5
De heer VAN DEN BULCK zegt dat in het verslag wordt aangehaald - de heer Nijpels
heeft er ook al op gewezen - een waarschuwing die deskundigen zouden hebben ge
geven in 1970 aan B.& W. van Bergen op Zoom. Er wordt nu zelfs al gesproken over
een waarschuwings-rapportHij wil vragen wat van die verhalen waar is.
Hij weet dan ook wel, dat het niet precies als agendapunt aan de orde is dus als
hij door de voorzitter wordt afgekapt hoort hij dat wel. De heer Broos wees er ook
al op en sprak er zelfs zijn waardering over uit dat de Commissaris van de Konin
gin dat besluit heeft genomen
De VOORZITTER vindt dit inderdaad helemaal buiten de orde. Aan de orde is het ver
slag van de bespreking tussen de colleges Bergen op Zoom en Halsteren.
Hier zal niet aan vastgeknoopt moeten worden een eventueel debat over het al of
niet juist zijn van de beslissing van de Commissaris van de Koningin.
Dat was ook niet de bedoeling van de heer VAN DEN BULCK. Hij dacht zelfs dat dat
onbegonnen werk was. Hij wil wel een procedure-voorstel op dit punt.
Hij heeft n.l. het besluit van de Commissaris voor zich liggen en daar zitten
een aantal bijlagen bij.
De VOORZITTER zegt, dat het daarom niet gaat. Het gaat alleen om het gesprek
met Halsteren. Als zich iedereen daar dan toe beperkt is dat tenminste afgewerkt.
Het gaat niet over dingen die sindsdien weer gebeurd zijn.
De heer VAN DEIN BULCK wil dan maar aan de raad vragen om toestemming, zijn opmer
kingen te mogen plaatsen.
De VOORZITTER zal dan de raad voorstellen, om dit niet toe te staan.
Het gaat hier om een novum, een nieuwe ontwikkeling.
Aan de orde is alleen het plaatsgehad hebbende gesprek.
De raad kan daarover zeggen: dat hebben B.& V. goed gedaan of niet.
Als de raad de heer van den Bulck deze afwijking van de orde toe zou staan kan hij
dat niet weigeren, maar hij stelt voor, om dat niet te doen.
Mevrouw ELSEMAN weet helemaal niet wat de heer van den Bulck wil gaan zeggen.
De VOORZITTER dacht dat duidelijk was, dat de heer van den Bulck wil praten over
de bylagen bij de beslissing van de Commissaris.
De heer VAN DEN BULCK heeft alleen een procedure-voorstel. Hij wil geen inhoude
lijke discussie.
De heer VAN HEIJST zegt dat het nu over het gesprek met Halsteren gaat.
De heer BROOS moet dan opmerken, dat dat gesprek met Halsteren toch niet over de
voetbal ging.
De heer VAN HEIJST zegt: en ook niet over de Konijnenfokvereniging.
De heer BROOS zegt: inderdaad niet. Wat de heer van den Bulck dan ook wil, daar
is hij helemaal niet tegen. Het is afhankelijk waar het over gaat.
De heer VAN HEIJST meent, dat de raad daar wel tegen kan zijn.
Oké, zegt de heer BROOS, maar hij mag er toch wel voor zijn. Hij zit hier ook niet
om zijn mond te houden.
Dat is wel duidelijk, dacht de VOORZITTER.
De heer DEKKERS begrijpt van de heer van den Bulck, dat het niet gaat om een pro-
cedurevoorstel m.b.t. het gesprek met Halsteren.
Nee, dacht de VOORZITTER. Over de stukken van de Commissaris.
Die zyn nu niet aan de orde.
De heer NIJPELS meent, dat de heer van den Bulck dan maar een voorstel moet schrij
ven en door 5 raadsleden moet laten ondertekenen.
Dat zou inderdaad kunnen, zegt de VOORZITTER.
De heer VAN DEN BULCK zou dan om schorsing van de vergadering willen vragen.