16
en van te voren weten.
De heer VAN KAAK draait niet om de hete bry heen, maar hy past er voor om in een
hete brij zonder meer te gaan roeren als daar nog geen redenen voor zijn en zeker
niet om er in te gaan stappen.
Dat is voor de heer BROOS meer dan voldoende want de wethouder geeft hiermede wel
duidelijk aan dat er inderdaad een "hete brij" aanwezig is.
Hij geeft de wethouder dan maar in overweging om daar wel of niet in te trappen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
13. Voorstel tot subsidiering van de Stichting Sociaal Kuitureel Werk voor het
iaar 1979»
(Verzameling 1979 nr« AZ/91)»
De heer SITTROP wil hierbij opmerken: ere wie ere toekomt. Zijn fractie heeft al
vaker gevraagd om een beroepskracht in 0o3t, Hy heeft gemerkt, dat die er nu in
zit. Hij moet ook zeggen dat het voor het eerst is, dat de begroting zo overzich
telijk gemaakt is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
14. Voorstel tot het verlenen van diverse kredieten ben behoeve van het gemeente
lijk gasbedrijf.
(Verzameling 1979 nr. Fin/67).
15. Voorstel tot het verlenen van een krediet ad 16.500*- voor het leggen van
een waterleiding langs de Lelyweg.
(Verzameling 1979 nr» Fin/68).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 14 en 15
aangenomen.
16. Voorstel tot het verlenen van een krediet ad 170.000.- ten behoeve van het
gemeentelijk waterleidingbedrijf
(Verzameling 1979 nr* Ein/79)*
De heer VAN DE WATER heeft by dit voorstel een 3-tal vragen.
Wat wordt er verstaan onder de ruw-water-leiding. Vindt het college de extrar-
kosten van de waterleidingstraat normaal. Tot op dit moment 390*000.—.
Bij de leiding—keuring zyn een 10-tal lekken opgetreden,veroorzaakt door het af
persen. De kosten hiervan zijn voor gemeente—bedrijven. Nu de leiding nog lek i3
en waarschijnlijk nog wel meerdere malen afgeperst moet worden, wat voor meerkosten
verwacht het college dan nog. Is er een reële mogelijkheid aanwezig, dat de gehele
leiding niet voldoet en er een geheel nieuwe leiding gelegd moet worden.
De heer MASTENBROEK heeft aan deze oppervlakte-waterleiding op de commissiever
gadering al uitvoerig aandacht besteed.
Dat wil hy nu nog wel een keer doen.
Voor de meerkosten van deze oppervlakte-waterleiding zijn een aantal redenen.
Een daarvan is, dat bij het aanvragen van het krediet veel haast gemaakt moest
v/orden door de gemeente-bedrijven, omdat andere partijen - General Electric en de
PNEM - dat verlangden. G.E. omdat zij voor een bepaalde datum de afvoer naar
Waarde gerealiseerd moest hebben en de PNEM aangezien zy voor een andere datum
energie moesten leveren aan Cargill en daartoe tijdig de betreffende150 KV-ver-
binding dienden te realiseren. Een en ander leidde er toe dat de enginering op dat
moment nog niet geheel rond was, er vooraf geen goede offerte kon worden gevraagd
en geen definitieve gegevens over de kosten van her-bestrating konden worden ver
kregen. Een 2e punt is dat uit een naderhand gehouden inschrijving onder 5 grote
landelijk erkende aannemers bleek, dat een veruit de voordeligste was, maar des
ondanks lag die aanneemsom nog ca. 10% boven de taxatie die aan de kredietaan
vraag ten grondslag had gelegen.
Verder is het gebruikelijk dat kosten van het afpersen van de leiding en de eventu
ele konsekwenties van "klappers", zoals dat dan heet, op basis van na-calculatle
worden verrekend. In de huidige situatie is het aantal klappers aanzienlijk hoger
uitgevallen dan op basi3 van ervarings-gegevens kon worden verwacht.
Daar zijn een aantal mogelijke oorzaken voor aan te geven.