18 Dat was toen ook niet het geval en dat weet de heer van Heijst heel goed. Daar zal de raad dus nu ook niet meer behoeven in te trappen, dacht hij. Als hij dan nog wat verder gaat, en er wordt nu gezegd: we hebben dit nodig en zus en zo, heeft men deze situatie toch ook meegemaakt met Emmo van Veen. Als die Mobeltunnel er dadelijk niet komt, wat zijn dan de eventuele claims. De meeste raadsleden kunnen zich daar echter niet zo in verdiepen omdat zij niet in de commissie zitten en men kan nu eenmaal niet alles bijhouden» Dat neemt hij hen ook helemaal niet kwalijk. De heer VAN HEIJST wil dan toch vragen wat de heer Broos bedoelt met Emmo van Veen. Is dat dan niet netjes afgehandeld, wil hij vragen. De heer BROOS zegt, dat er toen geen gesprek met die man is geweest en er is toen gekocht zonder met hem te praten. De heer WESTERHOF vindt wel dat er zwakke argumenten worden aangevoerd als er van alles moet worden bijgehaald. De heer van HEIJST zegt: juist niet gekocht. Het college heeft geweigerd het tama- Xie—rapport over te nemen en toen .Is het college zelf in onderhandeling ge£.e.un» De heer Broos moet de zaak niet omdraaien. Dat doet de heer BROOS helemaal niet. Het was teen gewoon duidelijk van: wij moeten oerst kopen en dan hebben wij een stok om te slaan. Om dan op de aan de orde zijnde zaak terug te kemon De heer DEKKERS had al vallen vragen, of de heer Broos bij het onderwerp zou wille blijven. Daarom ook, zegt de heer BROOS, maar men moet iets een jas geven, heeft hij al een: meer gezegd; men gaat niet .in de kou lopen. Vaak hoort het een dan bij het ander. Hij heeft dan vanavond weer vernomen, dat de heer van Egeraat aan het onderrandde, is. Hij weet dan niet of dat over diens eigen pand gaat of niet. De man zal^ inder daad dan wel moeilijk zitten, althans dat moet hij uit de woorden van de wethouder dan destilleren. Voor hem is dat echter helemaal geen argument om zonder meer en zonder enigerlei contact te hebben met de 2e gegadigde hier dan zo verdekte gaan. Men krijgt n.l. gewoon de indruk dat die 2e gegadigde alleen maar sleo..^ ligt. Misschien zijn daar dan ook wel redenen voor, dat weet hij ook niet zo. Spreker wil echter zonder meer de gelegenheid geven aan die 2e gegadigde om er op terug te komen en die grond te kunnen kopen. Hij weet ook niet, of hij dat kan, want de wethouder zei al, dat deze daar misschien vuil wil gaan storten en dan komt de vraag naar boven: wat voor vuil. Als er dadelijk een gesprek met die man is geweest zal men misschien tot de conclusie moeten komen dat men er hele—wal niet aan mag beginnen. Dat kan hij ook zo niet beoordelen. Dat is echter ook hele maal niet ter sprake geweest. Hij heeft grondzaken nu al jaar meegemaakt ei. hta J, is dan gewoon zo - en daar wordt hij steeds nog in versterkt - dat de heer van Heijst het opperhoofd is daar en die kan het heel mooi brengen. Hij heeft er ook geen moeite mee, dat het door hem zo in het college is gebracht en dat dit dus nu een college—standpunt is. Daar trapt hij echter niet in. Daarvoor heeft hij ook wel zijn redenen. Als gewoon wordt nagegaan wat er in het verleden is gebeurd, als de voorzitter zelf spreekt in brieven over rechtvaardigheid i.v.m. opties, die hij dan voor zier. heeft liggen en dat daar nu de hand niet aan wordt gehouden, is dat nu toch in dit geval°niet gedaan. Hij weet heus ook wel dat men van het CDA niet kan vervrach ten niet achter hun eigen wethouder te zullen gaan staan. Dat begrijpt hij heel goed. De heer WESTERHOF dacht wel, dat de heer Broos dan met betere argumenten moest ka rnen. Dan zou dat toch best eens mogelijk kunnen zijn. Dat is by de heer MASTENBROEK dan wel anders, want de PvdA heeft n.l. geen wet houder in het college. Dat vindt de heer BROOS dan heel jammer voor de PvdA maax door interne ruzies hebben zij die kans dan wel over laten gaan en is die plaats verspeeld. Dat is aar. niet zijn schuld.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 99