw in studie is om te kyken of er soms bij stellingen noodzakelijk zijn. De heer BROOS zegt dat het niet gaat om wat er staat maar om wat er gedaan kan worden. Hierop is een antwoord gekomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1979 | | pagina 121