3 Breda dd. 7 december 1977 betreffende bacteriologisch onderzoek van water van het gemeentelijk waterleidingbedrijf te Bergen op Zoom, verricht op 5 de cember 1977 door het Waterleidinglaboratorium Zuid. q. Schrijven van de vice-voorzitter van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant dd. 7 december 1977 inzake agenda voor de vergadering van de gewestraad van 19 december 1977» r. Correspondentie inzake de huur van het pand Engelsestraat 29 t.b.v. de huis vesting van buitenlandse werknemers. s. Diverse stukken betreffende de Democratiseringscommissie. t. Diverse processen-verbaal van kasopnamen in het vierde kwartaal 1977 en over het jaar 1977. Wat punt o. betreft, wil de VOORZITTER eerst even het woord geven aan de heer van Heijst, die toen als loco-burgemeester heeft gefungeerd. De heer VAN HEIJST wil, voor over dit punt een discussie gaat ontstaan, toch wel graag het volgende opmerken. De raad heeft tijdens de afwezigheid van de voorzitter het college van B.& W. op dracht gegeven om tot een gesprek te komen met het college van B.& W. van Halste ren, mede om te pogen de sfeer tussen de beide gemeentebesturen te verbeteren. Hij dacht niet dat het thans de bedoeling van de raad kan zyn om vanavond door dis cussies omtrent het voorliggende verslag weer volledig in de oude sfeer terecht te komen. Dit wilde hy vooraf graag even zeggen. De heer NIJPELS moet zeggen dat het hem dan voor de wethouder spijt, maar deze weet dat, toen in het verleden de voorzitter de commissie voor algemene en juridische zaken voorzat, hij zich op het standpunt heeft gesteld namens zijn fractie, dat over het algemeen werd gevonden dat dit soort zaken niet in de emotionele sfeer getrok ken moesten worden maar dat men zich gewoon reëel op moet stellen ten opzichte van Halsteren. Als men dan zo'n verslag leest, moet hy ook weer namens zijn gehele fractie zeggen, dat men zich moet afvragen wat er allemaal aan de hand is. Men heeft van de samenvatting van dat gesprek kennis kunnen nemen. Hy moet dan zeggen dat de indruk bij zijn fractie is, dat de burgemeester van Halsteren zich ei genlijk heeft gedragen als een soort recalcitrant jongetje. Hij vindt dat men bij bestuurders een redelijke mate van volwassenheid mag verwachten. Als men echter het verslag van dit gesprek leest ontgaat men toch op iedere wijze de indruk, dat daar op volwassen manier met elkaar is gediscussiëerd. De VOORZITTER wil even interrumperen. Hy dacht ook dat recht te hebben. Hy wil aan de heer Nijpels één ding vragen alsmede aan eventuele volgende sprekers, en wel, dat men in de keuze van kwalificaties wat meer parlementaire termen wil gebruiken. Niet alle slechte gewoonten behoeven overgenomen te worden. Dat wil de heer NIJPELS graag doen en dat heeft hij ook getracht. Daarom heeft hy ook deze heel voorzichtige uitdrukking gebezigd. Hy wil niet uitgebreid ingaan op alle punten omdat hij begrijpt dat de wethouder dat liever niet heeft. Op dit punt stelt hij zich heel graag op achter het beleid dat het college in deze heeft gevoerd. Hij wil wel zeggen, dat als men deze punten stuk voor stuk doorneemt, men zich toch wel moet afvragen of het college van B.& W. van Bergen op Zoom zich dan op diverse punten onredelyk opstelt of dat dat aan de an dere kant het geval is. Slechts op één punt stelt het college van B.& W. van Hal steren zich positief op en dat is als het gaat om het vaststellen van het tracé en is men inderdaad bereid om die bestemmingsplan—procedure op gang te brengen. Als over ontlasting van de Halsterseweg wordt gesproken komen er wel zulke vreem de argumenten, b.v. het argument, dat Halsteren niet graag heeft dat de Randweg^- Noord als gevaarlijke stoffen route zal gaan functioneren omdat dat dan vlakbij hun grondgebied zou komen. Hy zou zeggen dat het veel triester is als de Halsterseweg op dit moment als zodanig wordt gebruikt. Verder wordt aangevoerd dat Halsteren er niets voor voelt om het verkeer van Halsteren naar Bergen op Zoom te gaan belem meren. Bergen op Zoom pleit alleen voor een veilige weg. Daarvoor pleit de raad van Bergen op Zoom al jarenlang. Dat zal alleen maar kunnen als er snel een ander tracé wordt vastgesteld, als de andere weg snel wordt aangelegd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 84