13
eigenlijk in de 2e ronde hier en daar gebeurt. Hij meent dat er in deze 2e ronde
toch v/el weer wat nieuv/e zaken aan de orde y/aren gekomen die in de 1e ronde niet
als zodanig hadden meegespeeld.
Hij vindt, dat dat eigenlijk niet zo had behoeven te zijn.
De voorzitter denkt daar echter anders over en misschien ook een ander deel van
het college. Persoonlijk, en de voorzitter weet dat, is hij nog altijd een voorstan
der van een levendiger debat in eerste instantie en dan meteen een antwoord
daarop van het college in de raad.
De VOORZITTER wil hierbij dan wel aantekenen, dat deze wijze van begrotingsbehan
deling een besluit van de raad was. Niet van het college.
De heer HaRTEL heeft in zijn antwoorden zoveel mogelijk de sprekers gevolgd en hij
moet eerlijk bekennen, dat hij niet alle vragen in de 2e ronde heeft genoteerd,
omdat die hem soms ontgaan zijn en dus zal hij die ook niet kunnen beantwoorden.
Dat hoort hij dan echter wel.
De heer Dekkers had het over de omkading van het Zoommeer. V/at dat betreft kan
worden vernield, het is eigenlijk geen nieuws dat de minister van verkeer en
waterstaat daarover beslist. Het rapport van de commissie compartimentering oos—
terschelde geeft een analyse, waaruit de conclusie getrokken kan v/orden dat het
Zoommeer beter wel dan niet omkaad kan v/orden. Overigens geeft ook de overweging
van rijkswaterstaat om de Molenplaat te gebruiken als uitvals-basis voor de wer
ken aan de sluis in de Oesterdam, eigenlijk ook een duwtje in de richting van de
omkading, want om die uitvals-basis operationeel te kunnen maken moet men een
verbindingsdam tussen het Noordland en de Molenplaat aanleggen. Dat betekent dan
ook, dat er een weg overheen komt.
Voorts heeft de heer Dekkers, evenals de heer Franken van de Stadspartij en de
heer Mastenbroek van de PvdA, aandacht besteed aan de Nobeltunnel. Een herover
weging van de noodzaak van de aanleg van de Nobeltunnel geschiedt inderdaad in
het kader van het onderzoek voor het verkeers-circulatieplan.
Niettemin is hij er al gedurende lange tijd van overtuigd, dat die tunnel er moet
komen en dat dan niet alleen vanwege het woon-werkverkeer maar ook voor een deel
van diegenen die ten oosten van de spoorlijn wonen en gebruik moeten maken van
allerlei voorzieningen in de binnenstad. Ook voor velen die van buiten de stad
in het centrum moeten zijn zal deze tunnel of deze verbinding toch wel van belang
zijn. Overigens is op verzoek van het provinciaal bestuur onderzocht, met behulp
van tellingen en analyses, welke gevolgen het toekomstig gebruik van de randwe
gen Oost en Noord zal hebben op het verkeer van de V/ouwsestraatweg. Gebleken is,
nu reeds, dat die weg dan overbelast zal zijn. Hij dacht dat het ook niet zo moei
lijk was om, als men daar eens overheen gaat, dat zich te kunnen voorstellen.
De heer Franken vroeg naar de haalbaarheid van het Nobeltunnel—projeet en aan
welke instanties dan wel subsidies zijn gevraagd. Dat zijn dan het ministerie van
economische zaken - dat heeft geantwoord dat misschien in de jaren 1977 "tot 1980
er iets van zou kunnen komen het ministerie van sociale zaken, d.v/.z. de
DACW, waar het werk reeds in juli .1976 is aangemeld; het regionaal coördinatie
college voor noordbrabant, die dan weer naar de DACW doorverwees; daar is de
nobeltunnel geregistreerd als infra—structuur verbeterend werk; tenslotte heeft
er ook nog een aanmelding plaatsgevonden voor de subsidie-regeling verkeer en
vervoer in en om de steden en wel bij het ministerie van rijkswaterstaat.
Eind september 1977 is een advies hierover uitgebracht, maar hij weet niet hoe dat
er uitziet, van de Hoofddirecteur-ingenieur van Rijkswaterstaat in noord-brabant
naar Rijkswaterstaat in Den Haag. Dezelfde weg heeft overigens ook de voetgangers-
en fietsersbrug over de Zoom gemaakt.
De heer Mastenbroek heeft ook aandacht aan de Nobeltunnel besteed i.v.m, de wei
van Bastiaansen. Hij heeft al vaker gezegd, dat deze wei al sinds jaren gedeelte
lijk gereserveerd is voor de aanleg van de toegang tot de tunnel. De heer Masten
broek sprak ook over een fietspaden—plan. Er zijn 2 gemeenten in nederland die
- en dat waren geen kleine gemeenten - een extra subsidie hebben gehad voor een
experiment daarmee. Niettemin heeft het college naast bestaande wegen gelukkig
nog al eens fietspaden, soms ook niet al zou men het wel willen, daar is de
weg dan echter te smal voor of de straat te smal voor kunnen realiseren.
In de nieuwe plannen wordt ernstig rekening gehouden met de fietsers en voetgan
gers en dan hoeft hij maar te wijzen naar het plan Tuinwijk, waarin aparte voetgan
gers- en fietsroutes zijn opgenomen.