20
Hij kan voorts zeggen nooit verontwaardigd te zijn geweest over énige discussie
■betreffende het winst maken bij de nutsbedrijven. In eerste instantie was de heer
Mastenbroek tegen dat winstmaken. Hij wil vragen of de wethouder dan soms een
andere mening mag hebben en daarbij dan argumenten/üanvoeren. g
Gelukkig mogen de nutsbedrijven nu wel winst maken, nadat een kamer-deskundige
zijn fiat heeft gegeven.
De heer MASTENBROEK moet zeggen nooit tegen het winstmaken door de bedrijven te
zijn geweest maar altijd te hebben gezegd dat hij niet overtuigd was van de nood
zaak tot het maken van winst, waardoor hij vond dat de zaak bespreekbaar moest
worden ges beid. Gelukkig hebben andere fracties dat ook gevonden. Hij heeft echter
in deze raad of in commissies nooit gezegd dat hij tegen het maken van winst van
nutsbedrijven was.
Dat heeft de heer ARKOYS dan verkeerd begrepen, maar gelukkig is men het dan nu
allemaal met elkaar eens.
Tot de heer Mastenbroek wil hij verder zeggen, dat de Stadspartij natuurlijk niet
zijn vertegenwoordigers in Den Haag heeft maar dat het daardoor uitgesloten zou
zijn dat de wethouder met die volksvertegenwoordigers contacten heeft is natuur
lijk niet waar. Bovendien zyn naast die politieke deskundigen ook materie-deskun
digen bereikbaar. De verontwaardiging van de fractievoorzitter van de PvdA is
dan ook beslist niet nodig, dacht hij.
Getracht zal worden documentatie in de commissie voor de bedrijven ter inzage te
leggen, en dit dan n.a.v. een vraag van de heer A.Franken.
De heer Mastenbroek vroeg of Bergen op Zoom voldoende grondwater voor de eigen
bevolking zou kunnen behouden en hij kan zeggen, dat dat door deskundigen betwij
feld wordt. Los daarvan is pas in Utrecht gebleken, dat waarschijnlijk 10 jaar gele
den een klandestiene lozing nu enige bronnen vergiftigt.
De heer MASTENBROEK heeft niets gesteld. Hij is ingegaan op datgene wat de wethou
der in zijn antwoord zegt, n.l. dat het niet geheel zeker is dat met het bronwa
ter Bergen op Zoom alle huishoudens ook in de toekomst kan blijven voorzien.
Daar heeft hij dan op ingehaakt en dan gevraagd waarom dat zo is en wat voor wa
ter er dan gebruikt gaat worden. Hij heeft dus nooit iets gesteld maar alleen
maar iets gevraagd.
De heer ARNOYS had dit toch zo genoteerd uit het betoog van de heer Mastenbroek.
Dan heeft hij het misschien wat verkeerd gehoord.
In ieder geval is het zo, dat volgens de deskundigen Bergen op Zoom in de toe
komst waarschijnlijk bij de stijging van het grondwater-verbruik een tekort zullen
krijgen. Los daarvan is het gevaar aanwezig, dat, zoals in Utrecht is gebleken,
door klandestiene lozingen bronnen worden vergiftigd. Daar wordt nu een zuiverings
installatie van meer dan 1 miljoen gulden gebouwd. Zoiets zou ook in Bergen op
Zoom kunnen plaatsvinden. In zo'n geval zou een aangelegde Biesbosch-leiding
met zuiveringsinstallatie uitkomst kunnen bieden.
Ook de heer van Wijk vroeg naar deze Biesbosch-leiding. Bergen op Zoom kan op de
ze leiding aansluiten, die straks door zal lopen naar Zeeland. Daarover zijn al
contacten met de Zeeuwse Waterleidingmaatschappij geweest. Of anderen eventueel
in de toekomst ook op die leiding zullen aansluiten is voor Bergen op Zoom be
slist niet relevant. De leiding is niet van Bergen op Zoom maar Bergen op Zoom
mag er alleen maar op aansluiten. Met groot-afnemers in Bergen op Zoom, zoals
Cargill, wordt inderdaad vanaf het begin al gesproken over de water-levering.
Als de heer MASTENBROEK het dan goed begrijpt zijn er, wanneer er geen bronnen
vergiftigd of vervuild worden, straks voor de bevolking van Bergen op Zoom vol
doende water-leverings-mogelijkheden.
De heer ARNOYS dacht, dat dit afhankelijk is van het feit of er een stijgend ge
bruik gaat komen. Als b.v. de mensen zich meer gaan wassen - daarnet heeft men
al gehoord betreffende de douches in het sportpark dat er een groter waterver
bruik zal komen -
De heer VAN HEIJST heeft niet over groter waterverbruik gesproken maar over
betere spreiding van dezelfde hoeveelheid water.
Mevrouw VLUG vindt het zo langzamerhand een flauwe discussie worden. Zij draaide
7 jaar geleden al mee in de commissie van de bedrijven en er is altyd verzekerd
dat er voor normaal huishoudelijk gebruik voldoende goed water zou blijven.