8
Bij punt m. zegt de heer VAN DEN BULCK dat het hem erg moeilijk valt een oordeel
uit te spreken over de briefwisseling die er voorligt, omdat vergaderverslagen
ontbreken. Op bijna alle punten spreekt iedereen elkaar tegen. Over het voorzit
terschap kan men van mening verschillen en dat doet hij dan ook met het college.
De andere punten kunnen niet worden nagegaan want er zijn geen verslagen.
Er zullen zeker wel ambtelijke verslagen zijn gemaakt en die mist hij.
Zo kan met de brieven weinig worden gedaan, dacht hij.
De heer ARNOYS kan zeggen dat er geen ambtelijk verslag is gemaakt, omdat de hele
vergadering, alle aanwezigen, unaniem van oordeel waren dat het advies aan de
minister zoals dat werd voorgesteld zo werd verzonden. Verschillende personen
die vertegenwoordigd waren uit de huurdersvereniging hebben in hun eigen club
enige weken naderhand kennelijk een wat onheuse ontvangst gekregen en toen zijn zij
begonnen aan een protestbrief. Tijdens de vergadering is echter, wat de conclusie
betreft, totaal geen protest gekomen en daarom was ook een verslag van de verga
dering overbodig, dacht hij.
Dat vindt de heer VAN DEN BULCK dan erg merkwaardig. Als over alle punten waar
men het over eens is geen verslag behoefde te worden gemaakt - men kijke maar
naar b.v. de hamerstukken van de gemeenteraadsagenda - werd het misschien niet
zo heel veel korter, maar hij dacht wel, dat het toch wel in een verslag kan wor
den vastgelegd.
De wethouder doet ook de heer MASTENBROEK weer bijzonder verbaasd staan.
Men beslist toch niet aan het eind van een vergadering of er een verslag zal wor-
cbn gemaakt of niet. Dat besluit zal aan het begin van een vergadering worden ge
nomen, dacht hij. Dan merkt men vanzelf wel of mensen het unaniem ergens mee
eens zijn en dat kan dan in dat verslag worden vermeld.
Zo leest hij tenminste altijd verslagen.
De heer AKNOYS heeft gezegd, dat er geen verslag is gemaakt.Hij heeft niet gezegd
dat er geen aantekeningen zijn gemaakt. Het leek overbodig te zijn om een verslag
daaruit op te maken omdat alleen maar naar een advies voor de minister werd toe
gewerkt en dat advies werd dan unaniem aangenomen. De aantekeningen van de be
trokken notulist zullen daarom wel niet verder zijn uitgewerkt althans hij heeft
geen verslag van die bijeenkomst gezien.
Dat heeft de heer MASTENBROEK inmiddels wel begrepen.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangeno
men.
5. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant te 1s-Hertogenbosch dd. 28
december 1977/3 januari 1978 inzake het onthouden van goedkeuring van"de 2öce
wijziging van de gemeente-begroting voor~het dienstjaar~T9777~waarïïy~ëên~lcr&^~
diet is geraamd van i.oOO.OÖO.- t.b.v. de reconstructie van de Halstersëwög.
De VOORZITTER zegt, dat gevraagd wordt voorziening te vragen bij de Kroon conform
de bijgevoegde concept-brief.
De heer A.J.FRANKEN wil, nu G.S. ook de goedkeuring aan de reconstructie van de
Halsterseweg heeft onthouden, wel meegaan om louter om formele redenen in beroep
te gaan bij de Kroon. Hij heeft er in de vorige raadsvergadering echter ook op aan
gedrongen dat er snel contact met de provincie moest komen om tot een voor beide
partyen aanvaardbare oplossing te komen. Er werd toen toegezegd, dat er overleg,
op ambtelijk niveau zou plaatsvinden. Hij zou graag weten wat hier uitgekomen is.
Bovendien zou er ook overleg plaatsvinden op bestuurlijk niveau. Is dit inmiddels
al gebeurd, wil hij vragen.
Hij vindt dat zeker de reconstructie van de Halsterseweg zo weinig mogelijk ver
traagd dient te worden. Hij wil er dan ook by het college met klem op aandringen,
dat de moeilijkheden met G.S. worden doorgepraat. Verstandige mensen vinden in
een goed gesprek altijd wel eer. oplossing, meent hy.
De VOORZITTER zegt, dat het college dat nu tenminste van te voren weet. Als dan
niet tot een oplossing wordt gekomen, is het college dus niet verstandig.